Ook gemaild aan mede zeilers Zsazsa en Friends
We hebben een heel bestand met heerlijke jazz muziek op de laptop en tot laat in de avond kon je dan ook de trompetten, de saxen en de zwoele en sexy stemmen van de zangeressen over het water horen klinken. ´Take five´, Jazz moods at the ocean!
En dan met een biertje of voor René een ´rum and coke´ naar de opkomende maan turen en wegdromen bij zoete herinneringen uit de periode dat van de twee cijfers van je leeftijd, het cijfer twee nog als eerste stond. Zwaar hoor, dat oceaan zeilen. Nee, soms niet, meestal niet eigenlijk, maar als het weer plotseling verandert en de depressies van west naar oost jagen met angstig lage barometer standen maak dan je borst maar nat. Voorlopig gaan we goed en zijn de omstandigheden verre van moeilijk. Hoe anders het kan gaan lees ik in het boek van de Belgische solo zeiler Jean Heylbroeck , tijdens de rustige en kalme nachtwacht. Na een wereldreis van vier jaar is hij op de terugtocht naar huis ( België) Een extreem moeilijke en zware periode ondervindt hij in de Indische oceaan met heel zwaar weer. Dan de rode zee, die het uiterste van zijn krachten vergt. Na het Suezkanaal volgt de middellandse zee, in die periode nog in winterse omstandigheden d.w.z veel wind. Dan komt de straat van Gibraltar, een korte stop in Tarifa waar het altijd van de planeten waait. De volgende avond vertrekt hij weer. We lezen in zijn boek zijn gevoelens: "Ik heb geen oog dicht gedaan. Het was een tergende, vijandige nacht. Eerst de windstilte, het onbehaaglijke gerol op de onthutste golven, en nu die tegenwind. Weer eens die hatelijke westenwind. De langverwachte oostenwind was maar een halve dag van de partij. Alles staat tegen. De stijve bries belet me de uitgestippelde koers te volgen. Ik zeil tussen het drukke scheepvaart verkeer, aan de wind, in zuidwestelijke richting. Als het zo verder gaat ben ik eerder bij de Canarische eilanden dan bij kaap São Vicente. Zo komen we nergens. Het is oncomfortabel varen met die schokkerige, korte golfslag. Ik kan er niet meer tegen! Ik heb nog niets gegeten, ik heb ook geen trek. Ik haat de boot, de zee, mezelf! Een angstig voorgevoel is ongewenst gezelschap geworden en valt niet meer te verjagen. Ik zit over de grens van mijn weerstandsvermogen, volledig van de kaart. Zo kan het niet langer. Op enkele mijlen van een plaats waar ik vier jaar geleden zat. Na bijna 32.000 zeemijlen, bijna rond.........Maar is dat nu zo belangrijk? Dit wilde ik toch allemaal, dat wás het toch voor mij? Ik schrik van mijn eigen gedachten. Wat blijft er dan nog over? Als je alles op alles zet, alles van jezelf geeft, om er dan net voor de eindstreep de brui aan te geven....wat dan? Kiezen is soms moeilijk, maar twijfelen is een marteling die uiteindelijk ondraaglijk wordt. Liever een blode Jan dan een dode Jan! Bruusk sla ik het stuur om en laat me dragen door de wind. Ik keer terug. Enkele zeemijlen verder breng ik een laatste groet aan de oceaan, een koppig vaarwel: "Ik kom terug"
Jean laat zijn scheepje achter in een haven in Spanje en gaat met een bus naar huis. Een jaar later, geheel hersteld van de inzinking vaart hij alsnog z'n schip naar Blankenberge.
Beer.
donderdag 31 mei 2012
woensdag 30 mei 2012
Woensdag 30 mei, 310e dag.
Gisteren veel mijlen gemaakt, ondanks de flinke aangroei van de romp liepen we zes en soms zeven knopen. De maaltijd maken gaf geen problemen, we zijn door onze verse voorraad heen en de combinatie van een blik ravioli met een blik spinazie was ons avondeten. Geen gesnij, geen gedoe, één vuil pannetje, twee bordjes en wat bestek. Gezien de kermis-cake-walk- achtige bewegingen van ons bootje een verademing. We gaan de nacht in met een nog een wat aantrekkende wind en we reven voor de zekerheid tot storm-outfit. Gelukkig ruimt de wind gedurende de nachtelijke uren en dat betekent dat de depressie van ons wegloopt in Noord-Oostelijke richting. Het ochtendlicht, de voorbode van de ontwakende zon, schildert de horizon in purper en zacht roze. Na het ontbijt blijven er nog maar 18 knoopjes over en gedurende de dag zwakt de wind verder af. Zo, en nu maar wachten op de volgende depressie die ons naar de Azoren kan blazen. Atlantic Home Run Henkie praat om 08.00 uur met wat zeilers die in de buurt van de Azoren zitten, één meldt vannacht 45! knopen wind te hebben gehad, dat is windkracht negen. Wij kunnen het op de weerkaarten niet terug vinden. De praktijk kan dus anders uitvallen dan de verwachtingen op de Gribfiles aangeven. Iets om rekening mee te houden. We ontvangen via de ssb een mailtje van de 'Zsa-Zsa'. Hun voorzeil, de grote genua, is gescheurd en ze zullen proberen vandaag een nieuw te monteren. Ze hebben een reserve set aan boord, het grootzeil is al eerder vervangen. Ze zitten nog een kleine twee honderd mijl achter ons, maar George kennende gaat hij ons zeker proberen in te halen met zijn snellopende Grand Soleil. Hij is tenslotte wedstrijdzeiler. Onze E-Readers zijn als troost voor de lange nachtelijke wachten met voor mij, Ina Boudier Bakker ( de Straat ) en Kluun ( Help, ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt) om maar eens twee uitersten te noemen. Waarbij je bij de eerste moet huilen en bij de tweede ook, zeker met de wetenschap van nu, maar toch, meestal van het lachen. De dag verloopt verder uitermate rustig. Een lange deining en een beetje wind, beetje hangen, beetje lezen, beetje opruimen, beetje niks doen, beetje afwassen en dan is er koffie, nee........... d o l f i j n e n !!
Ze spelen, dartelen en schieten van bakboord naar stuurboord vlak voor de boeg langs en af en toe hoor je ze blazen. We filmen en fotograferen maar de rakkers zijn zo snel dat we de meeste plaatjes kunnen wissen. Zo rap als ze er ineens waren zo snel houden ze het weer voor gezien. Ons achterlatend op de eindeloze oceaan. Nog 1031 mijlen voor de boeg. Vandaag houden we maar eens vervroegd 'Happy Hour'
Beer.
Ze spelen, dartelen en schieten van bakboord naar stuurboord vlak voor de boeg langs en af en toe hoor je ze blazen. We filmen en fotograferen maar de rakkers zijn zo snel dat we de meeste plaatjes kunnen wissen. Zo rap als ze er ineens waren zo snel houden ze het weer voor gezien. Ons achterlatend op de eindeloze oceaan. Nog 1031 mijlen voor de boeg. Vandaag houden we maar eens vervroegd 'Happy Hour'
Beer.
Dinsdag 29 mei, 309e dag.
In René zijn wacht, van 24.00 tot 04.00 uur is de barometer drie punten gezakt. We krijgen veel wind. Ook de Gribfiles bevestigen de depressie. Routeerder Herb herhaalde gisteren zijn waarschuwing aan de zeilers toch vooral niet boven de 35 graden Noorder breedte te komen. Wij zitten op 34.14. Het is precies een week geleden dat we van Bermuda vertrokken. De afgelegde afstand is 557 mijl. Gemiddeld zo'n 75 mijl per dag. De windstiltes hebben voor dat lage gemiddelde gezorgd. Gisterenavond nog contact met George van de ´Zsa-Zsa'. Hoewel niet verwacht zijn ze toch 1 dag na ons van Bermuda vertrokken. Alles is wel aan boord en ook zij bereiden zich voor op een paar winderige dagen. Dan plotseling 'Robeyne, Robeyne, het zeilschip 'Friends' breekt even in tijdens het gesprek. Ze zitten een paar honderd mijlen voor ons en ook bij hen a/b gaat alles naar wens. Inmiddels waait het dan rond de vijf en twintig knopen en bij vlagen naar de dertig( 6/7 beaufort). We zitten heel relaxed in het kuipje te lezen en verbazen ons elke keer weer hoe goed de 'Robeyne' de golven afrijdt. De bewegingen zijn wel heftig en we rollen behoorlijk. Slapen gaat weer lastiger en ook het eten maken straks, zal wel weer een hele toer zijn. Maar goed, dit alles is heel wat beter dan de windstiltes, geef mij maar golven, wolken en spannende luchten. Een zeilschip voortgedreven door de onzichtbare kracht van de wind, dat golf na golf onder zich door laat rollen, schuim dat van de boeggolf verwaait over de onstuimige oceaan. Een eenzame vogel die als een lucht acrobaat over de hoge zeeën scheert. Verder, als maar weer verder, de horizon tegemoet.
Beer.
Beer.
dinsdag 29 mei 2012
Maandag 28 mei 308e dag.
Gisteren zaten we aan het eind van de middag in een absolute windstilte. De oceaan vlak, alsof met een dunne laag olie bedekt. De prachtige wolken luchten weerspiegelen in de oceaan. Lucht en water gaan naadloos in elkaar over. De horizon is daarbij volledig opgelost. De zeilen hoopvol gehesen om elk zuchtje wind te omarmen. De swell, die ons schip doet schommelen, genereert een kakofonie van geluiden die de ware zeiler pijn doet tot in z´n tenen. Een aanslag op zeilen en tuigage. Een goeie beschrijving van zo´n situatie lees ik in het boek van Peter Stuivenberg die met zijn vriendin Maaike een oversteek maakt van Rio de Janeiro ( Brazilië ) naar Kaapstad ( Zuid-Afrika) Maaike schrijft in haar dagboek: 24 januari, wind al weer weg! Beng-beng-BENG!!! Swell uit het zuid westen, Rammel, Rammel!! Schud-schud!! Kloinggg!! Rammel!!Swoep-klets!! Schlatzzzzz-Kling-Klong-Rammel-Kletss!! 25 januari: Stapelmesjokke, Teringtakke Schoepp-Schwattzz-schuit!!! Kloinggg!! Rammel-Kletsss!! en weer een dag later: Gek-gek!!Schwoeppp-Schwattzz-schuit!! Kloinggg! Knall-Bwenggg-Bwattstt-en Rammel-Rammel...geen wind..........
Wij laten het niet zover komen en zetten na enkele uren slaan en slingeren ons motortje aan gaan met een rustige drie knoopjes de avond in. We kunnen ons dat wel permitteren, de vooruitzichten geven voldoende wind voor de komen de dagen, wellicht wel meer dan ons lief is. In de late avond is de wind terug en kan er weer gezeild worden. De nacht is betoverend mooi met een overvloed van sterren, die eerst voorzichtig gaan fonkelen maar, naar mate de nacht vordert uitbundig staan te schitteren. Wachtlopen is zo geen straf en geeft aanleiding tot overpeinzingen en inspireert tot mooie gedachten. Kijken, genieten, beleven, voelen tot in je tenen zeg ik in mezelf, dit ga je niet vaak meer meemaken. Het ritme aan boord ademt de vredige rust van de duisternis. De ochtend is weer voor Henk met zijn Atlantic Homerun net en we zijn blij te horen dat de ´H.H.Heidi´veilig in Horta voor anker ligt. De wind is inmiddels aangetrokken en René heeft de passaatzeilen gezet. We lopen ruim vijf knopen, pal voor de wind. De eerste depressie is in aantocht en we zitten aan de goede kant. De Gribfiles beloven er nog twee en daarmee kunnen we honderden mijlen verder komen in de goede richting. Het accent ligt op comfort, slapen, eten en genieten. We zijn op reis in een wondere wereld van water en luchten. Het onderweg zijn is net zo belangrijk als aankomen. Nog 1226 zeemijlen te gaan.
Beer
Wij laten het niet zover komen en zetten na enkele uren slaan en slingeren ons motortje aan gaan met een rustige drie knoopjes de avond in. We kunnen ons dat wel permitteren, de vooruitzichten geven voldoende wind voor de komen de dagen, wellicht wel meer dan ons lief is. In de late avond is de wind terug en kan er weer gezeild worden. De nacht is betoverend mooi met een overvloed van sterren, die eerst voorzichtig gaan fonkelen maar, naar mate de nacht vordert uitbundig staan te schitteren. Wachtlopen is zo geen straf en geeft aanleiding tot overpeinzingen en inspireert tot mooie gedachten. Kijken, genieten, beleven, voelen tot in je tenen zeg ik in mezelf, dit ga je niet vaak meer meemaken. Het ritme aan boord ademt de vredige rust van de duisternis. De ochtend is weer voor Henk met zijn Atlantic Homerun net en we zijn blij te horen dat de ´H.H.Heidi´veilig in Horta voor anker ligt. De wind is inmiddels aangetrokken en René heeft de passaatzeilen gezet. We lopen ruim vijf knopen, pal voor de wind. De eerste depressie is in aantocht en we zitten aan de goede kant. De Gribfiles beloven er nog twee en daarmee kunnen we honderden mijlen verder komen in de goede richting. Het accent ligt op comfort, slapen, eten en genieten. We zijn op reis in een wondere wereld van water en luchten. Het onderweg zijn is net zo belangrijk als aankomen. Nog 1226 zeemijlen te gaan.
Beer
zondag 27 mei 2012
Zondag 27 mei 307e dag.
We zijn nog vol van onze ontmoeting met de walvis en zoeken naar informatie om er iets meer van te weten te komen. Gelukkig hebben we een uitgebreide scheepsbibliotheek die ons daarbij helpt. Naar alle waarschijnlijkheid was het toch een mannetje, want die zijn meestal alleen. De beschrijving van het uiterlijk klopt met wat we in het indigo blauwe water naast ons zagen. Volwassen mannetjes hebben een bultachtige kop, lezen we, ook dat was goed te zien. Op zoek naar voedsel maken ze duiken van 3000 meter diep en kunnen veertig tot zestig minuten onderwater blijven. Terug aan de oppervlakte hebben ze zeven tot vijftien minuten ´recovering´ tijd nodig alvorens aan de volgende afdaling te beginnen. Ze halen dan vijf keer in een minuut diep adem en duiken naar de diepte, de machtige staart als laatste tonende. In de maanden mei, juni en juli zal je hoofdzakelijk solitaire mannetjes zien. In augustus en september voegen de vrouwtjes zich bij hen, soms met kalveren. Groepen tot vierentwintig in getal zijn er bij de Azoren waargenomen.
s´Nachts liggen walvissen vaak aan de oppervlakte te slapen. Om 08.00 uur, na een rustige nacht luisteren we naar Henk met zijn ´Atlantic Home Run´ netwerk. Een aantal van de zich meldende zeilers bevinden zich al redelijk dicht bij de Azoren. De komende dagen wordt daar veel wind verwacht en we horen praten over veertig knopen wind. Dan vernemen we dat onze vrienden met de ´Hitch Hike Heidi´ ook op een walvis zijn gevaren. Het derde geval sinds ons vertrek. De details komen niet goed door maar in ieder geval is de duo generator beschadigd, een generator die met een schroef onderwater stroom opwekt. Het is bij hen echt de wet van Murphy aan het worden. Een motor die niet wil starten en nu hun enige resterende stroomvoorziening voorgoed uitgeschakeld. Met de harde wind in het vooruitzicht geen prettig idee. Folkert en Stefanie varen met hun twee kinderen. Wij zitten voorlopig nog in een gebied met nauwelijks wind hoewel dat geen dagen meer kan duren. René heeft de weerkaarten bestudeerd en er komen drie depressies onze richting uit. We proberen aan de onderkant, het lage drukgebied draait tegen de klok in, mee te liften en met wind van 20/25 knopen de goeie kant uit te gaan. Niet boven de 35 graden noorderbreedte gaan zitten is nog steeds het advies. In de ochtend draaien we nog wat mijlen met de motor bij om de accu´s goed vol te houden. Al dagen lang worden we gevolgd door kleine groepen vogels. We slaan de boeken er maar weer eens op na en zien dat het ´little shearwaters´zijn. ( kleine waterscheerders) De Nederlandse benaming moeten we schuldig blijven. Ze hebben een spanbreedte van 62 cm, bruine bovenkant en staart en verder veel wit met een grappig kopje. Ze staan er om bekend, dat ze schepen en jachten volgen. Zodra ze op het water landen steken ze hun koppie helemaal onder water op zoek naar voedsel. Door vaak over het water te turen ga je steeds meer dingen zien, net als in de natuur op het land. Je krijgt er een ´oog ´voor. Gidsen in safariparken in Afrika, die ervaren bush boys, zijn daar een goed voorbeeld van, ze hebben het wild al lang gespot terwijl de doorsnee safari toerist nog nauwelijks weet waar hij kijken moet. Wat is de oceaan toch vervuild dacht ik vanmorgen, je ziet steeds meer plastic flessen en zat me al weer aardig op te winden, Maar met de regelmaat waarmee de flessen voorbij kwamen kreeg ik toch m´n twijfels. De verrekijker hielp me uit de boze droom, het waren Portugese oorlog schepen en dan heb ik het niet over die grote grijze gevaartes met kanonnen, we zitten niet in de Portugese territoriale wateren. Nee , het zijn kwallen die ze zo noemen en heb geen idee hoe ze aan die naam gekomen zijn. Waarschijnlijk uit de tijd van de zeilende oorlog schepen. Ze drijven niet, nee ze zeilen, met behulp van een blauw, roze en purper pastel kleurig ´zeiltje´ dat ze kunnen opzetten en laten zich met de wind meedrijven. Hun lange tentakels door het water meeslepend. Ze kunnen wel vier meter lang worden en ze zijn behoorlijk giftig. Als je er door gebeten wordt, moet je de huid in de omgeving van de beet met ruim alcohol schoonmaken, gin, rum of wodka volstaan in dat geval. Niet dus, daar hebben wij andere bestemmingen voor! Even maar niet zwemmen hier in het diepe.
Beer.
s´Nachts liggen walvissen vaak aan de oppervlakte te slapen. Om 08.00 uur, na een rustige nacht luisteren we naar Henk met zijn ´Atlantic Home Run´ netwerk. Een aantal van de zich meldende zeilers bevinden zich al redelijk dicht bij de Azoren. De komende dagen wordt daar veel wind verwacht en we horen praten over veertig knopen wind. Dan vernemen we dat onze vrienden met de ´Hitch Hike Heidi´ ook op een walvis zijn gevaren. Het derde geval sinds ons vertrek. De details komen niet goed door maar in ieder geval is de duo generator beschadigd, een generator die met een schroef onderwater stroom opwekt. Het is bij hen echt de wet van Murphy aan het worden. Een motor die niet wil starten en nu hun enige resterende stroomvoorziening voorgoed uitgeschakeld. Met de harde wind in het vooruitzicht geen prettig idee. Folkert en Stefanie varen met hun twee kinderen. Wij zitten voorlopig nog in een gebied met nauwelijks wind hoewel dat geen dagen meer kan duren. René heeft de weerkaarten bestudeerd en er komen drie depressies onze richting uit. We proberen aan de onderkant, het lage drukgebied draait tegen de klok in, mee te liften en met wind van 20/25 knopen de goeie kant uit te gaan. Niet boven de 35 graden noorderbreedte gaan zitten is nog steeds het advies. In de ochtend draaien we nog wat mijlen met de motor bij om de accu´s goed vol te houden. Al dagen lang worden we gevolgd door kleine groepen vogels. We slaan de boeken er maar weer eens op na en zien dat het ´little shearwaters´zijn. ( kleine waterscheerders) De Nederlandse benaming moeten we schuldig blijven. Ze hebben een spanbreedte van 62 cm, bruine bovenkant en staart en verder veel wit met een grappig kopje. Ze staan er om bekend, dat ze schepen en jachten volgen. Zodra ze op het water landen steken ze hun koppie helemaal onder water op zoek naar voedsel. Door vaak over het water te turen ga je steeds meer dingen zien, net als in de natuur op het land. Je krijgt er een ´oog ´voor. Gidsen in safariparken in Afrika, die ervaren bush boys, zijn daar een goed voorbeeld van, ze hebben het wild al lang gespot terwijl de doorsnee safari toerist nog nauwelijks weet waar hij kijken moet. Wat is de oceaan toch vervuild dacht ik vanmorgen, je ziet steeds meer plastic flessen en zat me al weer aardig op te winden, Maar met de regelmaat waarmee de flessen voorbij kwamen kreeg ik toch m´n twijfels. De verrekijker hielp me uit de boze droom, het waren Portugese oorlog schepen en dan heb ik het niet over die grote grijze gevaartes met kanonnen, we zitten niet in de Portugese territoriale wateren. Nee , het zijn kwallen die ze zo noemen en heb geen idee hoe ze aan die naam gekomen zijn. Waarschijnlijk uit de tijd van de zeilende oorlog schepen. Ze drijven niet, nee ze zeilen, met behulp van een blauw, roze en purper pastel kleurig ´zeiltje´ dat ze kunnen opzetten en laten zich met de wind meedrijven. Hun lange tentakels door het water meeslepend. Ze kunnen wel vier meter lang worden en ze zijn behoorlijk giftig. Als je er door gebeten wordt, moet je de huid in de omgeving van de beet met ruim alcohol schoonmaken, gin, rum of wodka volstaan in dat geval. Niet dus, daar hebben wij andere bestemmingen voor! Even maar niet zwemmen hier in het diepe.
Beer.
zaterdag 26 mei 2012
Zaterdag 26 mei, 306de dag.
Slechts 4.6 mijl in de vier uur dat ik m´n wacht loop. Dan doet René het beter met 16 mijl in de ochtend wacht. Enkele dolfijnen doen hem opkijken uit zijn Sudoka ´denk je rot´opgave. Om 08.00 uur luisteren we naar de Nederlandse zeiler Henk met zijn ´netje´van zeilers op de SSB. Door al het gepiep, gekraak en geruis horen we toch dat de ´Zeevonk´ nog maar 130 mijl van Horta zit en ze hebben een gunstige wind. Zo, die kunnen zondag aan het bier in café ´Sport´. Ook dichtbij de Azoren is de ´Hitch Hike Heidi´. Ze kampen met motor problemen en vragen assistentie bij het binnenlopen van de haven van Horta. Nog een Nederlands schip meldt zich bij Henk, de ´Imseme´Ze zijn een aantal dagen geleden uit St.Maarten vertrokken en varen in één ruk door naar Rotterdam. De wind zakt verder in, er zit nog beweging in het schip maar daar is dan ook alles mee gezegd. Twee mijl per uur over zacht kabbelend water. De lange deining tilt ons op en laat ons weer zakken, een sloom makend ritme. Enkele sierlijke zeevogels met witte buikjes cirkelen al geruime tijd om ons heen. Ze zweven geruisloos van nergens naar nergens, dan weer strijken ze op het water neer om even later weer het luchtruim te kiezen, gespitst op iedere kleine beweging in het water die iets eetbaars onder het wateroppervlakte verraadt. Dan, out off the blue, letterlijk en figuurlijk, René komt net met een bordje boterhammen naar boven, zwemt er een walvis naast onze boot op een afstand van tussen de vijf en tien meter. Hij of zij kwam van tegengestelde richting en we hebben niets zien aankomen. Maar goed daar is ze dan en het lijkt wel of ze nieuwsgierig is. We zien het enorme lichaam draaien en even onze kant uitkomen. Ze geeft mij net even de tijd om het filmcameraatje te pakken en haar gracieuze bewegingen vast te leggen. Snel pakken we wat gegevens en afbeeldingen erbij en denken dat het een Sperm Whale is waarvan de volwassen exemplaren tussen de 11 en 18 meter lang kunnen worden. Onze tijdelijke buurvrouw, laten we het maar op een vrouwtje houden, was zeker zo lang als de ´Robeyne´. Het was echt een cadeautje en we hopen natuurlijk nog meer exemplaren te mogen zien. Sinds gisterenmiddag 16.00 uur hebben we 32 mijl afgelegd, altijd nog meer dan één mijl per uur zegt René optimistisch! We moeten er nog 1368. Het is zaterdagmiddag en tijd voor de ´tobbe´ . Ga maar eens even lekker poedelen op het voordek, René wilde vrijdagavond al schoon het weekend ingaan, zijn wasbeurt zit erop. Gelukkig zit er nog zoet water in de douchezak om het zout eraf te spoelen.
Beer.
Beer.
vrijdag 25 mei 2012
Vrijdag 25 mei 305de dag.
Oh, die hamburgers waren heerlijk, met gebakken aardappeltjes, vette klodders mayonaise en roerbak groente. René had er weer iets lekkers van gemaakt. Adèle inspireert hem altijd tijdens het koken en 'happy hour' M'n trouwliedje schalt over de oceaan ' To make you feel my love' en even voel ik tranen in me opkomen. Nog geen twee maanden na je trouwen er voor een jaar tussenuit piepen, om een stukje te gaan zeilen! Ja, ja.! De oceaan is rustig, alsof we op een late zomermiddag, na een harinkje te hebben gegeten op Urk, in het zwoele avondzonnetje naar Parkhaven terug zeilen. Trouwens, gisteren waren we tien maanden onderweg, nog twee te gaan. Voor we het in de gaten hebben is het alweer donker. De zeiltjes krijgen net genoeg wind om vol te blijven. Twee knopen, meer zit er niet in. We komen in het gebied waar de Nederlandse zeilboot 'Outer Limit' op een walvis stuiterde en werd verlaten door haar bemanning omdat het wel erg nat werd binnen. Nog geen week geleden. De nacht is donker, de maan slechts een iel streepje. Bij het ochtendgloren zit m'n wacht erop en neemt René over. De motor gaat aan want de wind is helemaal op. 'Slaap je al' roept hij even later,' er drijft iets in de verte'. We verleggen de koers en turen door de verrekijker. 't Zou zomaar een reddingsvlot kunnen zijn. Dichterbij zien we dat het een boei is, een grote rode boei. Moet ergens los geslagen zijn is onze mening, straks Bermuda Radio via een relay maar even waarschuwen en de positie van dat ding opgeven. Daar wil je 's nachts niet tegen aan knallen toch! Hier kunnen geen boeien liggen, de oceaan is hier ruim vier kilometer diep. Als we vlakbij zijn staat de dieptemeter plotseling op 46 meter!!! Onder ons moet de top van een 'onderwaterberg' zijn. Op de digitale zeekaart kunnen we niks ontdekken. Een uur later zien we weer wat drijven aan de horizon, dit keer wit. 't Zou zomaar een reddingsvlot kunnen zijn! Dichterbij weer een boei, nu wel op drift, een kleine, waarschijnlijk van een visser. Na vier uur gaat de motor weer uit. Niet dat er wind is, maar we moeten brandstof sparen. Maximaal kunnen we vijf dagen motoren, goed voor een afstand van 500 mijl. De afstand naar Flores/ Azoren is nog 1400.
In de verte spuit een walvis, kom 's dichterbij jongens, wij willen ook wel eens een beetje afleiding.
Beer.
In de verte spuit een walvis, kom 's dichterbij jongens, wij willen ook wel eens een beetje afleiding.
Beer.
donderdag 24 mei 2012
Donderdag 24 mei 304de dag.
Een bijzonder rustige nacht. We glijden met drie knoopjes door een steeds rustiger wordende oceaan. In de vroege ochtend contact met Robert van de ´Timpetee´. Ze zitten 30 mijl zuidelijk van ons en alles is wel aan boord. We veranderen de zeilvoering naar twee voorzeilen op de bomen en het grootzeil strak in het midden om het slingeren te dempen. Radio Bermuda nog steeds te ontvangen op de marifoon, alsof we vlak bij het eiland varen. De 220 mijl die we sinds ons vertrek hebben afgelegd zijn blijkbaar geen belemmering voor de sterke zender. De dag begint met een zonnetje en eindelijk kunnen we alle natte spullen gaan drogen. Heupwiegend vervolgt de 'Robeyne' haar weg door de zacht golvende deining. De eindeloze leegte heeft een rustgevend effect. Het is goed zo. We wisten dat we door gebieden met weinig tot geen wind heen moesten en het komt dan ook niet als een verrassing. De depressies zijn op veilige afstand. De twee en een halve knoop die we nu maken zijn altijd nog 60 mijl in een etmaal. Volgens de gribfiles houden we dit tot dinsdag. Als het klopt hebben we dan 25 knopen wind. Onze koers op de grootcirkel route is 85 graden.
We slepen weer een lijntje achter ons aan om te zien of we een visje kunnen verschalken. Zo niet, worden het vanavond hamburgers.
Beer.
We slepen weer een lijntje achter ons aan om te zien of we een visje kunnen verschalken. Zo niet, worden het vanavond hamburgers.
Beer.
woensdag 23 mei 2012
Woensdag 23 mei 303de dag.
De nacht was koud en donker door de zware bewolking. Buiten zitten is onaangenaam. Binnen met een boek, is beter. Een roman over een Zweedse aristocratische familie, over eeuwig zingende bossen, elanden en lange winters met sneeuw en grote manshoge open haarden met knappend vuur. Om de tien minuten terug naar de werkelijkheid, in de regen de donkere nacht in turen en ontdekken dat we helemaal alleen zijn. Dan gauw terug naar het platteland van Zweden met het knappende haardvuur en de grote bellen rode wijn. René zet in de nacht het kuiptentje op, althans voor de helft. Aan de windzijde hebben we zo een beetje bescherming. De ochtend brengt een loodgrijze oceaan, grijzer dan onze Noordzee in de herfst. Aanhoudend regen. Koers 70 graden, positie 33.28 N en 62.23 West. Barometer 1023 millibar. In de middag zwakt de wind af naar acht of negen knoopjes. De snelheid loopt terug naar drie knots. Nog 1549 mijl naar Flores. Herb afgeluisterd om 15.30 uur, geeft niet veel meer informatie dan we zelf met de Gribfiles kunnen binnenhalen. Niet boven de 35 graden noorderbreedte gaan varen is zijn advies.
Beer
Beer
dinsdag 22 mei 2012
Van 21 mei tot 22 mei 302de dag.
De maandag is een lummel dagje, gelukkig vinden we een douche waar we dankbaar gebruik van maken. Het plan, na bestudering van de weerkaarten, is om dinsdag te vertrekken. De hele dag regen. In de middag maar weer in de kroeg, wat mailen en skypen. Later in de middag komt Robert naar de boot. Ook hij wilde dinsdag losgooien. Hij is duidelijk aan het twijfelen over het vertrek. Hij heeft er geen goed gevoel over. Er zijn nogal wat dingen gebeurd die hem wat onzeker hebben gemaakt. Een vriend van hem is van zijn schip gehaald met ernstige bloedvergiftigings verschijnselen. Er zijn twee zeilschepen, op weg naar de Azoren in aanvaring gekomen met een walvis, waarvan één, de `Outer limit´ een nieuwe Hanse, door de bemanning is verlaten omdat het lek geslagen was. Ze zijn aan boord genomen van een marine schip. De 'Outer Limit' drijft nog en de coördinaten worden door Bermuda Radio opgegeven en aan zeilschepen wordt verzocht goed uitkijk te houden. Zo'n onverlicht obstakel wil je 's nachts niet tegenkomen. Dan is er nog een tropical storm opkomst richting Bermuda. Al met al wel dingen om je zorgen te maken. Robert ziet René als een zeiler met veel ervaring en vindt het fijn met hem te overleggen. De weerkaarten worden nogmaals bestudeerd. De tropical storm 'Alberta' zal waarschijnlijk afbuigen en in kracht afnemen. De eerste dagen van vertrek zullen we genoeg wind ondervinden, belangrijk is het hogedruk gebied te mijden. We kunnen maar hooguit zes of zeven dagen vooruit zien. De oversteek, van minimaal drie weken, kun je nou eenmaal niet plannen. Windstiltes of stormen, je kunt er niet omheen. Je moet er maar mee dealen. En dan die walvissen... statistisch is de kans nu voor ons bijna nihil. Oké, Robert is ervan overtuigd en gerustgesteld. We besluiten regelmatig marifoon contact met hem en Anna te houden. We drinken ons laatste biertje in de kroeg en zijn bijtijds terug aan boord. Dinsdagochtend, het heeft de hele nacht geplensd en de wind staat nog steeds pal op de kade. Snel boodschappen doen ( duur hoor Bermuda!) door naar de douane om uit te klaren en dan naar de diesel steiger om af te tanken. Er liggen al drie schepen te wachten. Als we eindelijk aan de beurt zijn proberen we van lagerwal weg te komen. Vol gas met een spring, het lukt maar nauwelijks. Met volle water en diesel tank gooien we los en beginnen aan onze toch van ruim 1800 mijl naar de Azoren. Buiten staat een dikke zeven en een wilde onstuimige zee. We stuiven er vandoor en binnen no time is Bermuda uit het zicht verdwenen. Het tweede rif gaat in het grootzeil en het fokje is maar voor de helft uitgerold. We lopen tussen de zes en zeven knopen. Koers noord-oost. Alles is nat, van de regen en het overkomende water, binnen vochtig en klam. Nog even en we gaan onze eerste nacht weer in.
Beer.
Beer.
Zondag 20 mei, 300ste dag.
Als we op de bus staan te wachten om
deze dag maar eens het eiland te gaan verkennen, komen we de happy
family van de ´Zsa-Zsa' tegen. Allemaal diep verzonken in hun
laptopjes. Het weerzien is hartelijk en de verhalen worden
uitgewisseld. George toont ons een filmpje wat hij, heel
professioneel, gemaakt heeft van de zeilwedstrijden in Antigua, met
Parkhaven buren en vrienden Bauke en Ruud in een glansrol. Kijk maar
naar hun blog, het is een spannend stukje zeilen. De bus komt eraan
en wij laten ons over het eiland toeren. Alle huizen zijn in
pasteltinten, niet één uitgezonderd, zelfs de bus waar we inzitten
is zachtroze. In Hamilton, de hoofdstad stappen we uit en nemen de
snelle ferry naar de Royal Naval Dockyard, waar ook de grote Cruise
schepen liggen. Even later lopen we door een geweldig museum. The
National Museum of Bermuda. De hele, vooral maritieme geschiedenis
van Bermuda in woord en beeld met prachtige schilderijen. Een daarvan
trekt de aandacht, twee zeilclippers die een droogdok op sleeptouw
hebben. Nooit heb ik geweten dat ze dat vroeger zo deden. Het
droogdok is van Engeland naar Bermuda gesleept. Buiten het museum is
een soort dolfinarium waar de getrainde dolfijnen hun kunsten laten
zien. Het is ongelofelijk wat ze deze dieren allemaal kunnen leren en
de kinderen kijken hun ogen uit. Tapbier hebben ze in een kroeg met
mooie naam 'The Frog and Onion'. Ze smaken zoooo.. lekker dat we
bijna de laatste bus missen, bijna dus en het is al goed donker als
we terug aan boord zijn.
Hier nog wat fotoos van de afgelpen tijd.
Beer.
Hier nog wat fotoos van de afgelpen tijd.
Zaterdag 19 mei 299ste dag.
Beer.
zaterdag 19 mei 2012
Vrijdag 18 mei 298ste dag.
René neemt de avondwacht tot 24.00
uur, (we hebben het nog even over donderdagavond) , dan kan hij
daarna, tijdens mijn wacht een paar uur slapen. Om middernacht is het
nog vier en een half uur naar de aanloopboei. Daar zou ik hem roepen
om samen de toch wat lastige entree te bekijken. Als het goed is zal
het dan net licht worden. Aan stuurboord van ons zit nog een
zeilboot. De lichtjes van Bermuda twinkelen uitnodigend in de donkere
nacht. Om 02.30 uur worden we opgeroepen door Bermuda Radio. Ze
vragen ons het hemd van het lijf. Alle vragen die je normaal moet
invullen bij de customs op lange formulieren moeten nu boven tafel
komen. René moet z´n bed uitkomen en in de paperassen duiken en
alle nummers van SSB zender, marifoon etc. doorgeven. Gelukkig
blijven ze aardig en geduldig, wij ook trouwens. We worden verzocht
ons bij de aanloopboei nogmaals te melden i.v.m de smalle uitgegraven
doorgang door het rif. De zon is nog lang niet op maar in het oosten
kleurt de lucht scharlaken rood tegen een steeds lichter wordende
hemel, net genoeg om de smalle ingang veilig door te varen. Eenmaal
in de kom gaan de zeilen naar beneden en scharrelen we rustig naar
het douane kantoor en leggen de ´Robeyne´aan de kade voor de deur.
Achter ons komt een grote Wharram
catamaran en probeert ook aan te leggen. Door de harde wind gaat de
manoeuvre niet geheel volgens het boekje en we moeten bijspringen met
fenders om de boel heel te houden. Het blijkt een Frans echtpaar met
hun twee kinderen. In het kleine douane kantoortje, waar we met z´n
allen even moeten wachten vertelt hij dat ze een wereldreis van vijf
jaar achter de rug hebben en net als wij op de terugreis naar Europa zijn.
Hun boot was al een keer rond geweest toen ze hem kochten en nu staan
de volgende eigenaren in Frankrijk al weer te popelen om met dit
bijzondere vaartuig de wereld te gaan verkennen. ´Have you been in
French Polynesië' vraag ik hem. Domme vraag natuurlijk als je weet
dat ze de wereld rond gegaan zijn. De ogen in zijn door zon en zout
verweerde kop beginnen te glimmen, 'Of korze ai gef bien in
Polynesië' en z'n vrouw valt hem bij, 'ze Pazifiek, oh la,la,la, ze
moost beautifulle of ze hool triep. En ze noemen een heleboel
exotische namen van eilanden als Tahiti, Bora Bora en Moorea. De
ambtenaar van de douane haalt ze uit hun zoete herinneringen en
overhandigt ze een lange lijst die ingevuld moet worden . Na voldaan
te hebben aan alle bureaucratische verplichtingen verkassen we naar
een andere kade vlak voor een restaurant. Het is inmiddels halfzeven
en we verrekken van de honger. Eieren met spek gaan de pan in en even
later zitten we te schranzen. We hebben 846 mijl gevaren in acht en
een halve dag, geen spectaculair gemiddelde, wel blij dat we even
deze tussenstop kunnen maken. Voor het weekend wordt naar weer
voorspeld met regen, voorlopig maar even blijven liggen dus.
Ondergetekende duikt nog even z'n kooi in om wat achterstallige slaap
in te halen. René gaat de omgeving verkennen op zoek naar WiFi
mogelijkheden en vers brood. In de middag maken we een wandeling door
St.George, erg toeristisch maar wel heel grappig en vriendelijk. Veel
Amerikanen en Canadezen. Voor hen is Bermuda maar een paar uur
vliegen. Ook gaan we op zoek naar iemand die kan lassen. De brug waar
de zonnecellen op zitten is op drie van de vier laspunten gebroken.
René zijn provisorische reparatie is voldoende, beter echter is het
om de zaak voor de oversteek goed en stevig gelast te hebben. We
treffen iemand die ons belooft in de middag te komen kijken. Na snel
wat boodschappen te hebben gedaan zijn we terug aan boord maar wie er
ook komt , geen meneer die komt lassen. Wel staat er een vrolijke
jongeman op de kade naar ons schip te kijken en even later zit hij
binnen. Een rasechte Zeeuw die al zeven jaar van huis is. Direct na
zijn opleiding als machinist heeft hij ouders en vriendin vaarwel
gezegd en zwerft met z'n stalen zeeschouwtje met de romantische naam
'Rotop” over de wereldzeeën. Hij heeft geen gouden, maar platina
handjes en vindt overal wel ergens werk. Lekkende toiletten,
haperende motoren, gescheurde zeilen, halsstarrig weigerende
elektronica, Martijn weet overal raad op en wat z'n ogen zien maken
z'n handen weer heel. Daarbij vindt hij alles leuk, als het maar oud
of stuk is. Nieuw is niet interessant, daar heeft ie niks mee. Veel
te saai. In Nederland heeft hij een veertien meter lang Colin Archer
stalen casco gekocht en dat wordt zijn nieuwe schip. Gelijk met ons
wil hij begin volgende week met het schouwtje oversteken om het in
Nederland te verkopen. Zijn vader in Bruinisse zal er voor gaan
zorgen. Hij gaat alleen, misschien sla ik de Azoren wel over en zeil
ik direct naar Zuid Engeland! Hij zit nergens mee. Eind van de middag
stapt hij van boord nadat we nog even z'n e-mail adres hebben
genoteerd. Hij wil nog even met de 'Rotop' naar een andere baai en
een half uur later komt ie met vol tuig onze kant op zeilen om zijn
bootje te laten zien. We liggen vlak achter een gevaarlijk rif wat
nog maar net onder het wateroppervlak zit. Hij maakt een
spectaculaire gijp en wil via een andere uitgang de havenkom weer
verlaten. Mensen op het terras denken dat hij de uitgang via het rif
gaat nemen en schreeuwen hun longen uit hun lijf om hem te
waarschuwen hetgeen wij ook doen. Maar Martijn is niet gek, hij weet
precies wat hij doet en stuurt behendig vlak langs de gevaarlijke
ondiepte, lachend zwaait hij ons na en de mensen op het terras halen
opgelucht adem, wij ook trouwens. Met happy hour komen Robert en Anna
voor een rumpunch bij ons aan boord. Robert, de schrijver van het
boek 'Ehe Rau' ( Tamelijk Ruw ) en zijn vriendin kennen we van ons
verblijf op de Isles des Saintes waar we met de crew van de 'Nubia'
op een onbewoond eilandje hebben gebarbecued. Het wordt knoepert
gezellig en ze blijven maar gelijk eten. René doet z'n best en de
kok wordt eer aan gedaan. Middernacht gaan ze hun eigen schip
opzoeken en we spreken af nog contact te hebben over de vertrekdag.
Ook zij willen snel aan de oversteek gaan beginnen.
Beer.
vrijdag 18 mei 2012
Donderdag 17 mei 297ste dag
In de avond en nacht krijgen we meer wind. Om 04.00 uur moet de spi d´r af. Kunnen geen koers houden, aanwakkerende wind. René zet de twee voorzeilen in de passaat stand. Zo, dat gaat een stuk beter, alles weer onder controle en qua snelheid leveren we nauwelijks in. De AIS alarmeert, een containerschip op weg naar Gibraltar gaat op anderhalve mijl achter ons langs. Nog 126 mijl naar Bermuda. Met dit vaartje zijn we er over 24 uur, nog donker dus. Wat afzwakkende wind zou ons welkom zijn. De Gribfiles geven echter juist meer. Tegen de tijd dat we er zijn zullen we maar zeil minderen. De aanloop in het donker is wel te doen, alles is goed betond. Om 08.00 uur luisteren we ´Henk´ weer uit op z´n SSB netwerkje en noteren alle posities van de aangemelde zeilschepen. We vergelijken de opgegeven posities met die van gisteren zodat we een idee hebben hoeveel mijlen de collega zeilers zoal gemaakt hebben. De afstanden variëren van 43 tot 179 mijl. Wij doen het zo slecht nog niet met de gemiddelde 120 mijl van de laatste etmalen. Boardtime nu 16.45 uur. De afstand naar St.George/Bermuda 52 mijl. ETA 04.00 uur vrijdag 18/5. 'Herb' net afgeluisterd, er komt veel wind bij Bermuda. Hopelijk net op tijd binnen.
Beer.
Beer.
woensdag 16 mei 2012
Woensdag 16 mei 296ste dag
Hoe zijn we toch zo gek gekomen zeg ik tegen René als hij me om middernacht wakker maakt. Wat bezielt ons om dagenlang elkaar twee keer per nacht ruw uit zoete dromen te wekken, om vervolgens als een zombie in zo´n koud kuipje een beetje duf voor je uit naar de donkere horizon of naar een miljard onbereikbare sterren gaat zitten loeren, waarvan er altijd wel één knippert, maar dat is dan ook een vliegtuig. Morgen maken we een nieuw wachtschema is z´n antwoord. We gaan gewoon alle twee slapen er is toch niks te zien. Dat klopt, al vele dagen en nachten zijn we de enige op de lege oceaan, op dat ene vrachtschip na, kort na ons vertrek van de B.V.I. en dat voer op 8 mijl afstand aan ons voorbij. Solo zeilers zullen dat zeker doen onder deze omstandigheden, lekker gaan pitten en ´s morgens gezond weer op. Nou ja, op een paar nachtelijke ´look outs´ na dan. Zo´n nacht is het nu ook, ver van de scheepvaart routes met een heel rustig en stabiel nachtbriesje glijden we door een maan verlichte sterrennacht. Snelheid op het log, vier knoopjes. Golven en deining op de vlucht. Het klotsen van het water langs de romp van de ´Robeyne´ en het zacht zoemen van ons windmolentje de enige geluiden, oh ja, en natuurlijk het vredig snurken van René in de bakboord kooi, ach, en dan vergeet ik nog het moeizaam kreunen van de stuurautomaat, ook zo´n vertrouwd geluid. Rustig binnen zitten met een boek van Siebelink, Khalid Boudou, Adriaan van Dis of Joost Zwagerman om er maar enkele te noemen. Duizenden boeken kunnen er op zo´n plat E-readertje, in wat voor een tijd zijn we beland. De uren gaan traag voorbij, af en toe even boven kijken, alles onder controle, sinaasappeltje oppeuzelen en dan René maar weer wekken. Logboek invullen, UTC tijd, kompaskoers, barometerstand, windkracht en richting en onze positie: 28.47.18 Noord en 64.18.59 West. Bijzonderheden: geen. Om 08.00 luisteren we nog even naar het netwerkje van Henk, die o.a contact heeft met de Nederlandse catamaran 'Zeevonk' ( zagen we op St.Maarten ) waar Joke informatie geeft over hun positie en het weer aldaar. Ze zitten 532 mijl noord-oostelijk van ons en nog 1400 mijl vanaf de Azoren met een frustrerende lichte tegenwind. De rest van de dag hebben ook wij heel weinig wind, eigenlijk te weinig om fijn te zeilen, maar weer teveel om de motor te gebruiken. Geduld, geduld moeten we hebben, het 'ware zeilen' beleven, vroeger hadden ze geen motoren en toch kwamen ze er ook. Bermuda nog 192 mijl, snelheid krap 3.5 knoop, ideale snelheid om te vissen. Later in de middag zetten we de spinnaker, een fraai gezicht dat wel, veel sneller gaan we er niet mee.
Beer.
Beer.
dinsdag 15 mei 2012
Dinsdag 15 mei 295ste dag
Het blijft toch een fascinerende belevenis met een zeilschip te varen in de donkere nacht. De gangboorden diep in het water, de spuigaten lozen de overtollige ballast met veel kabaal. De mast met het schijnsel van het drie kleuren toplicht zwaait langs de sterrenhemel. We jakkeren maar door, mijlen maken. Bermuda nog maar 283 mijl staat er op de display van de GPS.
Tot twee maal toe wordt de genua voor de fok verwisseld vanwege de veranderlijke windkracht. Het schip is inmiddels zo eigen dat ook ik alle handelingen in het donker aan kan. Voor René was dat al vanzelfsprekend. We komen duidelijk noordelijker te zitten, de wacht van 04.00 – 08.00 uur heeft al een uur na aanvang voorzichtig licht. Om 08.00 uur luisteren we naar een zogenaamd 'netje' van een aantal zeilers die afgesproken hebben dagelijks rond dit uur even contact met elkaar te hebben. Een vaart 400 mijl ten noorden van het eiland St.Helena op weg van Kaapstad naar de Azoren. We noteren de info die ze aan elkaar doorgeven betreffende windsterkte, richting en golfhoogten. De omstandigheden zijn bij geen van alle extreem, net als bij ons. In de ochtend wat sluierbewolking en de wind neemt wat af en komt niet meer boven de 20 knopen. Na de lunch zijn de wolkenluchten verdwenen en midden in het strakke blauw schijnt de zon uitbundig over de eindeloze, uitgestrekte en stille diepblauwe oceaan. Buiten het lezen op de e-reader kan ik ook eindeloos turen over de hoge deining naar de horizon of kijken hoe ons schip over de nauwelijks woelige baren haar weg vervolgt. Proberen de beelden op te slaan in het geheugen, alles ten behoeve van toekomstige herinneringen. Tenslotte komt er ooit een einde aan onze bijzondere reis, een jaar is zo voorbij.
Beer.
Tot twee maal toe wordt de genua voor de fok verwisseld vanwege de veranderlijke windkracht. Het schip is inmiddels zo eigen dat ook ik alle handelingen in het donker aan kan. Voor René was dat al vanzelfsprekend. We komen duidelijk noordelijker te zitten, de wacht van 04.00 – 08.00 uur heeft al een uur na aanvang voorzichtig licht. Om 08.00 uur luisteren we naar een zogenaamd 'netje' van een aantal zeilers die afgesproken hebben dagelijks rond dit uur even contact met elkaar te hebben. Een vaart 400 mijl ten noorden van het eiland St.Helena op weg van Kaapstad naar de Azoren. We noteren de info die ze aan elkaar doorgeven betreffende windsterkte, richting en golfhoogten. De omstandigheden zijn bij geen van alle extreem, net als bij ons. In de ochtend wat sluierbewolking en de wind neemt wat af en komt niet meer boven de 20 knopen. Na de lunch zijn de wolkenluchten verdwenen en midden in het strakke blauw schijnt de zon uitbundig over de eindeloze, uitgestrekte en stille diepblauwe oceaan. Buiten het lezen op de e-reader kan ik ook eindeloos turen over de hoge deining naar de horizon of kijken hoe ons schip over de nauwelijks woelige baren haar weg vervolgt. Proberen de beelden op te slaan in het geheugen, alles ten behoeve van toekomstige herinneringen. Tenslotte komt er ooit een einde aan onze bijzondere reis, een jaar is zo voorbij.
Beer.
maandag 14 mei 2012
Maandag 14 mei 294ste dag
De windrichting geeft nog geen aanleiding om koers te zetten naar de Azoren. Voorlopig dus maar fijn naar het noorden, waar we Bermuda op ons natte pad zullen kruisen. Sinds gisteren avond is de wind dik twintig knopen en de zeeën bouwen zich alweer aardig op. De hele nacht hielden we deze straffe wind en het was een lust voor het oog om de 'Robeyne' door de golven te zien ploegen. Wanneer het lukt Bermuda te bereiken biedt dat voordelen. We kunnen opnieuw vers eten inslaan en de water en diesel tanken afvullen voor de ongeveer 1800 mijl die we dan nog voor de boeg hebben. Het leven aan boord gaat met ijkpunten die houvast geven aan de vaak eentonige dagen op een lange oversteek. Zoals vandaag, we zitten op de helft van de 860 mijl naar Bermuda en kunnen gaan aftellen. Kleine, op het eerste gezicht onbelangrijke zaken worden op zee meer uitvergroot. Heb je avond of de nachtwacht of ben je aan de beurt voor koken of kan je lekker in de kuip blijven zitten tot de plate service wordt opgediend. Ook de e-mails via de SSB binnengehaald met berichten van thuis worden gretig gelezen en geven weer stof voor gesprek. Simpele dingen die thuis niet opvallen worden op een heftig bewegend schip een heel issue. Eten klaarmaken bijvoorbeeld, voor de broodnodige verse groente stond ik gisterenavond selderij te snijden en zo'n bos vasthouden lukt nog wel maar alle kleine afgesneden stukjes rollen ogenblikkelijk van de tafel of het piepkleine aanrecht. Daarbij moet je jezelf ook nog proberen een beetje staande te houden. Alles, maar dan ook alles wat je loslaat vliegt direct onder je handen weg. Bij de afwas zelfde problemen, het water klotst uit ons afwasteiltje en nog voor dat je begonnen bent is het al voor de helft leeg. Ach, het is klein ongerief en alles duurt wat langer maar het hoort erbij en we zullen het nog wel erger te verduren krijgen.
Beer.
Beer.
zondag 13 mei 2012
13 mei 293ste dag.
De afgelopen nacht was uitermate rustig en we gleden heel gerieflijk door een kalme oceaan. Veel mijlen maakten we niet, het log kwam niet boven de drie knopen maar we hebben geen haast. Om beurten zitten we onze wacht uit en genieten elk op onze eigen manier van de nacht in de tropen. Met muziek, een boek of gewoon maar zitten en kijken. De maan doet het water glinsteren en de slome lange oceaandeining doet ons varende huisje schommelen. Het is de maan uit de ´sprookjes van duizend en één nacht´ en niet de maan van ´zie de maan schijnt door de bomen´ althans de temperatuur helpt bij dat verschil. Het zijn grenzeloze belevenissen en die rustige en stille uren alleen in het kuipje zijn dan ook goed voor overdenkingen van allerlei aard. Vanzelfsprekend neemt het thuisfront daar een belangrijke plaats in en ´afstand vergroot de liefde´ las ik in één van de boeken die de laatste dagen door m´n handen gingen. De zonsopkomst is in de kleuren rood, geel en oranje, gelijktijdig worden donkere wolken aan de horizon in het noordwesten zichtbaar. Een frontje? Bij de wisseling van de wacht om 08.00 uur gaat toch de motor maar bij. We moeten kruisen want de wind komt pal van voren. Er is veel blauw in de lucht met grote witte wolken , die als je er maar lang genoeg naar kijkt van alles beginnen voor te stellen. De rest van de dag verloopt zonder noemenswaardige gebeurtenissen, gewoon een zondagmiddagje zeilen op de oceaan. Terwijl ik me opsluit met een boek van Adriaan van Dis heeft René weer een nieuw project. Een piep, die als je de kraan gebruikt, moet uit de wereld. Als hij het hele console met de windmeters etc. los begint te maken denk ik er zo het mijne van...maar voordat ik m'n boek uit heb heeft ie het euvel alweer gevonden en demonstreert trots de lopende, geruisloze kraan. Dan is het weer tijd om naar Herb te luisteren op de SSB zender. We luisteren naar schepen die al bij de Azoren zitten en zo te horen in behoorlijk slecht weer terecht zijn gekomen. Ze vragen Herb om adviezen betreffende de te varen route. Het antwoord kunnen we helaas niet verstaan. Bij ons zijn de omstandigheden nog gunstig en het zal nog wel even duren voor we de westen winden gaan ontmoeten. Eerst nog maar even een paar breedtegraden naar het noorden zien te komen. Buiten lucht en water, waar je ook kijkt, mooie luchten maar vooral water, héél véél water!
Beer.
Beer.
zaterdag 12 mei 2012
Zaterdag 12 mei 292ste dag.
René trof het niet gisterenavond. Een heftige regenbui ranselde ons scheepje terwijl de wind haar deed voortsnellen met de snelheid van een op hol geslagen paard. Toen het geweld bedaard was, keerde de rust snel terug en opende zich een sterrenhemel die z´n weerga niet kent. Wel bleef het aan de horizon fel bliksemen, zowel voor als achter ons. Ook deze tweede nacht op zee bleef het gelukkig beperkt tot een schouwspel op verre afstand. Eens zullen we er toch midden in verzeilen.
Een groot vrachtschip gaat ons op acht mijl aan bakboord voorbij. Zijn bestemming is Rotterdam.
De mijlen tikken verder, maar omstreeks acht uur in de ochtend, tijdens het wisselen van de wacht moet de motor het toch overnemen van de wind. Een beetje stroom draaien gaat gelijktijdig en is geen overbodige luxe. Door de bewolkte luchten genereert ons zonnepaneel duidelijk minder dan bij uitbundige zonneschijn. Na enkele uren is de wind terug, heel voorzichtig dat wel. We moeten duidelijk in het zeeritme komen. Het tijdsbesef moet worden omgevormd. Na de lange periode met normale dagen en nachten is het weer even wennen. De fysieke tijden van uren, dagen en nachten vallen weg. Eten, drinken, wachtlopen en slapen zijn nu de belangrijkste elementen, daarbij proberen de meest rendabele snelheid uit de boot te krijgen. In de middag zitten we er dan midden in, de onweersbui! Het was al geruime tijd dreigend donker aan het worden. De wind trekt aan tot windkracht zeven en we reven de zeilvoering. Na de bui blijft er een mooie achttien knopen wind over maar we kunnen niet de gewenste koers houden. Althans voor de periode van een uur. Dit alles weer tijdens de wacht van René. Het is bijna 16.00 uur en mag ik weer. Het regenpak ligt al klaar.
René gaat achter de knoppen van de SSB zitten en luisteren of we Herb kunnen ontvangen. Daarna is het tijd voor happy hour en René z´n beurt om het eten te maken.
Beer.
Een groot vrachtschip gaat ons op acht mijl aan bakboord voorbij. Zijn bestemming is Rotterdam.
De mijlen tikken verder, maar omstreeks acht uur in de ochtend, tijdens het wisselen van de wacht moet de motor het toch overnemen van de wind. Een beetje stroom draaien gaat gelijktijdig en is geen overbodige luxe. Door de bewolkte luchten genereert ons zonnepaneel duidelijk minder dan bij uitbundige zonneschijn. Na enkele uren is de wind terug, heel voorzichtig dat wel. We moeten duidelijk in het zeeritme komen. Het tijdsbesef moet worden omgevormd. Na de lange periode met normale dagen en nachten is het weer even wennen. De fysieke tijden van uren, dagen en nachten vallen weg. Eten, drinken, wachtlopen en slapen zijn nu de belangrijkste elementen, daarbij proberen de meest rendabele snelheid uit de boot te krijgen. In de middag zitten we er dan midden in, de onweersbui! Het was al geruime tijd dreigend donker aan het worden. De wind trekt aan tot windkracht zeven en we reven de zeilvoering. Na de bui blijft er een mooie achttien knopen wind over maar we kunnen niet de gewenste koers houden. Althans voor de periode van een uur. Dit alles weer tijdens de wacht van René. Het is bijna 16.00 uur en mag ik weer. Het regenpak ligt al klaar.
René gaat achter de knoppen van de SSB zitten en luisteren of we Herb kunnen ontvangen. Daarna is het tijd voor happy hour en René z´n beurt om het eten te maken.
Beer.
vrijdag 11 mei 2012
Vrijdag 11 mei 291ste dag.
Voordat de nacht viel gisterenavond hebben we een rif gezet in het grootzeil en de genua wat ingedraaid. De wind stond stevig door en voor de nacht leek ons dit iets comfortabeler. De wachten ingedeeld, vier uur op en vier uur af, te beginnen om 20.00 uur. In de avond en nacht is er veel bliksem om ons heen maar gelukkig blijft het onweer op afstand. We hebben er totaal geen hinder van en is alleen maar mooi als natuurverschijnsel. De windrichting is nog steeds goed voor een koers naar Bermuda, zuid oost. De windstilte gordel, de beruchte 'paardenbreedtes' zitten aan stuurboord van ons. Nu koers zetten naar de Azoren zou niet verstandig zijn, we zouden er midden in komen. Het wordt al weer wat vroeger licht. Om half zes is de zee in al haar schoonheid al weer goed te zien. Drie witte vogels met lange staarten cirkelen om de 'Robeyne' . Angstvallig houd ik ze in de gaten, als ze maar niet op het zonnepaneel landen, naast de windmolen. Voor de zekerheid zet ik die maar even stop. We zitten inmiddels aan de rand van de Sargasso zee, de broedplaats van de paling. Grote velden geel/bruin wier in het diep blauwe water. De vislijn die achter de boot hangt moet regelmatig ingehaald worden omdat er weer zo'n sliert aanhangt. Van de 836 mijl naar Bermuda hebben we er inmiddels 131 afgesnoept. Overdag lezen we veel over het te varen traject in het boek van Herman Jansen en in The 'Atlantic Crossing Guide'. Tijdens de nachtwachten zijn de E-readers een geweldige afleiding. Nog nooit zoveel gelezen als in het laatste jaar. Het is opvallend rustig tot nu toe en we hebben sinds ons vertrek nog niet een stipje aan de horizon gezien. De nachtwacht mag derhalve ook proberen wat slaap te pakken middels het bij solo zeilers bekende eierwekkertje. Om de tien minuten rondkijken is veilig genoeg, binnen die tijd kan er geen schip binnen gevaren afstand komen, ook al lopen ze twintig knopen. De AIS waarschuwt op twee mijl afstand met een alarm waar je ook wel wakker van wordt. René probeert om 16.00 uur Herb te ontvangen maar dit keer is er veel storing. De Gribfiles geven voor zondag foute wind! Uit het noorden en met een kracht 5/6 beaufort. Zover is het nog niet, voorlopig gaan we lekker.
Beer.
Beer.
donderdag 10 mei 2012
Donderdag 10 mei 290 ste dag.
Ja, moest ik ook nog even langs een tandarts. De heerlijke dropjes die Marijke meebracht hebben hun tol geëist. Met de losse kroon in m´n achterzak zit ik woensdag bij de man in z'n stoel. Drie kwartier later sta ik weer buiten, vierhonderdzevenenveertig US $ lichter. Er komt een tekort aan tandartsen in de toekomst weet hij me te vertellen, heb je kleinkinderen vraagt ie, Laat ze tandarts worden ,toekomst verzekerd, ja, ja dan kunnen ze Opa boot wel vrij houden in de kroeg. In de vroege ochtend snel nog even naar de supermarkt, bakolie was vergeten. Gelijk nog maar even wat verse groente en fruit erbij. Terug a/boord gelijk anker op en naar de haven van de verhuurboten jongens. Sunsail, Moorings en Footlose zijn de bedrijven die hier samen honderden boten hebben liggen voor de verhuur. We worden erg vriendelijk ontvangen en kunnen gelijk aan de diesel steiger. Mogen we ook nog gebruik maken van hun luxe douches met, echt waar, warm water. Dat was dus een half jaar geleden! In januari in Suriname. Na nog twee honderd liter water te hebben ingenomen maken we los. 'Take care' roepen ze nog, ze weten dat we naar de Azoren gaan. Tijdens het uit de baai varen nog allerlei dingen doen, dingy leeg en op het voordek stouwen, stootwillen in de gangboorden vast binden. We waren zelfs vergeten te ontbijten. Laatste smsjes met thuis en familie.
We zeilen met vol tuig langs Tortola. De wind is oost-zuid-oost en sterk genoeg om vijf knopen te genereren. Gaan ten westen van het eiland Jost Van Dijke langs en zetten koers noord uit. Wind 15/20 knopen, golfhoogte anderhalve meter. Grijze lucht. Omelet voor de lunch en langzaam verdwijnen de Britse Maagdeneilanden achter ons, opgeslokt door de grijze wolken. We zijn op weg, begonnen aan de terugreis. Mijl na mijl lopen we soepel door de oceaan. In de verte komen regelmatig buien tot ontwikkeling. Eind van de middag luistert René op de SSB naar HERB,hij is een Canadees en verzorgt weer informatie voor bootjes zoals wij die de oceaan over gaan steken.
Bij Florida stormt het, in onze omgeving ziet het er goed uit. Zal proberen elke dag even wat te schrijven, dan zal René proberen het te verzenden. Buiten zitten is heerlijk, binnen is het warm en vochtig en we schommelen behoorlijk, tot morgen
Beer
We zeilen met vol tuig langs Tortola. De wind is oost-zuid-oost en sterk genoeg om vijf knopen te genereren. Gaan ten westen van het eiland Jost Van Dijke langs en zetten koers noord uit. Wind 15/20 knopen, golfhoogte anderhalve meter. Grijze lucht. Omelet voor de lunch en langzaam verdwijnen de Britse Maagdeneilanden achter ons, opgeslokt door de grijze wolken. We zijn op weg, begonnen aan de terugreis. Mijl na mijl lopen we soepel door de oceaan. In de verte komen regelmatig buien tot ontwikkeling. Eind van de middag luistert René op de SSB naar HERB,hij is een Canadees en verzorgt weer informatie voor bootjes zoals wij die de oceaan over gaan steken.
Bij Florida stormt het, in onze omgeving ziet het er goed uit. Zal proberen elke dag even wat te schrijven, dan zal René proberen het te verzenden. Buiten zitten is heerlijk, binnen is het warm en vochtig en we schommelen behoorlijk, tot morgen
Beer
woensdag 9 mei 2012
Vertrek Marijke en voorbereiding oversteek
Van 6 mei tot 10 mei 290ste dag
De zondag van de zesde mei is bijna
zoals een zondag thuis kan zijn. Bijna de hele dag regen en het is
gelijk een stuk frisser, 28 graden! Marijke denkt al aan een vestje.
We vullen de dag met klusjes. Allereerst hijsen we René de mast in
na hem dubbel te hebben geborgd. Buiten het controleren van het
staande wand moeten de lagers van de rolfok gesmeerd worden. Verder
zit de radar reflector los en bij elke golfbeweging maakt ie een
irritant geluid. Na een halfuurtje werk en van het uitzicht te hebben
genoten staat hij weer aan dek. Zo, dat was het eerste van ons
lijstje ´things to do´ voordat we aan onze lange terugreis gaan
beginnen. De middag ruimen we de boot eens goed op en komen nog een
aantal zaken tegen van Coen, die Marijke mee zal nemen naar
Nederland. We blijven gezellig aan boord en toveren weer een lekker
maaltijd van de laatste verse ingrediënten. De avond is voor muziek,
René heeft zoveel gedownload dat we naar zeven verschillende
uitvoeringen van het Ave Maria kunnen luisteren! Maria Callas,
Charles Aznavour, Mireille Mathieu, André Boccelli, Il Divo , Inessa
Galante en Filippa Giordano komen in slagorde voorbij en voor mij is
Inessa favoriet. De volgende dag gaan we nog voor de allerlaatste
maal snorkelen op een door de ´Cruising Guide to the Virgin Islands´
aanbevolen plaats. Monkey Point op Guana Island. Ja, wat kunnen we er
nog over zeggen, `Je moet ´t gezien hebben! Vaak zijn ervaringen en
belevenissen niet goed in woorden uit te drukken, ook dit maal was
het weer adembenemend mooi, nou begrijp ik waarom je zo´n snorkeltje
moet gebruiken. Na de lunch varen we door naar Trellis bay en ankeren
zo dicht mogelijk bij de dingy steiger i.v.m het vroege vertrek van
Marijke de volgende ochtend. Nogmaals is ze gastvrouw en neemt ons op
sleeptouw naar een sfeervol restaurant op een eilandje midden in de
baai. De keuken is voortreffelijk en het wordt een mooie afsluiting
van haar tijd bij ons aan boord. Voldaan peddelen we vroeg in de
avond terug naar boord en duiken snel het bed in. Om 05.00 uur gaat
de wekker en na snel een glas jus d´orange brengen we Marijke naar
het vliegveld. Een goeie reis, dikke kus en een omhelzing en ze gaat
door de gate. Vanaf ons scheepje zien we de machine even later het
luchtruim kiezen op weg naar St.Maarten. Ze maakt foto´s vanuit het
vliegtuig van ons nietige bootje, schommelend in de baai, zo vertelt
ze ons een dag later als we skype contact met haar hebben vanuit
Lelystad. Wij vertrekken uit Trellis bay met bestemming Road Harbour.
Hier gaan we onze laatste voorbereidingen treffen voor onze reis naar
de Azoren. Eten en drinken kopen voor tenminste dertig dagen, wassen
draaien, want niks is meer schoon en alles stijf van het zout, olie
verversen en nieuw oliefilter monteren, antenne repareren om ´Herb´
goed te kunnen ontvangen, maar daarover later meer! We zijn er ook de
hele woensdag druk mee en rijden met boodschappenwagentjes af en aan.
Het vlees wordt voorgebakken en in tupperware bakjes in de ijskast
bewaard. Verder alles uit de plastic verpakking gehaald en groente en
fruit in netten aan het plafond. Bij een temperatuur van 35 graden
stouwen we de droge spullen onderdeks in alle denkbare hoeken en
gaten. Diesel tanken en water innemen zijn nog de laatste
handelingen en dan moet het maar gaan gebeuren. We kunnen niet in een
rechte lijn naar de Azoren varen en moeten proberen de westerlijke
winden op te pakken. Dat wil zeggen, eerst zoveel mogelijk noord
aanhouden en dan west uitgaan. De vermoedelijke afstand zal minstens
2600 mijl zijn, ruim 5000 kilometertjes. Van de Azoren is het dan nog
1200 mijl naar Falmouth in Zuid Engeland. Vaar je in een rechte lijn
van de Virgin´s naar de Azoren is de kans heel groot dat je in
gebieden met hoge luchtdruk terecht komt die de Atlantische oceaan
domineren tussen Bermuda en de Azoren. Beter is mee te liften op de
onderkant van de depressies die vanaf Nova Scotia over de Atlantic
naar het westen gaan. In een depressie draait de wind tegen de klok
in vandaar die onderkant. Maar goed, het weer blijft op deze
oversteek een onberekenbare factor, elk seizoen zijn de
omstandigheden anders, variërend van storm tot windstiltes. We gaan
kijken of de weergoden met ons zijn.
Beer.
maandag 7 mei 2012
Van mooi naar nog mooier
Van maandag 30 april 280ste dag tot
zaterdag 5 mei 285ste dag.
Na het afscheid van onze vrienden van
de Nubia en de koffie vertrekken we voor een tocht naar Cane Garden
bay. Achter ons ligt een grote catamaran die klaarblijkelijk ook wil
vertrekken. Ze liggen aan een mooring en de lijn wil niet los. De
vier, al wat oudere opvarenden staan met z'n alle op het voordek,
kijken naar beneden en trekken aan het touw dat met geen mogelijkheid
los komt. Zo gaat dat niet lukken denk ik en met duikbril gewapend ga
ik ze een handje helpen. De lijn zit wel zes of zeven keer om de boei
gewikkeld, hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen? Er hangt wel een
boot van pakweg vijftien ton aan te trekken en met de mooring ga ik
af en toe mee onder water. Het lukt gelukkig allemaal, de boot is los
en blije gezichten op het voordek. Dan gaat bij ons het anker uit de
grond en tuffen we de baai uit. Er staat een harde wind en we hebben
veel last van de val winden die over de bergen van het eiland Tortola
naar beneden komen zetten. Eigenlijk hebben we iets te veel zeil op
staan maar de afstand is niet zo groot meer. Aangekomen op de plek
duiken we gelijk het water in om te zien of er bij het rif veel vis
zit. Helaas valt de 'visability' wat tegen, door de harde wind is het
water wat troebel geworden. Boven water is het net zo interessant, er
zitten een paar pelikanen om ons heen die gewoon vlakbij de 'Robeyne'
het water in duiken en de vissen uit hun element halen. Heel grappig
zijn de meeuwen om hen heen die proberen een 'graantje' mee te
pikken. Ze gaan boven op de pelikaan zitten en kijken ongeduldig of
er iets te jatten valt. De pelikanen hebben dat allemaal wel in de
gaten en houden hun prooi lekker onder water en slikken de vis dan
door. Je kunt er uren naar kijken, het verveelt nooit.
Mooi, mooier en mooist. We liggen
vlakbij de rotsen en het water is van een ongekende helderheid.
Zagen we eerder zo'n prachtige blauwe
vis met goudgele randen, hier zwemmen hele scholen aan je voorbij en
ook het koraal in al z'n verschijningsvormen is betoverend. We
treffen het met het weer, de zon, zo belangrijk bij duiken of
snorkelen schijnt uitbundig en we kunnen diep kijken. Terug aan boord
zijn we het er wel over eens, dit was de mooiste duikplek die we
tot nu toe bezocht hebben. Na de lunch betrekt de lucht in rap tempo
en niet veel later worden de hemelpoorten open gezet, zo, het kan
hier ook heftig tekeer gaan en binnen laten we het geweld maar over
ons komen.
Zo gezellig in het roefje, terwijl de
regen op het kajuitdak klettert probeer ik de zo net ervaren beelden
in m'n geheugen te prenten, de ongelofelijk rijk gekleurde vissen en
het volmaakte onderwater landschap, een wereld op zich waar een
enorme rust van uitgaat. Verder maar weer, bij Pelican Island mag je
de nacht niet doorbrengen en we varen door naar Norman Island waar we
in de 'Bight' voor anker gaan. Ook de volgende dag brengen we door
met snorkelen en zeilen en dat alles onder super omstandigheden voor
zeilers m.n. zon en wind. Dat geldt echter niet voor de dag erop,
zaterdag de vijfde mei. Geen spatje wind en dat hebben we nog weinig
ondervonden. We willen naar het eiland Virgin Gorda en wel naar de
baai met de veel belovende naam ´Bitter end´. Onderweg, tuffend op
de motor krijgen we een waarschuwing middels een doordringend piepje.
Onze Yanmar is over verhit en moet direct uit. We laten de
´Robeyne´maar even drijven, er is ruimte genoeg om ons heen. Er
moet water bij het interne koelsysteem, er zal wel ergens een klein
lek zitten, tien minuten later vervolgen we de reis.
Bitter End is
meer het zoete einde, een erg luxe omgeving met schitterende huizen
tegen de heuvel gebouwd en een resort langs het spierwitte met palmen
bestrooide strand. Verwende gasten in ligstoelen met torenhoge
cocktails op de tafeltjes ernaast. We doen lekker mee en verwennen
onszelf ook met alcoholische versnaperingen op het zonovergoten
terras en laten de omgeving op ons inwerken. Easy life style, ´no
worries mate´ is wat je hier proeft. De hele baai ligt vol met
huurschepen, grote en kleine, zeil en motorjachten en er wordt
gezwommen, muziek gemaakt en veel gelachen. De mensen hebben plezier
en genieten duidelijk van hun vakantie op het water in dit unieke
stukje Carieb. Het werkt aanstekelijk en we sluiten ons er helemaal
bij aan.
Beer.
woensdag 2 mei 2012
Vakantie in de Britse Maagdeneilanden
Van woensdag 25 april tot maandag 30
april 280ste dag.
Vandaag maar eens even niet varen en
een beetje inlezen over deze bijzondere eilanden. Daarbij kunnen we
niet om hem heen, Christopher Columbus! Hoe vaak is zijn naam al niet
gevallen bij onze reis door de Carieb, trouwens in Portugal begon het
al. Op zijn tweede reis naar de 'nieuwe wereld' in 1493 ontdekte onze
koene zeevaarder deze pareltjes van de Carieb. Ach, ontdekte....
De Indianen hadden al honderden jaren
ervoor zich op de eilanden gevestigd als vissers en jagers. Columbus
zag echter slechts onbewoonde eilanden, de Indianen waren of
uitgestorven of verder getrokken. Met zeewaardige kano's waren ze van
het vaste land van Venezuela overgestoken. Na Columbus waren het 'The
Dutch' die zich als eerste vestigden op het eiland Tortola, één van
de grotere eilanden van de BVI. Het is dan half zeventiende eeuw. Er
begon een levendige handel met de Maagdeneilanden en ook de Engelsen
en de Denen stichtten plantages en verbouwden katoen en suikerriet.
De Engelsen namen gelijk maar bezit van de gehele archipel. Grote
hoeveelheden rum werden naar Europa verscheept. Nadat Engeland de
slavernij had afgeschaft, in 1834 ging het echter bergafwaarts met de
export van deze producten. De eilanden waren nu niet meer interessant
en werden door de Europeanen verlaten. De vrijgelaten slaven waren de
nog enige bewoners en voor de komende 130 jaren waren de eilanden een
vergeten en achtergebleven gebied van de 'British Empire'. Pas in
1970 begonnen de eilanden populair te worden als gebied voor zeilers
en als toeristenbestemming. Vandaag de dag is het een
vakantiebestemming bij uitstek en de baaien liggen dan ook vol met
huurboten. Verder krijgen de eilanden geld van de 350.000
buitenlandse bedrijven, veel uit de scheepvaart, die zich hier om
belasting technische, waarschijnlijk zéér aantrekkelijke redenen,
hebben gevestigd. Op vele van die mega jachten in de haven van Saint
Tropez heb ik het op de achterspiegel gelezen, de naam van het jacht
en dan eronder: Road harbour BVI.
Zoals gezegd, we blijven aan boord, op
de avond na. Marijke trakteert op een etentje en in een gezellig
restaurantje op het strand laten we ons door de kokkin verwennen. De
volgende dag zeilen we naar een bijzondere plek, 'the Bath', enorme
granieten stenen, alsof een reus ze aan de kust heeft neergegooid,
markeren de unieke duikplek. Het is er druk, maar gelukkig is er nog
een mooring vrij, de laatste, dat wel. Buiten de prachtige vissen
zien we een rog en een schildpad. Het wordt een middag van luieren,
zwemmen en genieten. We mogen hier de nacht niet doorbrengen en vroeg
in de middag zeilen we terug naar Spanish Town op het eiland Virgin
Gorda. In de avond maken we plannen voor de komende dagen. Zodanig
een route kiezen dat we zoveel mogelijk van de omgeving kunnen zien,
binnen de tijd die we hebben, i.v.m de terugvlucht van Marijke. De
volgende ochtend gaan we anker op en op weg naar Road Town op het
eiland Tortola. We hebben daar een afspraak met de 'Nubia' , die,
zoals bij aankomst blijkt, er al voor anker ligt. We gaan naast hen
voor anker maar dit keer 'pakt' onze Rocna geen grond en moet er weer
dertig meter ketting ingedraaid worden.
Muurvast, het anker is ergens achter
blijven haken en wil met geen mogelijkheid omhoog. Het kost ons een
uur om het via de mastlier meter voor meter uit het water te krijgen.
Dan zien we dat het achter een dik touw is blijven haken dat we mee
omhoog hebben getrokken. Ik met duikbril in het water en René die
aanwijzingen geeft alsmede een lijn om de zaak te klaren. Honderd
meter verder ankeren we zonder problemen. Het weerzien met onze
vrienden is hartelijk en leuk dat Marijke ook kennis kan maken met de
'happy family' waar we al zoveel maanden regelmatig mee optrekken.
We liggen vlak bij de marina waar
tientallen huurboten liggen en op zaterdagochtend is het een komen en
gaan van catamarans en monohulls. Als de huurders na een week of meer
zeilen hun schip komen inleveren komt er een medewerker van de haven
hen met een dingy tegemoet varen, om de vaak grote schepen zonder
schade in een box te krijgen. Ze doen de hele dag niet anders en de
vaak jonge gastjes zijn er zeer bedreven in, het is leuk om te zien.
Later in de middag zien we nieuwe huurders voorzichtig de haven komen
uit scharrelen, met de zeekaart in hun hand en wijzend naar de boeien
waar ze langs moeten om de ondieptes en andere obstakels te vermijden
om veilig en enthousiast aan hun vakantie beginnen. Na uitgebreid
boodschappen doen vertrekken ook wij om de omgeving te gaan
verkennen. De bestemming is 'Sopers hole's, nog steeds op het eiland
Tortola. Een heerlijke relaxte zeiltocht langs dit groene eiland
brengt ons in luttele uren naar deze prachtige baai. Helemaal
achterin, bijna tegen het strandje aan leggen we de 'Robeyne' in vier
meter diep water voor anker. Schitterende huizen tussen overdadig
groen zijn tegen de heuvels gebouwd en het uitzicht moet voor de
bewoners oogstrelend zijn. Om de boot zwemmen tienduizenden kleine
vissen en de meeuwen doen zich tegoed aan zoveel overdaad. Tegen
schemer komt ook de 'Nubia' de baai invaren. Ze proberen vlakbij ons
te ankeren maar dit keer gaat het bij hen niet zoals ze zouden
willen. 't Anker pakt niet en ze komen te dicht bij andere schepen te
liggen, na een tweede poging kunnen ze rustig gaan eten en in de
avond zitten ze met rum-punch gezellig bij ons in het kuipje. Plannen
maken we voor de volgende dag om gezamenlijk naar smugglers cove te
gaan, een meer dan mooie baai aan de andere kant van het eiland.
Zondagochtend en Mike heeft al geïnformeerd wat een taxi kost om ons
naar dat idyllische plekje te brengen. De prijs is een beetje
belachelijk voor zo'n kleine afstand met als resultaat dat we even
later met rugzakken volgestopt met snorkelspullen en flesjes water
langs de bloedhete weg wandelen. De afstand valt behoorlijk tegen en
kleine Niklas boven op m'n schouder begint behoorlijk zwaar te
worden. Katja probeert steeds te liften maar ons groepje schrikt de
meeste automobilisten natuurlijk af. Katja willen ze wel meenemen
denk ik, maar haar hele 'familie' is een ander verhaal. Bij een
benzine station praat Mike even met een jongen die moederziel alleen
in een grote suv zit. Geregeld! Voor een bescheiden vergoeding wil
hij ons wel naar het strandje rijden en hij weet zelfs een nog mooier
plekje dan wat we uitgezocht hadden. Na tien minuten rijden zijn we
er. Bounty strandje! Helemaal top. Hij wil ons ook nog op komen halen
aan het eind van de dag, kijk, mooier kan niet, toch! In het
azuurblauwe, super heldere water zwemmen scholen vissen die, als je
er tussen zwemt, de zon bijna verduisteren.
We zien ook een meters grote Tarpin,
hij heeft er blijkbaar z'n territorium. Na het zwemmen bouwen we
voor Niklas een soort zandkasteel en met z'n emmertje en schepje is
hij de rest van de middag zoet. Voor de lokale jeugd is dit ook hét
ontmoetingsplekje voor de zondagmiddag en ze spelen enthousiast
volleybal op het strand, af en toe een blowtje rokend onder de
palmen. Tegen schemer laten de jongens hun kunsten zien om de de
meisjes te imponeren en als ze zien dat we foto's maken doen ze 'r
nog een schepje bovenop en geven een perfecte demonstratie voor de
camera. Het was een super dag en voldaan laten we ons terug brengen
door onze 'privé' chauffeur.
Dit keer is de auto die hij bij zich
heeft nog een slag groter en hoeven we niet bij elkaar op schoot. Hij
blijkt bij een rent-a-car bedrijf te werken en heeft deze gewoon even
gehaald. Met z'n beloning aan het eind van de dag is hij dik tevreden
en wij ook. Ook deze avond nog na borrelen met z'n allen tot kleine
Niklas met z'n onafscheidelijke beertje bij Marijke op schoot in slaap
dommelt, dan is het ook voor de ouders 'time to go'. De volgende
ochtend komt het onherroepelijke afscheid van deze sympathieke
zeilers. Hun scheepje wordt netjes naar Europa vervoerd en zelf
vliegen ze binnenkort naar huis. We beloven elkaar het contact vast
te houden en wisselen email, skype, handy nummers en adressen uit.
Een hug, een zoen en voor kleine Niklas een aai over z'n bolletje en
weg zijn ze. Het voelt bijna als een afsluiting van een periode, zo
en dan is er koffie.............................
Beer.
Abonneren op:
Posts (Atom)