Donderdag 15
maart 234ste dag.
Vertrekken en weer aankomen, loslaten
waar we ons goed voelen en het avontuur weer tegemoet. Wanneer
vertrek je weer en waarom, het is een mix van verdelen van de dagen
die we nog hebben met de eilanden die we nog kunnen bezoeken. Soms
ook alleen maar een gevoel, we hebben het gezien hier en tenslotte is
onze reis, in tegenstelling tot die van Henk de Velde, eindig! In
April moeten we bij de BVI zijn ( de British Virgin Islands) Marijke
van René komt dan aan boord en zal twee weken mee genieten van de
Trade Wind, het heldere turquoise water en de golden sunsets. Begin
mei moeten we ons gaan voorbereiden op de lange oversteek naar de
Azoren. Eerst maar even de Marigot baai uitkomen. Zodra we uit de
beschutting van de kust komen waait het weer als vanouds. De koers
naar Castries, onze nieuwe bestemming, is pal in de wind. De afstand
loont zelfs niet de moeite om de zeilen te hijsen. We stampen tegen
de golven en de snelheid komt nauwelijks boven de drie knopen. Grote
olietanks ontsieren een beetje de kust, maar ja, ze willen hier net
als overal met hun autootjes rijden en wij maken toch ook gebruik van
de busjes. Om 11.15 uur varen we de baai van Castries binnen en zien
in de verte hele grote gele drijvende voorwerpen die door elkaar
krioelen. Even staan we met onze ogen te knipperen maar dichterbij
komend blijken het de sloepen te zijn van weer zo'n mega cruiseschip.
Ze houden een z.g sloepenrol, om bemanning en materiaal te testen en
te oefenen in het gebruik. We tellen 24 knalgele sloepen en de
bemanning zit met zwemvesten aan wat verveeld te kijken. De 24
sloepen aan de wal zijde hangen nog netjes in hun davits, de
bemanning die daarbij hoort is waarschijnlijk in de volgende haven de
klos. We varen tussen het gekrioel door richting stad en bekijken de
ankerplek langs de boulevard. Het is er erg druk en lawaaierig. Het
verkeer raast luid toeterend over de weg en uit de kroegjes komt de
bekende honk, bonk, kleun,dreun muziek. Het voelt niet lekker en we
vinden het maar niks. We zijn tenslotte twee al wat oudere heren en
er is nog een klein kreekje waar we ook kunnen ankeren en dat past
ons eigenlijk meer. We ankeren aldaar en vinden het helemaal top,
totdat we er weggestuurd worden. Liggen we weer te dicht bij de
mooring van een grote catamaran, die met dagjesvolk tochten maakt en
elk ogenblik terug kan komen. Even verderop lukt het wel en met het
uitzicht op de twee grote cruiseschepen en vlak bij de start en
landingsbaan van het vliegveld valt er genoeg te zien en te beleven.
De vliegtuigen komen spectaculair laag over de baai vliegen, om de
korte landingsbaan volledig te benutten. Als de torenhoge
cruiseschepen in of uit komen varen, moet het vliegverkeer hier
duidelijk rekening mee houden. Voor mijn 'werk', ben ik jaren geleden
in deze zelfde baai met het cruiseschip 'Sea Wind Crown' de baai in
komen varen, komende van Curacao en op weg naar Grenada. Niet zonder
reden zet ik hier het woord, werk, maar even tussen haakjes! In de
middag gaan we met de dingy naar de kant en bekijken even de
menukaart van een wel erg gezellig restaurant aan het water. De
tafeltjes gedekt met echt linnen en de glazen staan uitnodigend in
het gelid om gevuld te worden met de mooiste wijnen. Een charmante
medewerkster staat nog de laatste glazen te pouleren. Jammer genoeg
moeten we van een reservering afzien, we reizen low budget en hebben
nog heel wat maanden te gaan. We lopen naar het stadscentrum en wel
naar het oude gedeelte. We mijden even de duty free winkeltjes aan de
waterkant die, zodra er een cruise schip binnen ligt, en er liggen er
nu twee, overstelpt worden door honderden sjokkende bejaarden,
behangen met zonnebrillen, petjes en fototoestellen. Op hun beurt
worden de cruise gangers weer doodgegooid met allerhande 'hand made'
prullaria om hen de felbegeerde US dollars uit de portemonnee te
krijgen. Wij kiezen voor een local tentje en genieten van de mensen
om ons heen en het koude pilsje. Een kleurrijke gast met in zijn
handen een grote fles met een kruidendrank probeert René over te
halen z'n wonderdrankje te kopen. Goed voor de potentie!! roept ie
luid over het hele terras en maakt daarbij gebaren die er niet om
liegen en blijkbaar internationaal zijn. We moeten alle twee proeven.
Voorzichtig maken we hem duidelijk dat onze vrouwen in Holland zijn
en dat we een jaar onderweg zijn. Daar begrijpt ie maar niks van, op
St. Lucia zijn toch ook vrouwen, kan ie ook regelen hoor, met het
drankje erbij, dan maakt ie een speciaal prijsje. Hij moet wel
hartelijk lachen als we voor de eer bedanken en gaat weer naar een
volgend tafeltje, waar drie jonge meiden giechelend z'n verhaal
aanhoren. Eten doen we bij de Chinees, die we overigens niet te zien
krijgen. Zijn restaurantje telt slechts drie tafeltjes en twee
vrolijke zusjes achter een groot stalen hekwerk nemen de bestelling
op. Ze roepen wat door een luik en even later zitten we heerlijk te
smullen. Onderweg terug naar de boot worden we wel tien keer
aangesproken of we niet een taxi willen, ze vinden het maar gek hoor,
dat je loopt!
Vrijdag 16 maart 235ste dag.
Een heerlijke zeiltocht! Bestemming
Rodney bay, heel bekend in de Carieb en tevens de laatste
mogelijkheid om uit te klaren. Zodra we de baai van Castries verlaten
zetten we de zeilen en hoog aan de wind dansen we gestaag tegen de
golven in. Witte wolkjes hoog in de lucht, boven land dramatische
wolkenluchten in licht en donkergrijze tinten. Zeilen in de Carieb,
blote voetjes, blote bast, zeilen op scherp en dan is er koffie! Veel
te snel naar onze zin varen we Rodney baai open en moeten we nog een
slag maken om veilig tussen de rotsen naar ondieper water te komen.
Even later stuiven we onder gereefd tuig de baai binnen. Voor het
strand liggen talloze boten voor anker maar wij gaan de haven in en
even later liggen we in een soort Parkhaven aan een mooring.
Huizen,
groot en klein met jachten, groot en klein aan steigers bij de tuin.
Onze Duitse vrienden bezetten de overige moorings om ons heen en we
nodigen ze maar gelijk uit om bij ons te komen voor happy hour, mit
einlage. Snel naar de kant voor de supermarkt en laden een karretje
vol. We sloven ons uit in allerhande snacks en hapjes en de rum
punch doet de rest. Het wordt weer een gedenkwaardige avond, pas als
alle flessen leeg zijn verlaten ze de 'Robeyne' , het is dan al een
tijdje zaterdag
Zaterdag 17 maart 236ste
dag.
The morning after the night before,
zullen we maar denken! De ochtend gaat voorbij aan opruimen, veel
afwassen, nog wat laatste boodschappen en natuurlijk uitklaren. Laat
in de middag verlaten we Parkhaven in de Carieb en verkassen naar de
buiten baai. We ankeren de ‘Robeyne’zo dicht mogelijk bij het
strand en even later dobberen we in helder water tussen wat andere
schepen. Een groot zeilend cruise schip van de Club Med verlaat net
de baai, statig draait het weg van zijn ankerplek en de zeilen worden
gehesen. Prachtige muziek van Vangelis klinkt over de baai. 'Conquest
of Paradise' filmmuziek uit de gelijknamige film. De ontdekkingsreis
van Columbus naar de West met z'n drie schepen Pinta, Nina en de
Santa Maria. De middag is héél zwaar, we zwemmen, snorkelen en
lezen en realiseren ons hoe goed we het hebben. We mogen trouwens
toch niet klagen, we hebben gelukkig tot nu toe ( afkloppen maar )
geen zware tegenslagen ondervonden afgezien van een paar kleine
technisch probleempjes, die snel te verhelpen waren. Het kan ook héél
anders lopen als je het ruime sop kiest, getuige een verhaal dat ik
diezelfde middag in het zonnetje in de kuip zit te lezen. We hebben
flink wat boeken aan boord van zeilers die solo rond de wereld zijn
gevaren en één ervan is het boek van de Belgische zeiler Jean
Heylbroeck. We ontmoetten de man op één van de kanaaleilanden bij
het begin van onze reis en kochten direct z'n boek, een van de
laatste exemplaren die hij nog aan boord had. Jean vertrok op 26 juli
1989 vanuit Blankenberge voor een solo tocht rond de wereld. Het
scheepje waarmee hij deze reis ging maken was een Elizabethan 30 uit
1974. Op 17 september van dat zelfde jaar vaart hij het Spaanse water
binnen, een mooie natuurlijke baai in Curacao. Hij ankert bij de
Sarafundy Yachtclub. Dan schrijft Jean in zijn boek het volgende:
Naast mij ligt een opvallende teakhouten gaffelkotter: de 'Artémis'
van een zekere Peter Tangvalt. Een vijftien meter lange schoonheid
met ophaalbare kiel, géén motor, géén elektriciteit, katoenen
zeilen, kortom: antieke glorie. De dan 67-jarige man, afkomstig uit
Noorwegen, staat bekend om zijn zeemanschap, zijn bijzondere reizen
maar ook om zijn pech. Tijdens een bewogen leven ontwerpt hij zijn
droomschip en bouwt het af in Frans Guyana. De 'Artémis', toen als
schoener getuigd, onderneemt een proeftocht naar Frankrijk. Een
jachtwerf in Taiwan doet Peter een voorstel om bij hen in dienst te
komen als technisch,nautisch adviseur. Onderweg naar de nieuwe
werkplek wordt hun zoon Thomas geboren, ze zijn dan halverwege de
Indische Oceaan. Na twee jaar gewerkt te hebben in Taiwan, verhuist
de familie, maar wordt in de Suluzee overvallen door piraten. Peters
vrouw Lydia, wil een wapen grijpen maar wordt doodgeschoten. De
piraten plunderen het schip en Peter zeilt zwaar geschokt met zijn
driejarig zoontje naar Brunei, Borneo. Daar volgt een verhoor van
vijf dagen door de lokale autoriteiten: waarom lieten de piraten
jullie beide leven??? Vader en zoon vertrekken naar Malakka,
Maleisië, waar Peter kennismaakt met An Ho Sau Chew, een Chinese
lerares. Met z'n drieën zeilen ze via de Rode Zee en Suez naar
Gabes, Tunesië. We schrijven 1980. Op een nacht dringen dieven de
boot binnen. Peter en Thomas worden gekneveld, ze martelen An om te
weten te komen waar ze hun geld verborgen hebben.....Dit overleven ze
en zeilen via de Canarische eilanden naar de Antillen om later weer
terug te keren in Europa. In 1981 trouwt Peter met An in Oslo. De
volgende reis heeft Portugal tot doel waar in 1983 dochter Carmen
geboren wordt, in Faro. In 1984 gaat het weer richting Antillen.
Tijdens harde wind maken ze een onvoorziene gijp en de giek slaat An
van het dek, ze verdwijnt in de diepte. In een vreselijke psychische
toestand zeilen vader en de twee kinderen verder en bereiken Grenada.
Peter wordt een maand lang vastgehouden onder verdenking: het tweede
drama.....Het drietal krijgt ongeveer een jaar begeleide rust en
verzorging. Dan varen ze opnieuw uit, Peter, Thomas en de kleine
Carmen. Bestemming Beaufort in North Carolina, USA. Vervolgens zeilen
ze een tijdje in de Carieb rond. In 1989, op de vlucht voor de
beruchte orkaan Hugo, vaart hij van de overbevolkte 'hurricane hole'
in Puerto Rico weg en gaat schuilen op Curacao. 280 jachten in de
anders zo veilige 'hole' worden stuk voor stuk vernield. Met bloed
zweet en tranen wordt het schip weer hersteld. Peter rookt niet,
drinkt niet, eet geen vlees, maar is wel weer op zoek naar een
levensgezellin. In het logboek van Jean schrijft hij: …...et Maitre
Loup s'enfuit et court encore'. Een citaat uit een gedicht van Jean
de la Fontaine, waarin meester Wolf, de honger in vrijheid verkiest
boven het leven van een weldoorvoede waakhond......aan de ketting.
De kleine Carmen Tangvalt viert haar
zevende 'lente'. Het prinsesje van het Spaanse Water wordt door
iedereen verwend.
In september 1991 is Jean nog steeds
bezig aan zijn reis om de wereld en ligt dan met z'n scheepje op het
eiland Tutuila ( Amerikaans Samoa) in Polynesië. Dan hoort hij van
een andere schipper het dramatische nieuws: de 'Artémis' raakte bij
het eiland Bonaire aan lager wal en liep te pletter op de rotsen.
Peter en zijn dochter Carmen kwamen daarbij om het leven. Zoon
Thomas, zeilend op een naburig schip, was de machteloze getuige van
het drama.......
Geschokt leg ik het boek van Jean even
aan de kant, de zon is net ondergedoken, roze, rode en purperen
pasteltinten kleuren de hemel boven ons, nog een reden temeer om maar
even niks te zeggen.
Zondag 18 maart 237ste dag
Vroeg dag, de meeste zeilers zijn nog
in diepe rust, maar wij draaien ons anker uit de grond en maken ons
klaar voor de oversteek naar Martinique. De afstand: 32 mijl. Wind
meer uit Oost dan uit Noord en een beaufoortje of vier. Kortom, super
mooi zeilweer en de bestemming, al hoewel hoog aan de wind, bezeild.
Halverwege lopen we de 'Nubia' voorbij. Mike, Katja en zoontje Niklas
zijn nog wat eerder vertrokken. Mooie gelegenheid om foto's te maken
en te filmen. Vanaf beide schepen zijn we er een kwartiertje druk
mee.
Inmiddels doemt Martinique al op in de verte, het eiland waar
Keizerin Josphine, ja, daar is ze weer, opgroeide op een landgoed van
tweehonderd hectaren en honderdvijftig slaven. Een gedeelte van het
landgoed is nog te bezichtigen. In de verte zien we de beroemde
Diamond Rock, een monumentale rots, doorboord met gaten als in een
Emmentaler kaas.
De geschiedenis hiervan zou het hele blog kunnen
vullen maar Napoleon, de slag bij Trafalgar, de Engelse admiraal
Horatio Nelson en de Franse admiraal Villeneuve hebben er allemaal
mee te maken. Wij zeilen inmiddels een prachtige baai binnen, de
Grande Anse d'Arlet met een pittoresk dorpje aan een spierwit strand.
Het lijkt op de Franse Rivièra en als we later in de middag gaan
inklaren ( op de computer) wanen we ons in Frankrijk. Het is
zondagmiddag en gezellig druk in het restaurantje 'Le petite bateau'
langs het water. Charmante, koffiebruine café-au-lait-meisjes in
mini-rok manoeuvreren behendig met volle dienbladen tussen de
dorstige vakantiegangers. De Franse eetcultuur ook hier rijkelijk
aanwezig, inclusief de stokbroden, de langoustines en de witte
bourgogne. Martinique ( een Frans departement) heeft veel te bieden,
er zijn zoveel grote en kleine baaien met strandjes en palmbomen dat
je er rustig twee weken kan zwerven. Dat gaan we niet doen, maar
voorlopig hebben we het hier wel naar onze zin. Voila!
Beer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten