woensdag 7 december 2011

atlantic crossing

Zaterdag 3 december 132e dag.
De ochtend zijn we druk met zeeklaar maken. Het bijbootje aan dek takelen, schoonmaken, opvouwen en achter de mast vastsjorren. Het verse vlees wordt gebraden en in plastic bakjes in afgemeten porties in de ijskast gezet. De overige boodschappen verdeeld onder de banken en op lijsten geschreven om het vinden later te vergemakkelijken. Onze zonnetent, waar we veel plezier van hebben gehad gaat ook onderdeks, samen met het muskietengaas. Het zweet gutst van onze lijven en we zijn dan ook blij als de stroom kentert en we kunnen vertrekken. Het is dan half vier in de middag. Langzaam tuffen we de kreek uit, nog een laatste groet met de toeter, maar er is weinig reactie. Het is minstens twee uur varen voor we op open zee zijn. Het begint al te schemeren als de 'Robeyne' haar neus in de golven van de Atlantische oceaan duwt. Het lijkt wel of ze er plezier in heeft. Na weken van bruin,modderig rivierwater is het blauw van de zee meer een kleur die haar past. Er staat een zeewindje uit westelijke richting, niet echt lekker als je west uit moet. We moeten een slag maken en koersen weer terug naar het land. Nog even en we zitten naast de Senegalese vissers op het strand! Nog maar weer een slag de andere kant op om vrij te blijven van de kust en dan pakken we gelukkig de noord-oost passaat op. We gaan nu hoog aan de wind de zee op, we zijn blij dat we weer buitengaats zijn en de verfrissende wind is een zegen. Op blote voetjes en een dun t-shirtje is wachtlopen geen straf. Het toplicht danst tussen de sterren. De 'Robeyne' doet weer waar ze voor gemaakt is: zeilen! Er zitten nog heel wat vissersbootjes in dit gebied en het is goed uitkijken geblazen. Ze voeren geen verlichting, alleen als je in hun buurt komt schijnen ze met witte of rode lampen. De nacht is prachtig, het water fluoriseert als nooit te voren, alsof er lampen onder de kiel van onze boot zitten, het kielzog borrelt duizenden lichtgevende belletjes naar de oppervlakte. Eine kleine nachtmusik van Mozart op deI-pod maakt het geheel compleet.

Zondag 4 december 133e dag.
Happy birthday Madee!!, m'n meisje is jarig maar we kunnen haar niet bellen of sms'n. Wel aan haar denken en dat doen we. De dag begint met veel wind. De genua is al ingerold en het fokje staat er voor in de plaats. Het eerste rif zit in het grootzeil en nog sleurt de 'Robeyne' haar gangboord door het water. Er staat een vervelend knobbelige zee en de bewegingen van ons schip zijn heftig en onberekenbaar. Vol goede moed probeer ik binnen aan het blog te werken, maar sn637hnd-nsdj.....
de snxt..toetse.n. gaan..prrr4x''e..alle kanten op. De letters zijn letterlijk misselijkmakend en ga dus maar snel naar boven de frisse lucht in. We zitten maar een beetje te zitten en alle fut is eruit. Als we geen wacht hebben liggen we het liefst op onze kooi. De afwas blijft staan, doen we later wel. Voor het avondeten voelt niemand zich geroepen iets te ondernemen. Coen en ik zijn tevreden met een boterham maar René lukt het zowaar toch iets warms uit het kombuisje te toveren. We eten omdat je toch iets naar binnen moet hebben maar het biertje, waarmee we op Madee haar verjaardag hadden willen proosten, blijft achterwege. Een groot schip vaart in het schemerdonker achter ons langs. Z'n bestemming is Sjanghai en de verwachte aankomsttijd zes januari 2012. Die is dus ook wel een maandje onderweg.

Maandag 5 december 134e dag.
De hele nacht is de passaat sterk door blijven staan. Zes beaufort met uitschieters naar zeven. We zitten nu wel in dieper water, zo'n vierduizend meter, dat maakt de zeeën wat rustiger. We zijn nog steeds katterig en zitten maar wat stilletjes voor ons uit te kijken. We hadden als optie om als de wind het toeliet, we een stop zouden kunnen maken op het eiland Santiago van de Kaap Verde. Vanaf ons vertrek zat die mogelijkheid erin en we koersen nu definitief naar Porto da Praia. De afstand is vierhonderd en nog wat mijlen. Het eiland staat bekend om z'n fruit dus dat zou een welkome aanvulling kunnen zijn. De hele dag vliegen de vliegende vissen om ons heen, verder alleen maar golven, golven en nog eens golven. Voor Coen en mij zou wederom een boterham voor de avond genoeg zijn. René wil graag warm eten en het lukt me zowaar iets te maken. Als het donker is horen we nog een gesprek op de marifoon tussen een Franse zeiler en de stuurman van een grote tanker. Ze liggen op aanvaringskoers ten opzichte van elkaar. Op volle zee heeft een zeilboot, hoe klein ook, voorrang, mits zeilende natuurlijk. De zeiler roept de tanker op en vraagt " What are your intensions" . De officier op de brug geeft keurig antwoord: Please maintain your course, we will go for your stern" en het gevaarte draait mooi achter het scheepje langs. De Fransman bedankt en beide wensen elkaar nog een goede wacht. Ook wij delen de wachten in en terwijl in Nederland de harten van de kinderen sneller kloppen in afwachting van de goede sint en de kacheltjes snorren om de kou uit huis te houden duiken wij de nacht in. Thuis worden gedichten voorgelezen en de kadootjes uitgepakt. Als ik 's avonds wacht heb, kan ik het niet laten om te rijmen en bij gebrek aan slachtoffers, die liggen lekker te slapen richt ik me maar tot wat ik boven me zie......

Zeg maan, ja, ik heb je wel in de gaten
mag ik eens even met je praten
Hoeveel miljoen jaren sta je daar nu al
in dat ongelofelijke, onbegrijpelijke, oneindige heelal
Ben je wassend of afnemend dit keer
Je verandert zo vaak, ach ik weet het niet meer
Tussen capricornus en de kleine beer
Nu ik je vorm zie, weet ik het weer
Vond je dat nou zomaar goed, dat ze kwamen
Je weet wel wat ik bedoel, die drie Amerikanen
Van Cape Canaveral stegen ze op
De stars and stripes wapperde overal in top
Hadden ze hun voeten wel geveegd?
Of hebben ze stiekum hun urine zakjes geleegd
Kinderen in Holland zingen nu over jou, van 'Zie de maan schijnt door de bomen...'
En gaan dan in hun bedjes van speelgoed liggen dromen
Voor ons schijnt jouw licht nu over de oceaan
En kan ik aan de boeggolf zien, hoe hard of we gaan
Het Ave Maria op m'n koptelefoon
Ben ik hier echt, of is het een droom
Weet je, menige romance is door jou ontstaan
Bij het licht dat je uitstraalt, Maan
Maar als ze elkaar bij daglicht zagen
begon de liefde vaak alweer wat te vervagen
Maar waarom zak je nu zo snel naar de horizon?
Oh, je wilt plaats maken voor je vriend de Zon
Maar ik had je nog zoveel willen vragen
Voor dat het daglicht weer gaat dagen
Over liefde, voorspoed en geluk, dat soort zaken
Dingen die de mensen breken en maken
Wat zeg je? Morgen is er weer een nacht?
Maar dan heb ik een andere wacht
Ach, laat ik maar een einde maken aan dit gedicht
want je vriend is gekomen en hij geeft alweer licht.

Dinsdag 6 december 135e dag.
Het gaat gelukkig iets beter met de bemanning van de 'Robeyne'. Onze zeebenen zijn terug en ook de energie. Het is nog vijfenzeventig mijl naar onze bestemming en ook dit keer zullen we in het donker de baai in moeten scharrelen. Op de kaart ziet het er redelijk eenvoudig uit en er lijkt ruimte en diepte genoeg. Aan het eind van de middag worden we vereerd met een bezoek van een grote school dolfijnen. In de verte zien we ze duikelen en springen. Dan hebben ze ons in de gaten en komen recht op ons af alsof ze denken 'hé jongens, kijk een bootje, kunnen we lekker mee spelen'
We komen ogen tekort, dan weer voor en dan weer achter het schip, overal flippers, ze schieten onder de boot om aan de andere kant weer boven te komen. Sommigen springen van puur enthousiasme helemaal uit het zilte nat en plonsen terug in de golven. Ze zijn niet groot maar door hun grote aantal maakt het veel indruk. Inmiddels is het happy hour en gaat er weer voorzichtig een biertje in. Coen is weer helemaal terug van even weggeweest en maakt een maaltijd klaar waar ze in een sterren restaurant jaloers op kunnen zijn. Nu moet Santiago toch wel in zicht komen, maar hoe we ook turen, we zien slechts een lange wolk waar het onder zou moeten liggen. We zijn dan al op tien mijl genaderd maar het eiland hult zich in nevelen. Als het donker wordt gaat het beter en komen de lichtjes tevoorschijn. Eén karakter herkennen we, dat moet het flashlight van Ponta Temerosa zijn. We halen de zeilen binnen en de motor gaat aan. Het licht op het havenhoofd is niet te vinden of brandt gewoon niet. Beneden op de digitale zeekaart zie ik dat we al lang stuurboord uit kunnen, maar Coen en René zien aan dek de realiteit. Ze zijn de pier aan het verlengen en er is zeker achthonderd meter bij gekomen! Voorzichtig, de dieptemeter in de gaten houdend varen we richting ankerplaats. Gelukkig, er liggen nog wat zeilboten voor anker en dan ratelt ook bij ons de ankerketting het anker achterna. Even alles opruimen, de zeilen netjes opbinden en dan lessen we onze dorst met nog maar een biertje. Er staat een beetje deining in de baai en zachtjes schommelen we even later in een diepe slaap.
Beer.

2 opmerkingen:

  1. Krijg bijna tranen in m'n ogen bij het lezen van het gedicht. Hier trouwens bijna volle maan, zal aan jullie denken. Als we tegelijk naar de volle maan kijken en aan elkaar denken dan is het Radar Love. Geniet nog even van het land, straks alleen maar water, water en nog eens water......

    Madee

    BeantwoordenVerwijderen
  2. AHOY mannen van de "Robeyne"!
    Wat een heerlijke verhalen lezen we van jullie mooie avontuur. Zo levendig geschreven dat ook wij er helemaal in weg dromen. Prachtig!!!
    En ik, Marion, heb genoten van het schitterend gedicht over de Maan (toen had ik wel even aan boord willen zitten hoor!).
    We kunnen ons voorstellen dat jullie, met uitzondering af en toe van hinderlijke golven, in jullie element zijn. Een tocht die je qua indrukken voor altijd mee zult nemen. Jullie doen het maar mooi!
    Ikzelf, Marion, vind het lezen van alle verhalen al helemaal leuk, maar Bart heeft een lange tocht op z’n wenslijstje staan. Maar op dit moment hebben we even andere besluiten genomen. W.s. hebben jullie vernomen dat wij Parkhaven inmiddels achter ons hebben gelaten en een nieuwe koers hebben ingezet. Parkhaven moet je beleven en dat hebben we ook zo ervaren. Maar soms ben je gewoon “klaar” met het ene en is het tijd om iets anders te gaan ondernemen. En dat hebben we dus gedaan!
    Voorlopig hebben we onze stek gevonden in Ermelo, tegen Garderen aan, in een 100-jarig oud boerderijhuis, tussen bos en hei. We voelden ons er gelijk thuis en hond Djila vindt de keuze van haar baasjes helemaal leuk, het bos in d’r achtertuin. Zwemmen in het IJsselmeer was leuk, maar dit is ook niet verkeerd!
    Heren, wij blijven jullie avonturen volgen, wij wensen jullie een super mooie en goede overtocht en vervolg van jullie reis en ….. BEHOUDEN VAART!!!!
    Hele hartelijke groeten vanuit ons boshuis
    Bart&Marion Zondag

    BeantwoordenVerwijderen