donderdag 21 juni 2012

Dinsdag 19 tot woensdag 20 juni, 331e dag.

Dat het zelfs in een haven oncomfortabel kan zijn bewijst maar eens deze laatste nacht. Gisterenavond waren we uitgenodigd om aan boord van de ´Zsa-Zsa´ een drankje te komen drinken en gelijk maar te blijven eten. George had een meer dan voortreffelijke lasagne gemaakt en de rode wijn van het eiland Pico maakte het geheel tot een culinair avondje. We maakten het niet laat en terug op ons eigen schip merkten we al hoe hard de wind de haven in stond. We liggen in de buitenhaven en het was een geruk aan de landvasten van heb ik jou daar. RenĂ© er 's nachts nog uit om er een lijn bij te zetten maar het bleef erg onrustig. Onze buren vertelden vanmorgen geen oog te hebben dicht gedaan en wilden verkassen naar een ligplaats in de binnenhaven. Met een beetje hulp van onze kant liggen ze nu op een rustig plekje en kunnen ze de schoollessen gaan geven aan de kinderen. Het mega jacht tegenover ons, dat al dagen de aandacht trekt van iedere voorbijganger wil ondanks de harde wind vertrekken. Het is een 35 meter lange Baltic met een mast van 50 meter hoog. De Italiaanse bemanning is druk in de weer met de voorbereidingen. Het zijn aardige lui en we hebben leuk contact met ze gehad de laatste dagen. We probeerden ze natuurlijk uit te horen wat dat bootje gekost heeft, begrijpelijk gaven ze dat niet helemaal prijs, maar toen wij een schatting gaven van tussen de twintig en dertig miljoen knikten ze instemmend. De kapitein vraagt om wat hulp bij het wegvaren, het is een enorme windvanger met die hoge mast en ze liggen tussen andere schepen in. Door met drie man hard aan de voorlijn te trekken houden we de kop van het schip vrij en kunnen ze zonder brokken wegvaren, hij bedankt ons, steekt zijn duim omhoog en we zwaaien tot ze de haven uitdraaien. Bestemming Griekenland waar de Italiaanse eigenaar met gasten aan boord zal komen. Terug aan boord is RenĂ© weer bezig met reparatie, dit keer een lampje in onze sfeervolle kajuit, dat maar halsstarrig blijft weigeren licht te geven. Verder lezen maar in 'Hollands Glorie' het mooie boek van Jan de Hartog en dan prijs ik me gelukkig dat ik, kort voordat dat ik aan deze reis begon met Madee in het huwlijksbootje ben gestapt als ik het volgende gedichtje in zijn boek tegenkom: 'Varen zonder vrouw, die thuis op je wacht.. Is varen zonder licht in een stikdonkere nacht.. Al wie ter zeilvaart wil gaan.. Moet eerst voor de preekstoel staan.. Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten