dinsdag 20 maart 2012

Van Rodney Bay naar Martinique


Donderdag 15 maart 234ste dag.
Vertrekken en weer aankomen, loslaten waar we ons goed voelen en het avontuur weer tegemoet. Wanneer vertrek je weer en waarom, het is een mix van verdelen van de dagen die we nog hebben met de eilanden die we nog kunnen bezoeken. Soms ook alleen maar een gevoel, we hebben het gezien hier en tenslotte is onze reis, in tegenstelling tot die van Henk de Velde, eindig! In April moeten we bij de BVI zijn ( de British Virgin Islands) Marijke van René komt dan aan boord en zal twee weken mee genieten van de Trade Wind, het heldere turquoise water en de golden sunsets. Begin mei moeten we ons gaan voorbereiden op de lange oversteek naar de Azoren. Eerst maar even de Marigot baai uitkomen. Zodra we uit de beschutting van de kust komen waait het weer als vanouds. De koers naar Castries, onze nieuwe bestemming, is pal in de wind. De afstand loont zelfs niet de moeite om de zeilen te hijsen. We stampen tegen de golven en de snelheid komt nauwelijks boven de drie knopen. Grote olietanks ontsieren een beetje de kust, maar ja, ze willen hier net als overal met hun autootjes rijden en wij maken toch ook gebruik van de busjes. Om 11.15 uur varen we de baai van Castries binnen en zien in de verte hele grote gele drijvende voorwerpen die door elkaar krioelen. Even staan we met onze ogen te knipperen maar dichterbij komend blijken het de sloepen te zijn van weer zo'n mega cruiseschip. Ze houden een z.g sloepenrol, om bemanning en materiaal te testen en te oefenen in het gebruik. We tellen 24 knalgele sloepen en de bemanning zit met zwemvesten aan wat verveeld te kijken. De 24 sloepen aan de wal zijde hangen nog netjes in hun davits, de bemanning die daarbij hoort is waarschijnlijk in de volgende haven de klos. We varen tussen het gekrioel door richting stad en bekijken de ankerplek langs de boulevard. Het is er erg druk en lawaaierig. Het verkeer raast luid toeterend over de weg en uit de kroegjes komt de bekende honk, bonk, kleun,dreun muziek. Het voelt niet lekker en we vinden het maar niks. We zijn tenslotte twee al wat oudere heren en er is nog een klein kreekje waar we ook kunnen ankeren en dat past ons eigenlijk meer. We ankeren aldaar en vinden het helemaal top, totdat we er weggestuurd worden. Liggen we weer te dicht bij de mooring van een grote catamaran, die met dagjesvolk tochten maakt en elk ogenblik terug kan komen. Even verderop lukt het wel en met het uitzicht op de twee grote cruiseschepen en vlak bij de start en landingsbaan van het vliegveld valt er genoeg te zien en te beleven. De vliegtuigen komen spectaculair laag over de baai vliegen, om de korte landingsbaan volledig te benutten. Als de torenhoge cruiseschepen in of uit komen varen, moet het vliegverkeer hier duidelijk rekening mee houden. Voor mijn 'werk', ben ik jaren geleden in deze zelfde baai met het cruiseschip 'Sea Wind Crown' de baai in komen varen, komende van Curacao en op weg naar Grenada. Niet zonder reden zet ik hier het woord, werk, maar even tussen haakjes! In de middag gaan we met de dingy naar de kant en bekijken even de menukaart van een wel erg gezellig restaurant aan het water. De tafeltjes gedekt met echt linnen en de glazen staan uitnodigend in het gelid om gevuld te worden met de mooiste wijnen. Een charmante medewerkster staat nog de laatste glazen te pouleren. Jammer genoeg moeten we van een reservering afzien, we reizen low budget en hebben nog heel wat maanden te gaan. We lopen naar het stadscentrum en wel naar het oude gedeelte. We mijden even de duty free winkeltjes aan de waterkant die, zodra er een cruise schip binnen ligt, en er liggen er nu twee, overstelpt worden door honderden sjokkende bejaarden, behangen met zonnebrillen, petjes en fototoestellen. Op hun beurt worden de cruise gangers weer doodgegooid met allerhande 'hand made' prullaria om hen de felbegeerde US dollars uit de portemonnee te krijgen. Wij kiezen voor een local tentje en genieten van de mensen om ons heen en het koude pilsje. Een kleurrijke gast met in zijn handen een grote fles met een kruidendrank probeert René over te halen z'n wonderdrankje te kopen. Goed voor de potentie!! roept ie luid over het hele terras en maakt daarbij gebaren die er niet om liegen en blijkbaar internationaal zijn. We moeten alle twee proeven. Voorzichtig maken we hem duidelijk dat onze vrouwen in Holland zijn en dat we een jaar onderweg zijn. Daar begrijpt ie maar niks van, op St. Lucia zijn toch ook vrouwen, kan ie ook regelen hoor, met het drankje erbij, dan maakt ie een speciaal prijsje. Hij moet wel hartelijk lachen als we voor de eer bedanken en gaat weer naar een volgend tafeltje, waar drie jonge meiden giechelend z'n verhaal aanhoren. Eten doen we bij de Chinees, die we overigens niet te zien krijgen. Zijn restaurantje telt slechts drie tafeltjes en twee vrolijke zusjes achter een groot stalen hekwerk nemen de bestelling op. Ze roepen wat door een luik en even later zitten we heerlijk te smullen. Onderweg terug naar de boot worden we wel tien keer aangesproken of we niet een taxi willen, ze vinden het maar gek hoor, dat je loopt!

Vrijdag 16 maart 235ste dag.
Een heerlijke zeiltocht! Bestemming Rodney bay, heel bekend in de Carieb en tevens de laatste mogelijkheid om uit te klaren. Zodra we de baai van Castries verlaten zetten we de zeilen en hoog aan de wind dansen we gestaag tegen de golven in. Witte wolkjes hoog in de lucht, boven land dramatische wolkenluchten in licht en donkergrijze tinten. Zeilen in de Carieb, blote voetjes, blote bast, zeilen op scherp en dan is er koffie! Veel te snel naar onze zin varen we Rodney baai open en moeten we nog een slag maken om veilig tussen de rotsen naar ondieper water te komen. Even later stuiven we onder gereefd tuig de baai binnen. Voor het strand liggen talloze boten voor anker maar wij gaan de haven in en even later liggen we in een soort Parkhaven aan een mooring. 
Huizen, groot en klein met jachten, groot en klein aan steigers bij de tuin. Onze Duitse vrienden bezetten de overige moorings om ons heen en we nodigen ze maar gelijk uit om bij ons te komen voor happy hour, mit einlage. Snel naar de kant voor de supermarkt en laden een karretje vol. We sloven ons uit in allerhande snacks en hapjes en de rum punch doet de rest. Het wordt weer een gedenkwaardige avond, pas als alle flessen leeg zijn verlaten ze de 'Robeyne' , het is dan al een tijdje zaterdag

Zaterdag 17 maart 236ste dag.
The morning after the night before, zullen we maar denken! De ochtend gaat voorbij aan opruimen, veel afwassen, nog wat laatste boodschappen en natuurlijk uitklaren. Laat in de middag verlaten we Parkhaven in de Carieb en verkassen naar de buiten baai. We ankeren de ‘Robeyne’zo dicht mogelijk bij het strand en even later dobberen we in helder water tussen wat andere schepen. Een groot zeilend cruise schip van de Club Med verlaat net de baai, statig draait het weg van zijn ankerplek en de zeilen worden gehesen. Prachtige muziek van Vangelis klinkt over de baai. 'Conquest of Paradise' filmmuziek uit de gelijknamige film. De ontdekkingsreis van Columbus naar de West met z'n drie schepen Pinta, Nina en de Santa Maria. De middag is héél zwaar, we zwemmen, snorkelen en lezen en realiseren ons hoe goed we het hebben. We mogen trouwens toch niet klagen, we hebben gelukkig tot nu toe ( afkloppen maar ) geen zware tegenslagen ondervonden afgezien van een paar kleine technisch probleempjes, die snel te verhelpen waren. Het kan ook héél anders lopen als je het ruime sop kiest, getuige een verhaal dat ik diezelfde middag in het zonnetje in de kuip zit te lezen. We hebben flink wat boeken aan boord van zeilers die solo rond de wereld zijn gevaren en één ervan is het boek van de Belgische zeiler Jean Heylbroeck. We ontmoetten de man op één van de kanaaleilanden bij het begin van onze reis en kochten direct z'n boek, een van de laatste exemplaren die hij nog aan boord had. Jean vertrok op 26 juli 1989 vanuit Blankenberge voor een solo tocht rond de wereld. Het scheepje waarmee hij deze reis ging maken was een Elizabethan 30 uit 1974. Op 17 september van dat zelfde jaar vaart hij het Spaanse water binnen, een mooie natuurlijke baai in Curacao. Hij ankert bij de Sarafundy Yachtclub. Dan schrijft Jean in zijn boek het volgende: Naast mij ligt een opvallende teakhouten gaffelkotter: de 'Artémis' van een zekere Peter Tangvalt. Een vijftien meter lange schoonheid met ophaalbare kiel, géén motor, géén elektriciteit, katoenen zeilen, kortom: antieke glorie. De dan 67-jarige man, afkomstig uit Noorwegen, staat bekend om zijn zeemanschap, zijn bijzondere reizen maar ook om zijn pech. Tijdens een bewogen leven ontwerpt hij zijn droomschip en bouwt het af in Frans Guyana. De 'Artémis', toen als schoener getuigd, onderneemt een proeftocht naar Frankrijk. Een jachtwerf in Taiwan doet Peter een voorstel om bij hen in dienst te komen als technisch,nautisch adviseur. Onderweg naar de nieuwe werkplek wordt hun zoon Thomas geboren, ze zijn dan halverwege de Indische Oceaan. Na twee jaar gewerkt te hebben in Taiwan, verhuist de familie, maar wordt in de Suluzee overvallen door piraten. Peters vrouw Lydia, wil een wapen grijpen maar wordt doodgeschoten. De piraten plunderen het schip en Peter zeilt zwaar geschokt met zijn driejarig zoontje naar Brunei, Borneo. Daar volgt een verhoor van vijf dagen door de lokale autoriteiten: waarom lieten de piraten jullie beide leven??? Vader en zoon vertrekken naar Malakka, Maleisië, waar Peter kennismaakt met An Ho Sau Chew, een Chinese lerares. Met z'n drieën zeilen ze via de Rode Zee en Suez naar Gabes, Tunesië. We schrijven 1980. Op een nacht dringen dieven de boot binnen. Peter en Thomas worden gekneveld, ze martelen An om te weten te komen waar ze hun geld verborgen hebben.....Dit overleven ze en zeilen via de Canarische eilanden naar de Antillen om later weer terug te keren in Europa. In 1981 trouwt Peter met An in Oslo. De volgende reis heeft Portugal tot doel waar in 1983 dochter Carmen geboren wordt, in Faro. In 1984 gaat het weer richting Antillen. Tijdens harde wind maken ze een onvoorziene gijp en de giek slaat An van het dek, ze verdwijnt in de diepte. In een vreselijke psychische toestand zeilen vader en de twee kinderen verder en bereiken Grenada. Peter wordt een maand lang vastgehouden onder verdenking: het tweede drama.....Het drietal krijgt ongeveer een jaar begeleide rust en verzorging. Dan varen ze opnieuw uit, Peter, Thomas en de kleine Carmen. Bestemming Beaufort in North Carolina, USA. Vervolgens zeilen ze een tijdje in de Carieb rond. In 1989, op de vlucht voor de beruchte orkaan Hugo, vaart hij van de overbevolkte 'hurricane hole' in Puerto Rico weg en gaat schuilen op Curacao. 280 jachten in de anders zo veilige 'hole' worden stuk voor stuk vernield. Met bloed zweet en tranen wordt het schip weer hersteld. Peter rookt niet, drinkt niet, eet geen vlees, maar is wel weer op zoek naar een levensgezellin. In het logboek van Jean schrijft hij: …...et Maitre Loup s'enfuit et court encore'. Een citaat uit een gedicht van Jean de la Fontaine, waarin meester Wolf, de honger in vrijheid verkiest boven het leven van een weldoorvoede waakhond......aan de ketting.
De kleine Carmen Tangvalt viert haar zevende 'lente'. Het prinsesje van het Spaanse Water wordt door iedereen verwend.
In september 1991 is Jean nog steeds bezig aan zijn reis om de wereld en ligt dan met z'n scheepje op het eiland Tutuila ( Amerikaans Samoa) in Polynesië. Dan hoort hij van een andere schipper het dramatische nieuws: de 'Artémis' raakte bij het eiland Bonaire aan lager wal en liep te pletter op de rotsen. Peter en zijn dochter Carmen kwamen daarbij om het leven. Zoon Thomas, zeilend op een naburig schip, was de machteloze getuige van het drama.......
Geschokt leg ik het boek van Jean even aan de kant, de zon is net ondergedoken, roze, rode en purperen pasteltinten kleuren de hemel boven ons, nog een reden temeer om maar even niks te zeggen.

Zondag 18 maart 237ste dag
Vroeg dag, de meeste zeilers zijn nog in diepe rust, maar wij draaien ons anker uit de grond en maken ons klaar voor de oversteek naar Martinique. De afstand: 32 mijl. Wind meer uit Oost dan uit Noord en een beaufoortje of vier. Kortom, super mooi zeilweer en de bestemming, al hoewel hoog aan de wind, bezeild. Halverwege lopen we de 'Nubia' voorbij. Mike, Katja en zoontje Niklas zijn nog wat eerder vertrokken. Mooie gelegenheid om foto's te maken en te filmen. Vanaf beide schepen zijn we er een kwartiertje druk mee. 
Inmiddels doemt Martinique al op in de verte, het eiland waar Keizerin Josphine, ja, daar is ze weer, opgroeide op een landgoed van tweehonderd hectaren en honderdvijftig slaven. Een gedeelte van het landgoed is nog te bezichtigen. In de verte zien we de beroemde Diamond Rock, een monumentale rots, doorboord met gaten als in een Emmentaler kaas. 

De geschiedenis hiervan zou het hele blog kunnen vullen maar Napoleon, de slag bij Trafalgar, de Engelse admiraal Horatio Nelson en de Franse admiraal Villeneuve hebben er allemaal mee te maken. Wij zeilen inmiddels een prachtige baai binnen, de Grande Anse d'Arlet met een pittoresk dorpje aan een spierwit strand. Het lijkt op de Franse Rivièra en als we later in de middag gaan inklaren ( op de computer) wanen we ons in Frankrijk. Het is zondagmiddag en gezellig druk in het restaurantje 'Le petite bateau' langs het water. Charmante, koffiebruine café-au-lait-meisjes in mini-rok manoeuvreren behendig met volle dienbladen tussen de dorstige vakantiegangers. De Franse eetcultuur ook hier rijkelijk aanwezig, inclusief de stokbroden, de langoustines en de witte bourgogne. Martinique ( een Frans departement) heeft veel te bieden, er zijn zoveel grote en kleine baaien met strandjes en palmbomen dat je er rustig twee weken kan zwerven. Dat gaan we niet doen, maar voorlopig hebben we het hier wel naar onze zin. Voila!


Beer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten