donderdag 31 mei 2012

Donderdag 31 mei, 311e dag.

Ook gemaild aan mede zeilers Zsazsa en Friends

We hebben een heel bestand met heerlijke jazz muziek op de laptop en tot laat in de avond kon je dan ook de trompetten, de saxen en de zwoele en sexy stemmen van de zangeressen over het water horen klinken. ´Take five´, Jazz moods at the ocean!
En dan met een biertje of voor René een ´rum and coke´ naar de opkomende maan turen en wegdromen bij zoete herinneringen uit de periode dat van de twee cijfers van je leeftijd, het cijfer twee nog als eerste stond. Zwaar hoor, dat oceaan zeilen. Nee, soms niet, meestal niet eigenlijk, maar als het weer plotseling verandert en de depressies van west naar oost jagen met angstig lage barometer standen maak dan je borst maar nat. Voorlopig gaan we goed en zijn de omstandigheden verre van moeilijk. Hoe anders het kan gaan lees ik in het boek van de Belgische solo zeiler Jean Heylbroeck , tijdens de rustige en kalme nachtwacht. Na een wereldreis van vier jaar is hij op de terugtocht naar huis ( België) Een extreem moeilijke en zware periode ondervindt hij in de Indische oceaan met heel zwaar weer. Dan de rode zee, die het uiterste van zijn krachten vergt. Na het Suezkanaal volgt de middellandse zee, in die periode nog in winterse omstandigheden d.w.z veel wind. Dan komt de straat van Gibraltar, een korte stop in Tarifa waar het altijd van de planeten waait. De volgende avond vertrekt hij weer. We lezen in zijn boek zijn gevoelens: "Ik heb geen oog dicht gedaan. Het was een tergende, vijandige nacht. Eerst de windstilte, het onbehaaglijke gerol op de onthutste golven, en nu die tegenwind. Weer eens die hatelijke westenwind. De langverwachte oostenwind was maar een halve dag van de partij. Alles staat tegen. De stijve bries belet me de uitgestippelde koers te volgen. Ik zeil tussen het drukke scheepvaart verkeer, aan de wind, in zuidwestelijke richting. Als het zo verder gaat ben ik eerder bij de Canarische eilanden dan bij kaap São Vicente. Zo komen we nergens. Het is oncomfortabel varen met die schokkerige, korte golfslag. Ik kan er niet meer tegen! Ik heb nog niets gegeten, ik heb ook geen trek. Ik haat de boot, de zee, mezelf! Een angstig voorgevoel is ongewenst gezelschap geworden en valt niet meer te verjagen. Ik zit over de grens van mijn weerstandsvermogen, volledig van de kaart. Zo kan het niet langer. Op enkele mijlen van een plaats waar ik vier jaar geleden zat. Na bijna 32.000 zeemijlen, bijna rond.........Maar is dat nu zo belangrijk? Dit wilde ik toch allemaal, dat wás het toch voor mij? Ik schrik van mijn eigen gedachten. Wat blijft er dan nog over? Als je alles op alles zet, alles van jezelf geeft, om er dan net voor de eindstreep de brui aan te geven....wat dan? Kiezen is soms moeilijk, maar twijfelen is een marteling die uiteindelijk ondraaglijk wordt. Liever een blode Jan dan een dode Jan! Bruusk sla ik het stuur om en laat me dragen door de wind. Ik keer terug. Enkele zeemijlen verder breng ik een laatste groet aan de oceaan, een koppig vaarwel: "Ik kom terug"

Jean laat zijn scheepje achter in een haven in Spanje en gaat met een bus naar huis. Een jaar later, geheel hersteld van de inzinking vaart hij alsnog z'n schip naar Blankenberge.
Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten