donderdag 23 februari 2012

Union en Tabago Cays

Van dinsdag 21 februari 211e dag tot donderdag 23 februari 213e dag
De Windward Islands liggen niet ver van elkaar. De komende weken voor ons geen lange oversteken en nachten doorhalen. Heerlijk relaxed varen. We hebben alle tijd en kijken op ons gemak in de Pilot welk mooi en idyllisch eiland we nu weer zullen bezoeken. Ze beloven allemaal witte stranden, wuivende palmen, azuur blauwe baaien en veilige ankerplekken. We zetten een globale route uit en gaan voorlopig maar eens even op Union Island een kijkje nemen. In de Pilot staat: Union is a great island to visit. It stands out from afar with its dramatically mountainous outline. Clifton, the main harbor, is protected by a reef that shows off its briljant kaleidoscopic colors and patterns as you sail in. If you anchor out on the reef, the water to your east is a vast expanse of briljant green-turquoise; you can jump in the clear, clean water and snorkel on the reef.......en zo gaat het nog een poosje door. Lijkt ons geen verkeerde keuze! We starten de motor en varen er in enkele uren naar toe. De wind is pal tegen en de zeilen laten we lekker ingepakt. Rond koffietijd varen we de baai in en scharrelen richting het rif. Er is geen woord gelogen van wat er in de Pilot staat! Ongelofelijk is de kleur van het water, je mocht willen dat je ogen die kleur hadden. We zien het anker naar de grond gaan in het kristal heldere water, helaas op stenen en we moeten ietsje terug waar het in het zand beter houdt. Yes! We liggen in een ansichtkaart, een jaloers makende ansichtkaart. De snorkeltjes komen tevoorschijn en we springen er gelijk in. Wat vissen betreft valt het nog tegen, maar er komen nog zoveel andere plekken. Mayreau, Canouan, Mustique, Bequia en de grotere eilanden St. Vincent, St. Lucia en Martinique, ach, het gaat allemaal nog komen. We zijn nog maar aan het begin van onze ontdekkingstocht door de Carieb. Vlak bij ons zijn enthousiaste kite surfers bezig, vlak langs het gevaarlijke en scherpe rif vertonen ze hun kunsten en maken masthoge sprongen. In de middag gaan we even het plaatsje bekijken, wat boodschappen inslaan en langs de immigration. Terwijl René zich daar ophoudt met de paspoorten en de scheepspapieren, lopen Coen en ik over een grappig pleintje met allemaal fruitstalletjes. We willen net wat gaan kopen als we plotseling kinderen horen huilen. Als we ons omdraaien zien we nog net hoe een vader z'n beide dochters een flink pak voor hun billen geeft. Zo, dat was niet mis. Ze zitten alle twee te blèren op een bankje. Dikke tranen over de wangen. Als we dichterbij komen laat de vader zien wat ze gedaan hebben. Hij maakt kralen kettingen van minuscuul kleine glazen kraaltjes en nou hebben die twee boeven de hele bak omgegooid en liggen er honderden in het zand.
Het kost hem uren om alles weer bij elkaar te zoeken en in die tijd had hij wel twee kettingen kunnen maken en wie weet, kunnen verkopen. Rasta pappa is zichtbaar boos. De twee meisjes niet tot bedaren te brengen. Coen gaat naast ze op de bank zitten en trekt z'n trukendoos open. Hij raapt een dopje van een bierfles op en laat het voor de ogen van het tweetal verdwijnen. Ze zijn gelijk stil en na nog wat verdwijn trucjes schateren ze het uit van plezier. Als René terug komt van de Douane lopen we nog wat door het plaatsje en met de boodschappen zijn we weer snel aan boord.
De dag erop is er zo een die omgaat zonder dat er nou iets bijzonders gebeurt. Nogmaals naar de kant, beetje het stadje bekijken en we lopen even naar het strandje van de kite surfers. Ze hoeven niet in diep water te starten en kunnen zo vanaf het strand weg komen. Een aanlandige wind maakt het, zeker voor de beginners, een stuk veiliger. Het blijft een mooi gezicht en het lijkt me een waanzinnige mooie sport als je het goed beheerst. Als we 's avonds in de pilot weer een paar bladzijden omslaan zien we dat we vlakbij de Tobago Cays zitten. Laat dat nou één van de allermooiste plekken van de hele Carieb zijn. Het Horseshoe Reef is een begrip en mag niet overgeslagen worden als je hier rondvaart. Het is een groepje verlaten eilanden met parelwitte stranden en je ankert net achter het rif in turquoise groen water. We kunnen niet wachten en de volgende ochtend maken we alles snel klaar voor de tocht er naar toe. Het waait behoorlijk en er gaan twee reven in het grootzeil. Buiten staan mooie golven en het is weer echt zeilen, het ware zeilen! Er zijn twee ingangen naar het rif waarvan één veilig en aanbevolen, de noordkant. De zuid passage alleen nemen als je lokaal bekend bent. Menig charter schip is hier al in de fout gegaan. We moeten dus een eindje om varen, om het eiland Mayreau heen. Alles hoog aan de wind, met af en toe de motor bij. Voor kruisen is er te weinig ruimte, er zijn veel ondieptes om ons heen. Dan zijn we eindelijk bij de ingang. De witte zeilboten die er voor anker liggen zijn gewoon lichtgroen van de weerkaatsing van het water. We moeten helaas steeds in de overtreffende trap gaan om te beschrijven wat je ziet. Het is adembenemend mooi, de kleurschakeringen zijn oogstrelend en gewoon niet in woorden te vatten. We ankeren vlak bij het strandje. In de verte het donkerblauwe water van de zee, dan de de witte koppen van de golven die breken op het koraalrif en daar achter de lichtgroene transparante lagune. Als we snorkelen zien we schildpadden en roggen met daartussen visjes, groot en klein. Er varen vissers langs de 'Robeyne' die verse kreeft verkopen en ze willen wel ook wel een BBQ voor je klaarzetten op het strand, ze vragen er wel heel veel geld voor, 250 EC Dollar ( circa 80,= euro ) voor twee van die lekkere jongens ,want aan één hebben we niet genoeg, zeggen ze! ach, we hebben niet eens een pan die groot genoeg is voor die rakkers! De zon zakt al in de verte en het water glinstert. Ons biertje smaakt nog lekkerder op deze paradijselijke plek. Laten we hier maar eens even blijven liggen.
Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten