zaterdag 3 december 2011

Voorbereidingen voor de oversteek

Donderdag 1 december 130e dag.
Trek je een rechte lijn van Lelystad naar ons bootje in Gambia, dan zie je een afstand van vierduizend, zevenhonderd zeventig kilometer. Dan trekken we een lijn van ons bootje naar onze volgende bestemming, Paramaribo in Suriname, en zien een afstand van vierduizend, driehonderd vierentwintig kilometer. Dat is de afstand die we de komende weken gaan varen bij de oversteek.
Maar voorlopig liggen we nog heerlijk rustig voor de Lamin Lodge in een beschut kreekje. Dertig jaar geleden kwam een Duits echtpaar met een klassiek houten zeilschip deze prachtige kreek binnen varen. Hun hond, blij dat hij weer land zag, sprong direct overboord en zwom naar de kant, zo deed hij dat altijd als ze lang op zee waren geweest. Het was een heftige reis geweest en ze hadden menige storm moeten doorstaan. Geïnspireerd door de prachtige natuur besloten Peter en z'n vrouw hier maar eens even te blijven. Van het één kwam het ander en ze besloten een lodge te bouwen op deze unieke plek. Het werd een succes, Lamin lodge werd een begrip bij zeilers die naar Gambia kwamen en ook vanaf het land kwamen groepjes toeristen om vanuit de lodge tochtjes te maken over de Gambia rivier en om te vissen. Om de gasten 's avonds wat meer te bieden dan een maaltijd wordt er een muzikant aangetrokken om wat sfeer te brengen. Peter z'n vrouw wordt verliefd op de rasta muzikant die enkele jaren later sterft aan aids. Dan blijkt ook zij te zijn besmet en niet veel later moet hij zijn vrouw begraven, ze is net over de vijftig geworden. We zitten met een biertje te luisteren naar Peter die dit ons allemaal vertelt. Een vergeelde foto houdt hij tussen zijn gerimpelde handen. We zien hem, met z'n vrouw en de hond op de boot. Het geluk straalt er vanaf. "Was ze nou maar gewoon bij mij gebleven"zegt hij, "dan had ze nu nog geleefd" en hij wrijft een traan weg onder z'n dikke brillenglazen. Niets blijft hem bespaard, door een foutje in de keuken brandt de gehele lodge tot de grond toe af en kan hij weer helemaal opnieuw beginnen. Binnen een jaar draait de zaak weer en hij wijst ons de zwart geblakerde palen die nog in het water staan als trieste overblijfselen van z'n vorige lodge. Hij is nu op een hoge leeftijd maar houdt de zaak nog steeds gaande. Het personeel draagt hem op handen, bijna het hele dorp is afhankelijk en verdient op één of andere manier aan de lodge. Het is sowieso een bonte verzameling van zeilers die hier tijdelijk of langer zijn geankerd. Zo is er een jonge Zwitser, Vincent, die in z'n eentje aan een wereldreis bezig is. Hij is nu druk z'n oude stalen schip te schilderen. Hele taferelen met palmbomen, ondergaande zon en idyllische eilanden sieren de stuurboord kant van de romp. Voor bakboord heeft hij weer nieuwe ideeën met dolfijnen en walvissen. Dan ligt er een Duits echtpaar met twee jonge kinderen, elke keer als ze besloten verder te gaan met hun reis om de wereld was er weer iets met het schip. Hij heeft nu maar een baantje in de IT genomen en werkt overdag ergens. Een leuk Frans echtpaar ligt hier al een jaar en vinden het wel goed zo. Dan is er nog Tessa, een jonge aantrekkelijke meid uit Londen, die al vier jaar over de aardbol zwerft en nu als gast meevaart op een catamaran van ook weer een Frans koppel. Elke ochtend staat ze op het voordek en doet een uur lang haar yoga oefeningen. Het is prachtig om te zien hoe ze met de opkomende zon in alle rust haar moeilijk oefeningen afwerkt, van de zonnegroet tot op haar hoofd staan. Daarna pakt ze haar gitaar en klinken de melodieën over het stille water. Ze wil naar Brazilië en heeft al een schip dat die kant uit gaat. Daarvoor moet ze alleen nog even naar de Kaap Verdische eilanden. 's Avonds zit dit bonte gezelschap in de lodge en wij sluiten overal bij aan. De keuken is gewoon goed en dat weten de apen ook. Hun aantal is groter dan die van de gasten en als je niet oppast jatten ze het eten van je bord.
Vrijdag 2 December 131e dag.
Er is een nieuw bootje in de kreek binnen komen varen. De Noorse vlag wappert aan de achterstag. Het is zeer bescheiden van afmeting en aan boord staan drie jonge Noren die al gauw de sympathie krijgen van de hier aanwezigen zeilers. Met hun bootje, een Maxi 27 gaan ze ook voor een rondje Atlantic. Wie weet gaan we ze later nog tegen komen. Nogmaals gaan we terug naar de winkels om de laatste verse inkopen te doen. Ditmaal nemen we een lokaal busje en zitten gemoedelijk tussen een bonte verzameling Gambianen. Nu zitten we zelf tussen de vrouwen die de manden met vis op hun schoot hebben, maar ook schoolmeisjes in hun uniform op weg naar huis. Voor een paar van die vooral vieze, beduimelde en verfrommelde dalasi's neemt het busje je kilometers mee. Als we net bij de supermarkt aankomen is er paniek. Een politie auto maant iedereen onmiddellijk aan de kant te gaan en men gehoorzaamt onmiddellijk. Als we vragen wat er gaande is, is het antwoord: de President komt eraan. Even later komen er militaire voertuigen met hoge snelheid langs scheuren. Machine geweren in de aanslag. Ik pak m'n film camaraatje en wil dit wel even vastleggen. Maar dan komt het protest uit de menigte "He, white man...no filming!, no filming!, Jammer dan, laten we maar niet provoceren. In welke auto President Jammeh zit, is niet te zien. Dan keert de rust weer en komt het normale verkeer weer opgang. Met weer twee volle tassen verlaten we de shop en nemen een lokale taxi terug. Via een kortere weg rijden we door echte volkswijken en zien nog een bijzonder arm stuk van Gambia. In de lodge maken we onze laatste Gambiaanse valuta op aan eten en rondjes bier. Nemen afscheid van de bonte verzameling zeilers. Adieu Vincent, Aufwiedersehen Peter en goodbye Tes. We roeien met ons bootje naar de 'Robeyne', de maan zet de kreek in een romantisch licht, een nachtvissertje peddelt z'n piroque door het spiegelgladde water. Morgen beginnen we aan onze oversteek over de Atlantische Oceaan, van Afrika naar Zuid Amerika.......
Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten