woensdag 21 september 2011

Cascais-Sines

Zaterdag 17 september 55e dag.
Onze tweede dag met de hop-on hop-off bus gaan we via de buitenwijken van Lissabon naar het 'Ocenario' , het immense zeeaquarium op het terrein van de ex Expo 1998. In de folder lezen we: 'een stukje oceaan met zeven miljoen liter zout zeewater, achtduizend dieren van vijfhonderd verschillende soorten. Nu zijn er wel meer plaatsen in Europa waar je het onderwater leven kunt bewonderen. Deze is wel de grootste en zeker één van de mooiste. Ouders met kinderen, sommigen in de buggy, vergapen zich achter een mega glazen wand, terwijl de haaien, barracuda's, zeeslangen, roggen, octopussen en andere gevaarlijke en minder gevaarlijke zeebewoners op een neuslengte aan hen voorbij zwemmen. Alle oceanen zijn er vertegenwoordigd. Het ene moment sta je te puffen in het klimaat van de Indische oceaan, dan weer te rillen bij de pinguins van de Antartica met heus ijs op de rotsen en in het water, omdat deze dieren zich daarbij het lekkerst voelen. In een aquarium, waar bijna iedereen aan voorbij loopt, omdat ze denken dat er niks inzit behalve wat zeewier, ontdekken we een schepsel van Moeder natuur wat alleen maar verbazing en verwondering opwekt.
Zoals een wandelende tak nauwelijks is te onderscheiden van zijn omgeving, heeft dit 'zwemmend zeewier' iets anders kunnen we niet bedenken zich volledig aan zijn habitat aangepast. Je moet heel goed kijken en dan heeft het zeewier ineens oogjes en beginnen de 'bladeren' te bewegen en blijken het vinnen te zijn. Echt waanzinnig! Ook zien we grappige zeeotters, hun vacht heeft honderdvijf en vijftigduizend haartjes per vierkante centimeter! Op hun rug zwemmend spelen ze met steentjes die ze aan elkaar overgeven. Je kunt er naar blijven kijken. Het zijn maar een paar voorbeelden. In Oceania zwemmen, liggen, vliegen en kruipen de meest exotische exemplaren en we 'verzwikken' onze ogen op wat de natuur hier prijsgeeft. Bij de schutkleuren van tong, heilbot en schol in een bassin met zanderige bodem kan Coen het toch niet nalaten te zeggen, ja wel mooi, maar we moeten niet sentimenteel gaan doen, vanavond worden ze in alle restaurants geserveerd en peuzelen we het nu zo bewonderde onderwaterleven lekker op! Natuurlijk heeft hij gelijk, de tentoonstelling is meer bedoeld om de mensen bewust te maken van het leven in de oceanen en overbevissing en vervuiling tegen te gaan, zodat de generaties na ons op dezelfde wijze kunnen profiteren hetgeen de zeeën bieden. We 'hoppen' terug naar het oude stadsdeel Bairro Alto in de hoop een Fado tentje te vinden om daar ons dagelijkse drankje te drinken. We zijn natuurlijk veel te vroeg, de meeste Fado restaurants openen pas om tien uur hun deuren. Wel vinden we een klein eethuisje waar we van de Portugese keuken proeven. Voldaan,ook van deze derde dag Lissabon, lopen we terug naar de jachthaven.

Zondag 18 september 56e dag.
De weersberichten zijn niet aanlokkelijk om de zee op te gaan. Harde wind uit het Noorden, zes en zeven beaufort met een 'swell' van vier meter. We are not in a hurry en er is nog genoeg te doen aan boord. René schildert het ankerspil, ondergetekende gaat voor de boodschappen ( supermercado gewoon tot negen uur 's avonds open) en Coen maakt schoon, wast af, ruimt op. Blog wordt verstuurd, mail beantwoord, bonnetjes ingeschreven voor de financiën, social talking met buren, Tshirts wassen. De Robeyne lijkt wel een drijvende droogmolen! De dag vliegt voorbij. René vindt in een afvalcontainer nog een mooi stuk touw. Een lengte en dikte die we nou net precies nog nodig hadden om het anker beter te zekeren. Er moeten nog ogen en haken aan gesplits worden en dan onderscheiden deze ervaren zeebonken zich van ondergetekende 'zoetwatermatroos' Professioneel worden de uiteinden gesplitst en voorzien van 'haken en ogen'.We hadden het plan na het eten nog naar Lissabon te lopen en te proeven van het 'nachtleven'. Als het zover is zitten we met een lekker rood wijntje te kletsen en hebben helemaal geen zin meer de wal op te gaan. Het is goed zo. We hebben ons best gedaan deze mooie stad te beleven en hebben het gevoel dat we daarin zijn geslaagd.

Maandag 19 september 57e dag.
Het is tien uur als we de Doca de Alcantara jachthaven verlaten. Na de brug draaien we de Taag op en hijsen gelijk de zeilen. Met de stroom en een beetje wind glijden we langs de oever en onder de imposante brug 'Ponte da 25 Abril' door. De contouren van Lissabon vervagen in het vroege ochtendlicht. De herinneringen aan de zo tot de verbeelding sprekende stad zullen hopelijk lang blijven. Een groot containerschip, geassisteerd door twee sleepboten manouvreert voorzichtig naar de kade . D'r zijn nog wel wat ondieptes waar we op moeten letten, verder is het een erg relaxed tochtje naar Cascais waar we tegen lunchtijd het anker laten zakken. Voor de tweede keer deze reis liggen we in deze prachtige en beschutte baai. Het bijbootje is zo opgepomt en tien minuten roeien later lopen we gedrieën door de pittoreske winkelstraatjes van dit bij mooie vakantie plaatsje. Cascais en het zuster plaatsje Estoril zijn zeer geliefd bij Nederlandse vakantiegangers , we horen dan ook veel van onze eigen taal in de Jumbo waar we voor enkele dagen voorraad inkopen.
Ook deze avond, zonder televisie, al zeven en vijftig dagen! Brengen we door met lekker kletsen en bijbehorende alcoholische versnaperingen.

Dinsdag 20 september 58e dag.
De meeuwen krijsen, vissersbootjes verlaten de haven in de hoop op een goede vangst. De zon weerkaatst z'n gouden licht in de ramen van Hotel Baira. Palmbomen, gelijk versiersels op een lux ijsdessert, boven de zacht roze en geel geverfde huizen. Een handvol zeilboten van diverse nationaliteiten liggen op zwemafstand van ons zacht schommelende bootje. Een kerkklok, het binnenrijden van een trein, hoog in de lucht een vliegtuig op weg naar ? Het is half acht en ik zit in de kuip en geniet van het wakker worden van Cascais. Vandaag gaan we verder zuidwaarts langs de Portugese kust.
Sines is een mogelijkheid om aan te lopen , de afstand is 65 mijl. Bij weinig wind een nachtje door anders wellicht laat in de avond. We draaien het anker binnen en verlaten deze rustieke baai.
Als we langs een voor anker liggend Canadees jachtje varen, roept de op afstand zeer aantrekkelijke zeilster: "What a beautifull boat"! René's dag kan niet meer stuk. In de monding van de Taag liggen meerdere zeeschepen voor anker. Een ervan is van de Nederlandse rederij Wagenborg uit Delftzijl.
'For orders' lezen we bij de AIS gegevens en hij lag er al toen we een week geleden de Taag opvoeren. Daar moet dus geld bij! Het is prachtig zeilweer, een mooie bries uit het oosten, een aflandige wind dus weinig golven. Met zes en een halve knoop doorklieft de Robeyne het azuur blauwe water van de Atlantische Oceaan. Helaas is het plezier van korte duur, tijdens de koffie 'kakt' de wind ( zeilers jargon ) finaal in. De snelheid loopt terug tot een schamele twee knoopjes. Het kielzog murmelt dromerig en het wordt warm. Het duurt uren voor we Cabo Espithel voorbij zijn. Op de donkere klifrand van de, uit zee opreizende kaap, staat een witte vuurtoren glanzend in het zonlicht. Op enige afstand staat een kerkje aan de de rand van de afgrond. Door erosie dreigt het in de toekomst van de rots in zee te storten. Maar volgens René laat God dat niet gebeuren! We genieten intens van deze prachtige dag. Het is nog 11 mijl naar Sines, als om halfacht de zon in het westen ondergaat. De lucht kleurt geel, violet en paars. De duizenden lichtjes van het aangrenzende olie en industriecomplex komen al in zicht. Er liggen een zevental grote tankers voor anker in afwachting hun lading ruwe olie, meestal uit de Perzische golf, te kunnen lossen. Heerlijke muziek van Neil Diamond, een soundtrack van de film 'Jonathan Livingstone seagull' vult ons donkere kuipje terwijl de Robeyne, op de laatste wind, dichter en dichter bij de havenmond komt. De uitgerolde vislijnen worden binnengehaald. Ook deze dag waren de vissen verstandiger dan wij. Dan is het in het donker nog even goed uitkijken, twee grote sleepboten voeren de lichten alsof ze een sleep trekken, hetgeen bij nader inzien niet het geval is, het schept wel verwarring in de voor ons onbekende haven. Slordig van die gasten! Verwacht je niet van beroeps zeelui. De ankerplaats is snel gevonden en tussen een aantal andere zeilboten laat Coen het anker in acht meter diep water zakken en viert dertig meter ketting uit. De zeilen worden opgebonden, het driekleuren licht verruild voor het ankerlicht en dan is er......nee geen koffie, maar een lekker biertje op de veilige aankomst.
Beer.

1 opmerking: