maandag 12 maart 2012

Tochten in het binnenland en naar st. Lucia

Donderdag 8 maart 227e dag
Vandaag gaat onze tocht verder langs de schitterende westkust van het eiland. Cumberlandbay is de volgende bestemming. Het zijn allemaal afstanden van niks, maar langzamerhand kruipen we toch verder naar het noorden. Cumberlandbay is een goede uitgangspositie voor de oversteek naar het volgende eiland: St.Lucia. Ook hier weer line's man die hulp aanbieden en dit keer maken we gebruik van hun diensten. De baai oogt erg sympathiek en we voelen ons er direct thuis. Geweldige mogelijkheden om te snorkelen, hetgeen we veelvuldig doen. Met lunchtijd komen de 'Deutsche leute' bij ons aan boord. Mike, Katja en hun lieve zoontje Niklas en de opvarenden van een ander schip: Steffie, Volker en hun tweeling van vijf jaar Jonne en Line. Ons kuipje is gelijk gevuld en met kunst en vliegwerk maken we van alle restantjes een heerlijke lunch. Volker is leraar Engels en leraar sport. Ze hebben een sabbatical genomen, hun tweeling is nog net niet aan school toe, dus nu moest het dan maar gebeuren. De twee kids hebben zwemmen tijdens de reis geleerd en zitten meer in het water dan erboven. Volker heeft z'n schip via internet gekocht in Amerika, merk Olden. Met een vriend samen heeft hij het overgezeild vanuit New-York naar Duitsland. Ze gingen wat laat in het seizoen weg ( begin september) en dat hebben ze geweten. De depressies raasden toen al over de Noord Atlantische oceaan en bij aankomst in Engeland was er geen zeil meer heel. Werkelijk alles was aan flarden gescheurd. Hij vertelt het allemaal met een smile van oor tot oor, maar ze zullen het wel heel moeilijk gehad hebben. Ons dagelijkse biertje drinken we in 'The Black Baron' een taverne die wordt gerund door een Frans koppeltje. Er hangen foto's aan de muur van de waterschade die ze hadden in 2008. Hurricane Omar raasde toen door de Caribbean, het was oktober en hoewel de orkaan ver weg zat, liepen er immens hoge golven hun baai binnen. De veertig voet hoge golven beukten op de kust en liepen door het restaurant tot in de keuken. Windsnelheden van 215 km per uur en een barometerstand van 958 millibar. Ook onze ABC eilanden zijn toen hard getroffen evenals Antiqua en Barbuda. Er was totaal 54 miljoen dollar schade. We sluiten aan bij de Duitse vrienden en besluiten de volgende dag met z'n allen naar de watervallen te gaan.

vrijdag 9 maart 228e dag.
Vroeg in de ochtend regent het nog behoorlijk, grote druppels slaan putjes in het wateroppervlak en boven ons een wijde grijze hemel. Gelukkig klaart het op en zien we de buren in de dingy's stappen.
Even later lopen we met z'n negenen naar de weg waar de busjes langs zouden moeten komen. En zowaar, niet veel later stopt er een maar volgens ons zit het ding al vol. Niet dus, hoe ze het klaarspelen weet ik niet, maar we kunnen er alle negen nog bij. Wel met een kind op schoot of bijna bij iemand anders op schoot. De bekleding en kussens van de stoelen zijn nauwelijks meer aanwezig en de ijzeren veren en stangen prikken in je bil of pijnigen je rug. En dan weten we het zeker, het gevaarlijkste van de hele reis is niet de beruchte Golf van Biskaje of de grote oversteek over de Noord Atlantische oceaan, nee het meerijden in propvolle busjes op de eilanden van de Carieb zijn het gevaarlijkste en tarten elke beschrijving. De voeten van de chauffeurs kennen maar één stand en dat is plankgas. Met de steile smalle weggetjes naar boven, vaak twintig procent, is dat wel nodig, maar naar beneden.......Peilloze afgronden, waar diep beneden de oceaan tegen de rotsen beukt en van een vangrails hebben ze hier nog nooit gehoord. In de scherpe bochten helt het busje zwaar over terwijl de chauffeur met één hand, met de andere zitten ze constant te telefoneren, de zaak onder controle probeert te houden. We zijn blij als we er zijn. Het is nog een heel stuk lopen naar de watervallen maar de beloning is groot. Wat een overweldigende natuur. We moeten langs een hele steile trap naar boven langs de rotswand en de kinderen doen dapper mee. Dan gaat het pad nog over een ravijn met diep beneden de snel stromende rivier. Een hangbrug van bamboe en staaldraad moeten we over en de kinderen vinden het allemaal heel spannend. 


Eindelijk zijn we bij watervallen. Het water valt met kracht van misschien wel honderd meter hoogte en als we er even later onder gaan staan moet je echt wel iets op de hoofd hebben anders zou het niet te harden zijn. Ook de kids zwemmen in het meertje eronder wat toch heel wat kouder is dan de zee. Dan schijnt er nog een waterval te zijn, die nog veel hoger ligt en we klimmen en klauteren over gladde stenen tot we ook die bereikt hebben. We fotograferen en filmen alvorens we aan de terugtocht beginnen. In de rugzakken van onze Duitse vrienden zit van alles en we pick-nicken op een idyllisch plekje.

Op de weg naar beneden maken we een foutje en nemen een verkeerde afslag. Na ruim een uur gelopen te hebben, de kinderen zijn nu moe, ze hebben al hun energie bij de watervallen opgebruikt, staan we plotseling bij het strand en blijkt de weg dood te lopen. Het hele stuk moet terug en nu tegen de helling op. Kleine Niklas moet door z'n moeder gedragen worden, hij wil bij niemand anders. De tweeling Jonne en Line zijn zichtbaar aan het einde van hun latijn. Dan komen de kwaliteiten van Volker als Vader en leraar goed van pas. Hij begint een zelfverzonnen sprookje met reuzen, trollen en toverfeeën te vertellen en de kinderen moeten achter elke struik of boom zoeken. Ze zijn helemaal in de ban van het verhaal en vergeten hun vermoeidheid totaal. Hij is echt een hele leuke vader en voor we het weten staan we weer op de goede weg naar het dorp. We overleven de terugtocht en zijn eind van de middag weer terug aan boord. We overleggen nog met elkaar wat de beste tactiek is om naar St.Lucia te zeilen, want de pilot geeft een beschrijving waar je niet zo vrolijk van wordt, terwijl we praten over een afstand van nog geen veertig mijl. In ieder geval gaan we, zodra het daglicht wordt, vertrekken en met dit besluit zoeken we onze bootjes op om van een goede nachtrust te gaan genieten.

Zaterdag 10 maart 229e dag.
Het wordt maar heel voorzichtig licht maar het is voldoende om veilig uit de baai te vertrekken. Met de dingy snel naar de wal om de achterlijn los te maken en terwijl René het anker indraait hijs ik 'Dame Blanche' aan dek. We stouwen haar op het voordek met lijnen extra stevig vast. Met twee reven in het grootzeil en met de motor zachtjes bij varen we naar de noordkant van het eiland. Volgens de pilot moet je zo lang mogelijk vlak onder de kust blijven. De wind rond de duizend meter hoge vulkaan Souffriere kan heel heftig zijn. Ze waarschuwen voor 40 knopen wind en een zee die meer dan 'bumpy' is. Het is half acht als we vlak onder de vulkaan varen waarvan de top in donkergrijze wolken gehuld is. 

De banen van lavastromen van eerdere uitbarstingen zijn goed te zien. Het water om ons heen is grauw en donker, het lijkt allemaal meer op Schotland in de herfst dan op de zonnige Carieb. Op de marifoon waarschuwt een collega zeiler voor een groot stalen drijvend voorwerp en geeft de daarbij behorende coördinaten. We hoeven er op onze koers naar St. Lucia geen rekening mee te houden. Als we enkele mijlen voorbij het eiland zijn wordt de zee rustiger en de wind stabieler. Hoog aan de wind, dat wel, maar we persen er toch mooi vijf knopen uit. Even laat de zon zich zien door een scheurtje in het wolkendek. De 'Robeyne' laat zich van haar beste kant zien en we overbruggen de kleine veertig mijl in ruim acht uur. De baai van Soufriere ( verwarrend omdat de vulkaan van St.Vincent net zo heet, alleen een f je meer) is verboden ankergebied en we zijn verplicht een mooring op te pakken. Er is er nog één vrij maar die ligt vlak bij de rotsen. Toch maar doen, want een andere mogelijkheid is er niet. Ja toch wel , we hebben net vast gemaakt als een grote catamaran van z'n mooring vertrekt en die lijkt ons toch wat veiliger. Steffie en Volker met hun snelle scherpe jacht liggen vlakbij ons, ze hebben er twee uur korter over gedaan. De kids komen al naar ons toe snorkelen, het zijn echte waterratjes. Van Mike en Katja nog
geen spoor, hun scheepje is langzaam en heeft maar een 14 pk motor. In de avond is de wind weggevallen dus ze moeten een heel eind overbruggen met hun bescheiden krachtbron. Het is al lang donker als we hun boordlichten in de verte zien aankomen. Ze hebben marifoon contact met hun Duitse vrienden en die verwijzen naar de laatste mooring, ja, die wij verlaten hebben. We schijnen ze bij met onze schijnwerper en ook zij schrikken van de rotsen zo dichtbij. Toch moet het kunnen en het zal allemaal wel berekend en ingecalculeerd zijn. Maar ja, in het donker ziet het er angstaanjagend uit. Nog regelmatig zien we die avond hun schijnwerper langs de rotsen flitsen waar de hoge deining met kracht op stuk loopt en het witte schuim omhoog spat. We marifonen nog even met ze op kanaal 69 en spreken ze moed in. Gute nacht freunde........ maar of ze rustig kunnen slapen zullen we morgen maar eens vragen.


Nog meer foto's. Klik op de foto voor grotere weergave.
Beer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten