zaterdag 10 september 2011

weg uit de Ria's

Dinsdag 6 september 44e dag.
In de ochtend liggen er zo maar drie enorme cruise schepen naast onze jachthaven. Door hun enorme hoogte van wel tien dekken stelen ze onze zon en liggen we nog lang in de schaduw. Met de gasfles is het niet gelukt, volgende haven dan maar weer proberen. We doen snel boodschappen, tanken water en maken ons bootje klaar. De passagiers van de cruise schepen gaan aan wal en rondom de terminal is het een komen en gaan van grijze krulletjes en iets te dikke buikjes, behangen met fototoestellen van Japanse makelij. De schepen varen meestal 's nachts om overdag in een haven hun 'lading' te kunnen lossen. Vigo is blijkbaar populair. Het is ook een mooie oude stad. Het is vroeg in de middag als we losgooien uit de gastvrije haven met bestemming Leixöes in Portugal. Het is 75 mijl en het plan is een nacht door te varen. Op de motor tuffen we de baai uit en eenmaal buiten kunnen de zeilen omhoog. We laten nu de Ria's achter ons. We hebben ze uitgebreid bezocht, bevaren, beleefd in gezwommen en geankerd. Het was zeer de moeite waard. Een gebied, voor de meeste Nederlandse vakantiegangers helaas onbekend. Het is prachtig mooi zeilweer, de zon brandt, geen wolkje aan de hemel en de wind trekt aan tot 20 knopen ( vijf beaufort).Het is de Nortada, een harde Noorder wind, die 's zomers meestal langs de Portugese westkust waait. We varen 'pal voor 't lapje' en bomen de voorzeilen uit. De oceaandeining deert ons weinig. We stijgen en dalen op de lange golven. De kust blijft goed in zicht en één van de cruiseschepen komt ons achterop. Op de AIS zien we dat het de 'Orania' is van de P&O op weg naar Lissabon met een vaartje van ruim 17 knopen. Rond drie uur zijn we dwars van de rivier de Rio Mino, die de natuurlijke grens vormt tussen Noord Spanje en Portugal. We hebben aan boord inmiddels zo onze eigen plekjes. René, op het bankje achter het roer met z'n onafscheidelijke sudoku boekjes. Coen, relaxed in de kuip met z'n Ereader met voor deze reis minstens 800 boeken.. Zelf zit ik graag op het voordek te kijken hoe ons schip, voortgedreven door windkracht de golven doorklieft. Mijl na mijl, met een gemiddeld vaartje waar ze bij de avondfietsvierdaagse jaloers op zouden zijn. Ik kan daar intens van genieten en denk gelijk hoe belangrijk het zeilschip door de eeuwen heen is geweest voor de mensheid. Helaas niet altijd voor goede zaken. De Noormannen met hun Vikingschepen kwamen om te roven en te plunderen. Van het jaar 800 tot 1000, leerde ik al op school. De oorlogen op zee uitgevochten,standbeelden van zeehelden vind je in alle Europese havensteden. De slavenhandel, miljoenen Afrikanen weggevoerd naar de West voor dwangarbeid op plantages. De, door onze voormalige minister president Jan Peter Balkenende nog zo geprezen V.O.C, vervulde een sleutelrol in het, een halve eeuw durende mensonterende transport. Maar ook veel positiefs en goeds heeft het zeilschip gebracht. De grote ontdekkingsreizen van Columbus, Maghalhean, Vasco da Gama, Thomas Cook, Abel Tasman, Willem Barentsz, alles met zeilschepen. Mijn eerste 'grote mensen leesboek' was van de Kontiki, het vlot waarmee de Noorse antropoloog Thor Heyerdahl van Peru naar de Polynesische archipel zeilde. Hij wilde aantonen dat de Inca's vroeger met vlotten diezelfde reis gemaakt moesten hebben, aangezien er overblijfselen van de Inca cultuur daar waren aangetroffen. Zo kan ik wel uren doorschrijven over de rol van het zeilschip, maar terug naar de 'Robeyne'. Na marifoon contact met de 'Sobat Kras', die eerder uit de haven van Bayona is vertrokken en nu in Povoa de Varzim ligt, besluiten wij, ook daar naar toe te gaan. Als de wind blijft waaien en dat doet ie, kunnen we rond middernacht in de haven liggen. We moeten nog langs een gevaarlijk obstakel in volle zee. In de Reeds beschreven als een ' Offshore wave power for generating electricity. In zee drijvende, honderden meters lange buizen die door de beweging van de golven elektriciteit opwekken. Als we daar voorbij zijn komen de havenlichten in zicht. Suzan en Hans staan op de steiger met een schijnwerper om ons in het donker wegwijs te maken en een box aan te wijzen. Niet veel later liggen de twee boten weer zij aan zij en nemen we nog een afzakkertje op hun comfortabele jacht.
Woensdag 7 september 45e dag.
Rommeldagje, met de gastank lukt 't ook hier niet. René zit drie kwartier boven in de mast voor reparatie aan de marifoon antenne. Hij noemt dat zelf vaak z'n enige mogelijkheid voor een beetje privacy! En te genieten van een mooi uitzicht. In de middag 'verkennen' we Povoa de Varzim. Doet ons een beetje aan Zandvoort denken. Hoge flats aan de boulevard, daarachter gezellige straatjes. Wat opvalt is een honderden meters lang prachtig tegeltableau in Delftsblauwe kleuren op de boulevard. De hele geschiedenis van deze vissersplaats afgebeeld in taferelen. Dramatisch is de afbeelding van een storm die de visserschepen op de rotsen slaat, vrouwen op het strand staan wanhopig met hun handen ter hemel, hulpeloos toe te zien hoe hun geliefden in de woeste golven verdrinken. We zijn net terug aan boord als er een sirene begint te loeien zoals wie die in ons land kennen van de eerste maandag van de nieuwe maand. Zal wel stoppen, denken we nog, maar even later begrijpen we de rede. Er komt van zee een dikke mist opzetten en even later zitten we in nevelen gehuld. De sirene loeit om de vissers de weg naar de haven te laten terug vinden. Het zijn vaak kleine scheepjes die niet met moderne navigatie middelen zoals radar zijn uitgerust. Toen wisten we nog niet dat hij bijna veertig uur nonstop zou blijven loeien! Daarbij zakt de temperatuur zeker tien graden en waait het ook nog eens behoorlijk. We hoeven gelukkig niks meer en sluiten de luikjes.In ons comfortabele onderkomen laten we ons de op de vismarkt gekochte tongetjes goed smaken. Om middernacht gaan we toch nog even naar de buren, Suzan wordt acht september 50! en dat is het inmiddels. We zingen van lang zal ze leven,kussen, drinken een glas of wat en René heeft een mooi Slauerhoffachtig gedicht voor haar bedacht dat hij haar voordraagt. We besluiten de happening met de afspraak de volgende ochtend (is het al) met z'n vijven naar Oporto te gaan. De sirene op het havenhoofd loeit de hele nacht en dat scheelt wel een beetje in nachtrust.

Donderdag 8 september 46e dag.
Er gaat een metro, hoofdzakelijk bovengronds vanuit Povoa de Varzim naar Oporto. De afstand is ongeveer een kilometer of veertig. Ruim op tijd zitten we in het comfortabele vervoermiddel en zoeven we door het Portugese landschap. Bij het binnenrijden van één van de eerste dorpjes komen we langs een lagere school waar de kinderen buiten spelen. Ze dragen allemaal, de jongens en de meisjes een uniform met op hun koppies een oranje petje. Het was kostelijk om te zien en natuurlijk héél nodig vanwege de felle zon die, nu we van de kust weg zijn, hier volop schijnt. Halverwege de rit rijden we langs een aquaduct waar geen einde aan lijkt te komen. Het blijkt het in de 17e eeuw gebouwde aquaduct te zijn met 999 bogen voor het Santa Clara klooster. En dan staan we ineens in Oporto en beginnen aan onze kris,kras toeristische wandeltocht door het historische centrum van deze unieke stad. Geen straat is er recht en we lopen,klimmen en dalen door smalle tegen de heuvel op gebouwde straten en pleintjes met oude en vermoeide huizen. Het is niet overal even fris en de vele duiven (de ratten van de stad) dragen daar hun steentje toe bij. We lopen over het bovenste gedeelte van de beroemde brug over de Douro ,de Ponte de Dom Luis I, ontworpen door Teofilo Seyrig, een leerling van de bekende Gustave Eiffel , ja die van die toren! De prachtige en imposante constructie dateert uit 1866. Ik heb het niet zo op hoogtes maar probeer toch foto's te maken van de diep beneden ons liggende pakhuizen van de beroemde portmerken. Het uitzicht is fenominaal. De Douro, de 927 kilometer lange levensader van de portwijnen, slingert door deze prachtige oude stad met z'n historie als leverancier van 's werelds heerlijkste port. Aan de oever nestelen we ons in een piepkleine taverna om weer een beetje op krachten te komen. Een moeder, een dochter en tante bestieren het tentje. Moeder is 88! en schuifelt op haar dooie gemakkie door het keukentje. Als we een foto van haar willen maken, neemt ze een pose aan die Marilyn Monroe niet zou hebben misstaan. We kunnen deze stad niet verlaten zonder in een van de porthuizen te hebben gekeken. We laten ons rondleiden door een charmante, goed engels sprekende gids en proeven na afloop van de verrukkelijke portwijnen en kopen natuurlijk zoveel als we kunnen dragen. Met de spits treinen we weer naar onze 'thuishaven'. Povoa de Vardim zit weer potdicht van de mist. We zijn veel te dun gekleed, dit zijn bijna Nederlandse weersomstandigheden. Hans heeft ons uitgenodigd voor een etentje vanwege Suzan's happy birthday. Na wat zoeken door een koud, stil en verlaten Povoa, vinden we in een achterafstraatje precies het goede eethuisje om haar verjaardag waardig af te sluiten. De bourgondische eigenaar straalt warmte uit net als zijn gezellige onderkomen. Moeders in de keuken en zoonlief, een brugpieper helpt in voorzichtig uitgesproken Engels met het vertalen van de menukaart. Het wordt een heerlijke Paëlla en de suggereerde wijn komt natuurlijk uit het gebied van de Douro. We hebben nog een lied voor Suzan gemaakt en zingen haar luidkeels toe. Moe ,voldaan en tevreden keren we terug naar onze bootjes in de jachthaven waar de sirene nog steeds de boventoon voert, ach alles went...toch? Beer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten