zondag 16 oktober 2011

Het Cruiseschip

De avond valt, binnen enkele minuten is de bron van al het leven in het westen onder de horizon gezakt. Het lijkt wel of ze haast heeft, morgen moet ze weer aan de andere kant van de wereld zijn.
Gelijk wordt het frisser en donkere wolken vullen het zwerk. We genieten van Coen zijn éénpans gerecht en keuvelen nog wat na in ons kleine kuipje. Bij het schaarse licht van een half maantje, dat zich af en toe achter de wolken verstopt snort de Robeyne voldaan in de goede richting. Een immens groot cruise schip gaat op 1 mijl afstand voor ons langs. Uit de honderden ramen en patrijspoorten schijnt uitbundig licht. Een varend vijf sterren hotel. In gedachte zie ik een echtpaar in één van de super de luxe buitenhutten. Met balkon en uitzicht op zee, had hij nog nadrukkelijk op het reisburo gezegd en gekregen. Het mag wat kosten. Hij heeft niet voor niets z'n hele leven zo hard gewerkt en nu met pensioen gaan we er eens mooi van genieten had hij tegen z'n lief gezegd. Ze was het er helemaal mee eens. Op de rand van het kingsize boxspring bed ligt haar hele garderobe uitgestald, de bijpassende schoentjes op het dikke tapijt op de grond netjes op een rij." Wat dacht je van die kobalt blauwe zijden jurk met boothals, is dat niet toepasselijk voor het captains dinner vanavond? " " lijkt me prima" roept hij vanuit de rijk verlichte badkamer zonder te kijken. In dit soort situaties is hij gewend haar altijd gelijk te geven. Hij frummelt nog wat aan zijn witte smokingjasje terwijl zij liefdevol het bijpassende strikje om zijn nek vast maakt. In de lift naar de elfde verdieping, het restaurant dek, bekijkt ze zichzelf in de spiegel. Die Italiaanse kapper van het promenadedek heeft er iets moois van gemaakt. Tevreden draait ze haar hoofd, om ook de achterkant van haar kapsel te inspecteren. Ja, hij heeft het goed geknipt. Met haar hand streelt ze sierlijk het grijs golvende haar. Met haar mooi klassieke uiterlijk heeft ze iets koninklijks. De charmante rimpeltjes bij haar ogen getuigen van een vrolijke kijk op het leven. Arm in arm stappen ze het exclusieve restaurant binnen waar de obers in witte jasjes met zilveren schalen, waarop fluten champagne, de gasten verwelkomen. Op een kleine verhoging speelt een orkestje melodieën van Richard Kleidermann. De vier wijnglazen bij elk couvert op de damasten tafelkleden beloven een culinair rijke avond. Liefdevol schuift hij de stoel voor haar aan. Zo,laat de ganzenlever met toefjes kaviaar maar doorkomen. Het volgende gerecht, wilde zalm op een bedje van gepureerde prei met koriander, omgeven door een schoolklasje van rivierkreeftjes is tongstrelend, het zijn allemaal smaaksensaties en tussen de gangen door kan er gedanst worden op de ritmische klanken van muziek uit de Caribean. Zo glijdt het statige cruiseschip met wellicht duizenden passagiers door de nacht. Langzaam zien we het alsmaar kleiner worden tot slechts een stipje van licht aan de donkere horizon. Wij nemen nog een yoghurtje, gaan slapen of nemen de wacht. Onze vierde nacht op zee. Tijdens Coen zijn wacht ziet hij 1 schip en 1 dolfijn. René ziet niks, maar heeft wel twee hoofdstukken van een gesproken boek beluisterd over het leven van Odysseus. Ik mag het licht zien worden met schitterende wolkenpartijen in de kleuren oranje en rood. En dan is het alweer:

Zondag 16 oktober de 84e dag.
We proberen het ware zondagochtend gevoel op te roepen en verwennen onszelf met mooie muziek. René heeft bijna 9000 muzieknummers in de laptop en even later schalt de stem van Suzan Boyle over de oceaan. Il Divo, met 'have you ever really loved a woman' volgt en prachtige piano klanken van Schubert vervolmaken deze ochtend. Net voor dat we aan de lunch toe zijn zit er een vis aan de haak van de lijn die we permanent achter de boot aanslepen. Coen, als ervaren visser maakt hem vakkundig schoon en serveert de fileetjes voor de lunch. Verser hebben we nog niet eerder gegeten.
Vanmorgen zwom ie nog, zingt hij plagerig. Het was een Atlantic Bonito, volgens de boeken en smaakte super lekker. Nog 84 nautical myles te gaan. Met een vaartje van zes knopen doorklieft onze Robeyne het zilte nat, een mooie witte snor van boegwater voor zich uit duwend.
Porto Santo, here we come!
Beer

1 opmerking: