woensdag 22 februari 2012

Naar Carriacou

Zaterdag 18 februari 208e dag We moeten verder naar het noorden en kiezen voor het eilandje Carriacou en het hoort nog bij Grenada, zoals Tobago bij Trinidad. Het bescheiden hoofdstadje heet Hillsborough. Het heeft wel honderd rum winkeltjes en maar één benzine station! Het is een leuk eilandje, de bewoners zijn vissers, boeren of ze runnen een winkeltje. Ze behoren tot de vriendelijkste van de Caribbean. De vissersvloot bestaat uit traditionele zeilboten en ze bouwen ze gewoon op het strand. Volgens de pilot heeft het magnifieke ankerplekken achter het rif waar je kunt duiken en snorkelen in een azuur blauwe lagune. Carriacou betekent trouwens: eiland omgeven door riffen. We gaan het beleven! We gaan anker op en varen naar de steiger om water en diesel te tanken. We treffen er Bart en Birgitt van de' DD' en nemen hartelijk afscheid. Ze moeten nog wat hier blijven voor nodige reparaties en hoeven pas in april in St.Lucia te zijn waar hun kinderen aan boord komen. Ze hebben dus geen enkele haast. De kans dat we ze nog gaan tegenkomen is daarmee beperkt. Omstreeks twaalf uur gooien we los en varen de baai uit. We sturen het schip nog even langs de 'Vrijheid' van Eric en Ella, ze zijn net die ochtend aangekomen na een nachtje zeilen vanuit Tobago. Slapen ze nog? Nee, Ella steekt haar hoofd uit het luik op ons geroep en we kunnen nog net vragen of ze al het echte Carieb gevoel heeft, ja helemaal! We zwaaien en de deining krijgt ons scheepje al te pakken. De zeilen gaan omhoog en met een strak blauwe hemel en een heerlijke wind varen we langs Grenada. Het is weer puur genieten. In je blote bast, wel met pet, zeilen we hoog aan de wind noord uit. Wat een belevenis, zeilen in de Carieb! De hele dag varen we langs het eiland en tegen schemer zijn we nog maar net bij David Point, het meest noordelijke stukje. We kunnen de koerslijn naar Carriacou niet volgen, zo hoog aan de wind wil 'Robeyne' niet. We zullen dus nog wel een paar slagen moeten maken. De zonsondergang is weer volgens het boekje, we wachten nog op het bekende fenomeen van het groene licht, maar helaas ook dit keer niet. Een giga cruiseschip komt ons achterop. Badend in een zee van licht schuift de mastodont door de donkere nacht. Bestemming St. Lucia lezen we op de AIS, aankomsttijd morgen om 11.25 uur. Wij gaan ook nog enkele uren door. De wind laat het gelukkig niet afweten en onder een magnifieke sterrenhemel zeilen we onze bestemming tegemoet. Omstreeks half drie zijn we bij Hillsborough bay. Rode en groene knipperlichten markeren de twee gevaarlijke eilandjes; Jack A Dan en Sandy Island. Voorzichtig naar ondieper water, waar twee zeilboten voor anker liggen. Dan gaat ook bij ons 25 kg Rocna naar de bodem, nog even vol achteruit draaien om te controleren of het wel goed houdt en dan kan ook de motor uit. Wat een rust. Hoewel? In het stadje is nog volop leven, keihard klinkt de muziek van Bob Marley over het water, ach, het is toch zaterdagavond en we zijn tenslotte niet in Purmerend. Zondag 19 februari 209e dag Honderden kleine zilveren visjes zwemmen rond de boot als we, knipperend tegen het ochtend licht, over de reling in het heldere water kijken. Na het ontbijt gaan René en ondergetekende naar de wal. Hillsborough is in afwachting van het carnaval. Ze bouwen overal tentjes op waar eten en drank verkocht gaat worden. Ook staan er geluidsboxen, niet twee, nee een hele wand en dat recht tegenover het politie bureau. Als je erlangs loopt dreunen de bassen tot in je maag. De overige winkels zijn gesloten. Snel zitten we weer aan boord en zwemmen, lezen en luieren wat. In de avond gaat de muziek voluit en het gaat de hele nacht door! Het carnaval is dus begonnen. Maandag 20 februari 210e dag Nog steeds dreunen de decibels over het water. Als we met ons bijbootje naar de kant gaan zien we het resultaat van een hele nacht door feesten. Sta je daar nuchter, met net een muesli ontbijtje achter de kiezen. Ze liggen en hangen gewoon op straat tussen de kapotte bierflessen. De lucht van de rum komt je tegemoet. Sommigen slapen al. Bij de geluidsboxen wand wordt nog volop gedanst. De opzwepende muziek verdrijft waarschijnlijk alle vermoeidheid. Vooral de meisjes zijn schaars gekleed. Jongens en meisjes dansen zeer close met elkaar en ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ze heftig copulerende bewegingen maken en dan hebben we het niet over de missionaris houding. De remmen zijn totaal los. De meesten hebben zich ingesmeerd met afgewerkte carter olie en hun lijven glimmen in de vroege ochtend zon. Ook hebben ze de gekste dingen bij zich, houten geweren, een oude telefoon met snoer en één heeft zelfs een varkenskop in z'n handen. Het restant beest ook helemaal ingesmeerd met zwarte olie, gatver.... Ze houden het nog uren vol en dan gaat de hele meute achter de geluidswagen aan naar het strand. Ondertussen doen wij wat boodschappen, want in de middag hebben ze ons een parade beloofd. Het zou om drie uur beginnen, hier en daar zien we al kinderen in carnaval outfit schuchter in hun badpak met gekleurde veren over straat gaan. Ons geduld wordt op de proef gesteld, niemand schijnt precies te weten hoe laat 'Ze' komen. Dan eindelijk, als de schemer zijn intrede doet komen de Caraïbische dansmariekes de hoek om zetten gevolgd door kleurrijk geklede en prachtig uitgedoste kinderen. Trotse ouders lopen met film en fototoestellen door de optocht om het evenement voor later te bewaren. Ach, het is heel ontwapenend en de kids dansen en zingen terwijl de toeschouwers langs de kant hun aanmoedigen. Het is geen Rio de Janeiro en het strand geen Copacabana maar toch heel wat leuker dan wat we vanmorgen zagen. Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten