maandag 27 februari 2012

Tobago Cays horseshoe reef Carabian

vrijdag 24 februari 214e dag.
Het stralende ochtendlicht tovert een bonte schakering van diverse kleuren, waarvan groene, in diverse nuances, de boventoon voeren. Dit is nog eens wakker worden! Je wrijft je ogen uit en je schommelt met een bootje in het paradijs! Na een voedzaam ontbijt gaan we te water en snorkelen naar het strandje. Helaas, door de harde wind van de afgelopen nacht is het water troebel geworden en het 'aquarium' met schildpadden van de dag ervoor is veranderd in een bak met grijs groen water, de bodem is zelfs niet meer te zien. De wind wakkert nog meer aan en hoewel dit één van de mooiste plekjes van de Carieb is, liggen we er toch heel oncomfortabel. Geen enkele beschutting, de golven breken op het rif en het schuim waait de lagune in. René bekijkt snel de weersverwachting voor de komende paar dagen. Voor vandaag; harde wind, zes, en voor morgen nog ietsje meer. Met pijn in ons hart besluiten we om dit pareltje van de Carieb maar te verlaten. Helaas, het is niet anders. Soms zit het mee, soms zit het tegen. We verlaten de Tobago Cays en beginnen aan een wel heel winderig tochtje naar het volgende eiland; Canouan. We moeten tegen de Noord-Oost passaat opboksen om het eiland te bereiken. Met het bakboord gangboord diep in het water en een hellingshoek waarbij je geen koffie meer kan zetten, overbruggen we de krappe tien mijl naar de Charlestown bay. Het is wel weer echt zeilen! We ankeren voor het Tamarind Beach Hotel. Er loopt een behoorlijke swell de baai in en dat merken we als we met de dingy naar de kant gaan. Om droog aan land te komen is een hele tour, ook is het zaak dat je met het bijbootje niet onder de steiger terecht komt voordat een golf je weer omhoog zet. Via het luxe Tamarind hotel lopen we naar het centrum van het plaatsje. Het is druk, friday is payday en dan wordt het geld snel omgezet in drank. Ook hier weer harde muziek, zelfs in het tentje dat aanbevolen wordt voor een lekkere maaltijd. Gelukkig vinden we aan het strand nog iets rustigers en we smullen van red snapper en voor Coen een sirloin steak. De terugtocht met ons bijbootje in het donker is nat, heel nat en de 'Robeyne' ligt spookachtig te dansen op de golven die, gestuwd door de harde wind, de baai inrollen. We hadden het al gelezen in de Pilot, bij noordoosten wind kan het heel onplezierig liggen zijn in de baai en daarbij zijn er heftige valwinden die van de heuvels naar beneden komen en de voor anker liggende bootjes alle kanten op zwiepen. We checken nogmaals het anker, halen alles uit de bijboot, controleren de vallen, nemen nog een konsekwentie en gaan lekker slapen.

Zaterdag 25 februari 215e dag.
Het was een onrustige nacht, René heeft nauwelijks geslapen. De 'Robeyne' rukt aan zijn ankerketting als een onwillig, bokkig, paard. Tot twee maal toe er 's nachts uit om met extra lijnen te voorkomen dat de ketting tegen de waterstag schavielt. Het plan is om een wandeling te maken over dit mooie eiland. Coen blijft liever aan boord en even later lopen René en ondergetekende tegen een helling van minstens twintig procent naar boven. Het uitzicht over de andere kant van het eiland is werkelijk super! Ver in zee storten de oceaangolven zich op het rif, daarachter heerst de rust van de lagune in eerder beschreven kleuren. Een kleine Franse catamaran heeft het aangedurfd om via een smalle ingang tussen het koraal de lagune in te zeilen. We volgen ze met belangstelling.
Over het smalle pad langs de kust vervolgen we onze wandeltocht. We ontmoeten een landmeter die met zijn driepoot midden op de weg bezig is. Zijn collega staat ergens tussen de dichte begroeïng boven op een heuvel in de verte. We zien alleen een vlaggetje omhoog komen, de man moet er ergens onder staan. We kletsen even met de uit Nieuw Zeeland afkomstige jongeman. Het is wat we al dachten, als er landmeters bezig zijn komt er of een nieuwe weg, of ze gaan er bouwen. Dat laatste is het geval. Een Ierse investeerder heeft twee honderd miljoen gestoken in een nieuw project. Canouan bestaat tegenwoordig al uit twee delen." The Canouan Resort Development Company" is eigenaar en ontwikkelt de noordelijke helft van het eiland.. Met hekken en bewaking, afgesloten voor de lokale bevolking en ongenode gasten. Het kleine vliegveld vergroot en de landingsbaan verdubbelt in lengte. Er kunnen nu privé jets landen. Onze wandeling eindigt inderdaad bij een wachtershuisje en we worden resoluut teruggestuurd, privé terrein! Net als het eiland Mustique wordt dit pareltje langzamerhand in bezit genomen door de rich and the famous. Resorts met schitterende privé huizen, golfbanen, zwembaden, restaurants en er staat al een mega casino boven op de berg. Later, als we terug zijn in het dorpje en we wat met lokale mensen praten blijkt dat ze helemaal niet zo blij zijn met de ontwikkelingen op hun eiland. Het heerlijke strand aan de oceaan kant bij het rif is ook al privé eigendom geworden en dat was nou net de plek waar hele families met de kinderen altijd gingen picknicken. Toch heeft de ontwikkeling hun ook wel voordelen gebracht. Sinds 1992 hebben ze er elektriciteit en is er meer werkgelegenheid. Terug aan boord besluiten we te gaan verkassen. De boot giert als een gek en er loopt nog steeds een nare swell. Het waait nog steeds hard en volgens een plaatselijke visser komt dat doordat het nieuwe maan is. Niet langer wachten, we starten de motor en varen naar Corbay. Deze baai staat aangegeven als een kleine, beschutte en mooie baai. Jammer, als we er aankomen zien we betonmolens, zakken cement en andere bouwmaterialen op de oever. Stofwolken komen van het land en waaien de baai in. Een klein stukje terug hadden we wel een mooie plekje gespot, er lag al een Engels jacht voor anker. Even later zijn we ter plaatse, het heet de Rameau bay. Het is er heerlijk rustig en het water glashelder. Met de duikbril op zien we dat ook dit keer het anker zich perfect heeft ingegraven. Pelikanen vliegen rond de boot, er zal vast wel veel vis zitten. Coen en René roeien met ons bootje naar het mini strandje waar ze kennis maken met de vrouwelijke opvarenden van het Engelse jacht, die daar lekker aan het chillen zijn. Nog een uurtje snorkelen en dan begint het alweer te schemeren. In de rode schijf van de zinkende zon vaart nog een zeilboot op de onstuimige zee. Wij voelen ons veilig en geborgen achter ons ankertje in de baai. Morgen zien we wel weer verder.
Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten