donderdag 13 oktober 2011

Reis naar Madeira

Woensdag 12 oktober 80ste dag
Nadat René en Coen de boodschappen hebben gedaan voor de komende vijf of zes dagen vertrekken we uit de haven van Albufeira. Het is bijna twaalf uur. We nemen uitgebreid afscheid van Hans en Suzan van de 'Sobat Kras'. Twee maanden hebben we samen opgezeild, gewandeld, geborreld, gegeten en gelachen. Het zijn fijne en gastvrije mensen en we hebben veel aan elkaar gehad. We hebben lief en leed gedeeld. Nu scheiden onze wegen. Eind oktober gaat hun prachtige schip in Lagos op de kant en gaan ze voor een half jaar terug naar Parkhaven. Familie omstandigheden hebben hun doen besluiten hun grote reis nog even uit te stellen. We kussen en huggen en dan gaan de trossen los. Nog lang zwaaien we naar elkaar maar dan draaien we de haven uit op weg naar open zee en is het contact verbroken. Het is heerlijk om het zeewindje weer te voelen na het verblijf in de warme haven. Onze koers is 240 graden en we zetten onze klok een uur terug naar UTC. De eerste uren worden bepaald door weinig wind en we motor-zeilen naar de shipping-lane. Tamelijk veel grote schepen kruisen onze weg, komende vanuit de straat van Gibraltar. We hoeven geen koers te wijzigen en schipperen er aardig tussendoor. De zon is al aardig gezakt en langzaam valt de schemering. Om 18.00 uur gaat hij onder en zien we nog vaag de kust van de Algarve. We delen de wachten in en met een licht Noorder windje glijden we zacht wiegend over de bescheiden golven. We zijn op weg naar Porto Santo, het eerste eiland vanuit Portugal van de Madeira Archipel. Het heldere licht van de vuurtoren van Cabo St Vicente gaat ritmisch langs de horizon. De nacht verloopt zonder problemen en afwisselend zijn we vier uur schipper van de Robeyne. De golven glinsteren in het zilveren licht van de maan. De oceaan is nu opvallend leeg en het is puur genieten om te zien hoe ons vertrouwde schip, de zeilen gebold, zijn weg door de nacht vervolgt. Om half zes kleurt het Oosten alweer rood en even later staat de zon in al zijn glorie aan de horizon. Het is prachtig zeilweer en met een rustig gangetje van vier knopen tellen we de mijlen af op onze weg naar Porto Santo. Tijdens de koffie krijgen we bezoek van een bont gevederd geel met bruin vogeltje. Zichtbaar vermoeid en waarschijnlijk dorstig zit het schepseltje van Moeder Natuur op de zeereling. We strooien kruimeltjes toast en vullen een bakje water. Dan neemt ze de benen en vliegt weg van zijn tijdelijke verblijfplaats zo ver van de vaste wal. Even later zit ze er weer met een grote insect in d'r bek. Dit herhaalt zich een paar keer. Heeft ze eindelijk haar thuis gevonden? We zullen zien, bij ons is ze welkom. Het is twaalf uur en dan hebben we er bijna honderd mijl opzitten, nog vierhonderd te gaan.
Beer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten