woensdag 19 oktober 2011

Naar madeira

Dinsdag 18 oktober 86e dag.
We gaan met de dingy naar de wal om het plaatsje te bekijken. De VVV is dicht, het seizoen is klaarblijkelijk voorbij. Er rijdt nog wel een sightseeing bus en we besluiten die te nemen om iets van het eiland te zien. Erg veel heeft Porto Santo niet te bieden. De uitzichtpunten waar de bus stopt zijn wel de moeite waard. Vanaf zo'n hoogte kun je het eiland goed overzien en diep beneden in het kleine haventje ligt de Robeyne zachtjes te schommelen. Er is helaas geen uitleg in meerdere talen via de oordopjes formule en de chauffeur spreekt maar vier woorden Engels. Bij elke stop roept hij " Ten minutes , no more" .Na afloop van de weinig spectaculaire tocht doen we nog de boodschappen bij de supermarkt en staan we ineens tussen de huismannen en vrouwen van Porto Santo. We hebben niet zoveel nodig. De oversteek naar Madeira is maar veertig mijl, een dagtocht dus en in Funchal zijn er winkels te over. Terug bij de haven drinken we nog een biertje op het terras van het clubhuis en maken kennis met drie landgenoten. Ze stellen zich voor als Willem, Lea en vriend Hans. Ze zijn net van de Azoren gekomen en hebben een schip gekocht van Hans die daar permanent woont. Willem heeft mooie verhalen. Hij is al vijf keer met Lea de oceaan overgestoken.
Hij zeilt eigenlijk nog niet eens zo heel lang. Met z'n eerste bootje, een van der Stadt primaat, gebouwd van 9 mm hechthout en gekocht voor 500 euro!! maakte hij singlehanded z'n eerste oversteek naar Suriname." D'r kwamen nog wel wat kosten bij" zegt ie in sappig Amsterdams," een dingy een gps ie en meer van die zooi , kom ik met dat ding in windkracht 10 terecht, nou alles naar beneden dus en ben ik maar binnen gaan zitten en mezelf een paar borrels ingeschonken en gedacht dat ding blijft wel drijven. Fijn hoor zo'n licht bootje, ik heb nog nooit een klappie groen water in de kuip gehad. Het varen beviel hem zo goed dat hij thuis, huis en zaak verkocht en besloot de rest van z'n leven maar op het water door te brengen. Een Catalac catamaran was hun huis de laatste zes jaar en nu dus die nieuwe boot. Vijftien meter zeilend staal gekocht van Hans die er op de Azoren resque's mee deed. Hij heeft regelmatig zeilboten opgehaald die met problemen enkele honderden mijlen van de Azoren dreven, zoals die ene met nog twee liter drinkwater en één blik spaghetti. Willem heeft nog goeie tips voor Suriname waar hij trouwens begin januari zelf ook zal zijn. We bekijken nog even hun nieuwe aankoop en gaan dan terug aan boord en bereiden ons vertrek voor. Zodra het licht wordt zullen we vertrekken. De windverwachting is gunstig vijf tot zes beaufort uit de goede richting.

Woensdag 19 oktober 87e dag.
Het windmolentje heeft de hele nacht staan draaien dus de wind is er blijkbaar al. Voor dag en douw verlaten we de haven en maken gelijk gebruik van de goede wind. Dit belooft een snelle overtocht. Met de 25 knopen wind is de Robeyne in haar element en wordt de 40 mijl snel overbrugd. Terwijl de contouren van Porto Santo achter ons vervagen doemt Madeira in al haar glorie op aan de horizon. De bergen zijn hier aanmerkelijk hoger, ruim 2000 meter en verder is het er veel groener. We stuiven langs het vliegveld dat langs de steile wand lijkt te zijn geplakt, met een landingsbaan op palen ver in zee. Bij Funchal aangekomen roept Coen de havenmeester op om een ligplaats in de haven te vragen. Ja, 26 oktober zijn we eerste! De haven ligt bomvol, jammer dan, dat wordt ankeren buitengaats. Niet erg prettig, we liggen lagerwal en er staan nog flinke golven. We liggen te hotseklotsen en te slingeren als een speelgoed eendje in een bubbelbad. We controleren of we goed blijven liggen en als het vertrouwen daar is beginnen we aan happy hour, iets vroeger dan normaal maar dat moet kunnen. Hoewel we zelf goed liggen, kijken we toch met argus ogen naar de andere zeilboten. Lag dat schip straks niet op een andere plek, hij komt behoorlijk dicht bij de keien. Maak je je geen zorgen om je eigen schip, ga je op die andere zitten letten. En ja hoor terecht, het anker van een Frans jacht krabt en dat ziet er niet goed uit. We willen net de havenmeester oproepen als de eigenaar met z'n vrouw in een dingy komen aangescheurd. Ze waren natuurlijk lekker de wal opgegaan en de snel opgekomen wind te laat bemerkt. Ze zijn net op tijd en hadden geen kwartier later moeten komen. En dan is staat René achter me te koken terwijl ik zit te schrijven, nog even en dan gaan we lekker eten. Buiten waait het nog steeds hard maar de duizenden fonkelende lichtjes van de stad Funchal maken een hoop goed. Morgen gaan we aan land.
Beer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten