zondag 19 februari 2012

Grenada


Van dinsdag 14 februari tot vrijdag 17 februari 207e dag.
Ongelofelijk hoe snel de dagen voorbij gaan. René heeft uitgebreid mail contact met de verzekering om de tijdelijk herstelde schade van de aanvaring in Gambia nu om te zetten in een degelijke reparatie. Groen licht uit Nederland en ze kunnen beginnen. Onderwijl houden Coen en ik ons bezig met de was, boodschappen en de stad verkennen. St.George heeft een lange pier in zee gebouwd waar mega cruise schepen kunnen aanmeren. Het stadje draait op het toerisme, als zo'n kolos aankomt, spuugt het een paar duizend cruisegangers uit die volgens een bepaalde route langs veel winkeltjes door de stad worden geloodst. We zijn net op tijd om het vertrek van zo'n joekel mee te maken. Indrukwekkend, een hele varende stad met duizenden inwoners op weg naar z'n volgende bestemming. Dan worden we, als we door het stadje slenteren een museum ingesleurd, de directeur spreekt iedereen op straat aan en of je wil of niet dit moet je zien is zijn dringend advies. Goed, we doen het en even later vertelt hij enthousiast over 'zijn' eiland. Natuurlijk was het Columbus die het ontdekte in 1495, maar toen waren de Indianen uit Zuid Amerika al op het eiland. De Engelsen en de Fransen hebben elkaar natuurlijk weer bevochten om het in handen te krijgen. We zullen dit op de volgende eilanden nog veel horen of lezen denk ik zo. In 1925 kwamen de Noren en stichtten er een walvisstation. Lang heeft het echter niet geduurd, al snel werden de vangsten minder en hielden de jagers het voor gezien. Als belangrijke inwoner van Grenada noemt de directeur: Louis Hamilton, de bekende en succesvolle Formule 1 coureur. Als we enige dagen later een tocht met een busje over het eiland maken zullen we nog vaak aan hem denken! We kunnen niet alles zien en beloven de directeur later terug te komen als René er ook bij kan zijn. Twee dagen later zijn we terug en kan de goede man zijn verhaal afmaken. Ze bezitten nog een origineel aanplakbiljet uit de slaventijd;
TO BE SOLD & LET
On Monday morning the 18th of may 1829
Under the trees
FOR SALE The Three following slaves
Hannibal, William, Nancy

En dan volgen de leeftijden en de maten van de ter verkoop aangeboden handelswaar.
Schreef ik eerder dat er ruim een miljoen slaven uit Afrika zijn gehaald, nee het waren er naar schatting ruim 12 miljoen.
In 1961, vertelt de directeur verder, lag er in de haven een prachtig nieuw cruiseschip uit Italië. De 'Bianca c'. Een explosie in de machine kamer op de ochtend van de 23e oktober zette het schip in vuur en vlam. Er waren 673 passagiers aan boord. Door koelbloedig optreden van zowel de bemanning als de havenautoriteiten werd de 'Bianca c' door een sleepboot naar open zee gesleept. De evacuatie verliep spectaculair, er was dat weekend een regatta en alles wat varen kon haalde passagiers van het al maar heviger brandende wrak. Een mooi standbeeld markeert de plek in de haven, geschonken door de Italiaanse rederij als dank aan de bevolking van Grenada voor hun hulp. Na drie dagen gebrand te hebben zonk het eens zo trotse zeekasteel naar de bodem. De kapitein was tot de laatste minuten aan boord gebleven. Er vielen slechts enkele slachtoffers. Nu is het wrak, dat op dertig meter diepte ligt een zeer gewild object voor duikers. Jammer dat ze in de loop der jaren veel van het schip geraust hebben en als souvenir mee naar de oppervlakte hebben genomen. In het museum draait een schitterende film van de eerste duiken naar het schip en ze noemen het de 'Titanic van de Carabiën'. Een vitrine met nog wat kopjes, schoteltjes en borden uit de eetzaal, zijn de enige overgebleven restanten van het schip. De rest staat natuurlijk bij diverse duikers op de schoorsteenmantel .
Een tochtje over het eiland hoort erbij en we denken dat het met openbaar vervoer wel zal kunnen.
Kleine busjes rijden hier van dorp naar dorp, je kunt overal in en uitstappen. Op vrijdag staan we vroeg langs de weg als er een komt aanrijden. KING ELVIS staat er met grote letters op zijn voorruit. Er zitten al zeker tien mensen in, terwijl er maar negen stoelen zijn. We worden er nog bij gepropt. Klapstoeltjes en losse kussentjes, haringen in een ton hebben meer ruimte. Nu zal die toch wel doorrijden denken we, maar nee, we gaan een woonwijk in en er komen nog heel wat schoolkinderen bij. We hebben ze bijna op schoot! We zitten nu al met z'n vijftienen in het kleine Toyota busje. De school kinderen, meest meisjes, hebben donkerblauwe plooirokken aan met erboven een spierwit, vlekkeloos overhemd met stropdas, losjes geknoopt. Ieder die de bus inkomt zegt keurig 'good morning' en krijgt ook antwoord. Als je er uit wil sla je tegen de zijkant van de bus en dan stopt ie meteen. De halve bus moet er dan eerst uit om ruimte te maken. Even zo vrolijk doet iedereen wat van hem verwacht wordt. De mensen zijn vriendelijk en goedlachs, ze lijken elkaar allemaal te kennen. Als we de kinderen netjes bij de school hebben afgezet, ze zwaaien nog even, gaat de reis verder door het binnenland. De wegen zijn smal en stijl. Het land immens groen, de natuur overweldigend met veel bananenbomen, palmen en bamboe. Daartussen huisjes, meest hout, in allerlei pastel kleuren, pistasch groen is favoriet. We vragen aan de chauffeur of hij ons wil droppen bij de River Antoine Rum factory. In de pilot hadden we er al een stukje over gelezen. Het fabriekje werd gebouwd in 1785 en is nog steeds operationeel! Een gigantisch schoepenrad wordt door het stromende water van het riviertje in beweging gezet en via tandwielen begint de 'crusher' te werken en wordt het sap uit de suikerriet stengels geperst. Het sap wordt verwarmd in enorme koperen ketels, middels houtvuur. In grote betonnen bakken vindt de gisting plaats, vroeger gebeurde dat in vaten. Eigenlijk is dat de enige vernieuwing, voor de rest alles nog origineel. Na de rondleiding moet er natuurlijk geproefd worden van de 75% alcohol houdende rum. Met twee flessen verlaten we dit unieke plekje en vervolgen ons tripje over het eiland. Bij elk dorpje moeten we in een ander busje overstappen en ontmoeten zo heel wat inwoners. Na een niet al te succesvolle lunch, kip met vieze, slappe, vette, frites, komen we bij een dramatische plek van dit mooie eiland. Het is een steile klif van wel vijftig meter hoog, diep beneden breken de oceaan golven op de rotsen. We staan bij een historische plek. In 1651 hadden de Fransen het eiland bezet dat bewoond werd door de Caribs Indianen. De Caribs probeerden hun indringers te verjagen en menige Fransman werd stilletjes vermoord. Helaas konden ze niet op tegen de superieuren Fransen met hun 'moderne' wapens. De bewoners van het eiland werden naar de klif gedreven en daar zijn ze massaal over de rots gesprongen. Beter dood, dan zich overgeven aan de Fransen. Vlak bij de gevaarlijke rand, waar geen hekken of andere vorm van afscheiding is, staat een gedenksteen waar het hele verhaal opgeschreven staat. Het monument is geschonken door: Le Guy Brothers, Crematorium Limited! Van deze afschuwelijke gebeurtenis is een groot schilderij gemaakt, kan me helaas niet meer herinneren in welk museum ik het gezien heb. We gaan verder met onze verkenningstocht. Het was ons al opgevallen dat er heel hard word gereden door de chauffeurs. Opgefokt door de keiharde muziek uit hun eigen boxen jakkeren ze over de smalle, bochtige weggetjes met hun volgeladen busje. Als we in de middag weer richting 'huis' gaan komen we langs een school en nemen bijna een halve klas mee. De kids zingen luid mee met de nummers die de jonge chauffeur uit zijn cd player tovert en dan begint hij aan z'n tocht langs de bochtige kustweg. Ineens begrijp ik dat Louis Hamilton hier vandaan komt, er zit nog meer talent! Ze zien het hele eiland als een circuit en de haltes als pittstops. We zijn blij als we er zijn. Eigenlijk hadden we er iets van moeten zeggen, maar ja...dat bedenk ik pas als we weer op de boot zitten.

Klik Op de foto voor grote weergave

Beer.

1 opmerking:

  1. Hallo daar in de Carieb!
    Wat leuk dat jullie Grenada hebben aangedaan. Bart en ik zijn daar zo'n 7 jaar geleden ook geweest. De jachthaven in Secret Harbour stond destijds te koop en wij hadden daar wel oren naar. We zijn daar toen een week geweest, veel gesprekken gevoerd maar uiteraard ook het hele eiland verkend en we voelden ons daar prima thuis! Hele vriendelijke mensen en een prachtig eiland. Helaas ging de koop aan onze neus voorbij. Maar wel heb ik altijd nog contact met een vriendin, die daar woont. Zij was zelf ook op zeiltrip vanuit het noorden en jullie hebben elkaar gepasseerd! Zij kwam een paar dagen na jullie weer op het eiland aan. Zo klein is de wereld! GOEDE VAART VERDER WEER GEWENST!!! Marion Zondag

    BeantwoordenVerwijderen