zondag 4 maart 2012

Blue Lagoon baai in St.Vincent


Donderdag 1 maart 220e dag
Een bijzondere dag voor ons alle drie. Coen bezig met het inpakken van z'n spulletjes. Tussendoor uitgebreid contact met Roelie en zijn dochter Sylvia om de nieuwe situatie aan te kondigen. In de avond gaan we samen eten in het clubhuis van de jachthaven. We genieten van een heerlijk visje en Coen, zoals vanouds, een malse steak. Het lijkt alsof het besluit dat gevallen is opluchting en ontspanning geeft. We zijn de laatsten die het restaurant verlaten. Terug aan boord  zoeken we met of zonder boek onze 'mandjes' op.

Vrijdag 2 maart 221e dag.
In alle vroegte zijn we opgestaan en na een snel ontbijt brengen we Coen naar het kleine vliegveld van St.Vincent. Het is maar tien minuten met de bus. In het vertrekhalletje drukken we elkaar de hand en wensen hem een goede terugreis en veilige aankomst. Zelf heb ik moeite met het afscheid, het was toch een zeilmaatje en we hebben toch maar samen de oceaan bedwongen. We zwaaien nog naar elkaar als René en ik de hal verlaten. Coen moet tot twaalf uur wachten tot zijn vlucht gaat. Wij gaan door naar Kingstown om boodschappen te doen en de levendige stad te bekijken. Met de lunch zijn we weer terug aan boord. Op de laptop zien we dat Coen on line is en René heeft nog even skype contact met hem. Hij is inmiddels in Barbados en wacht op de aansluitende vlucht naar Londen.
We liggen in de baai waar de jachthaven van Sunsail is, een groot, wereld omvattend verhuurbedrijf van zeiljachten. We maken kennis met de manager en mogen één van de grote catamarans bekijken die net terug is van een verhuur periode van twee weken. We kijken onze ogen uit en verdwalen bijna in de ruimte. Gemaakt om met acht personen comfortabel in de Carieb te kunnen varen. Gastvrij als ze zijn wordt ons een rumpunch aangeboden. Natasja, die ze komt brengen heeft een gulle hand van schenken en is het nou de zon die op je hoofd dreunt of is die lieverd uitgeschoten met de rumfles. Ook krijgen we nog een prijslijst in onze handen gedrukt, het blijft tenslotte een commercieel bedrijf en ze zien ons als mogelijke klanten voor de toekomst.
“Valt eigenlijk best nog wel mee”zegt René. Twaalf honderd US $ voor zo'n grote catamaran. Dat is nog te doen. Maar bij nadere bestudering van het prijslijstje blijkt die prijs per dag!! en niet per week zoals we, naïef als we zijn, dachten.

Zaterdag 3 maart 222e dag.
We kunnen water tanken bij Sunsail en maken daar dankbaar gebruik van. Het is de wisseling van de wacht, nieuwe gasten komen en zij die hun vakantie er op hebben zitten halen hun tassen en spullen van boord. Het is een komen en gaan op de steiger en zo te zien doet Sunsail goede zaken.
Na de koffie varen we de Blue Lagoon baai uit en zeilen op het fokje langs Young Island en het Fort Duvernette. Er is genoeg wind om ons een mooie snelheid te geven en niet veel later zien we Kingstown aan stuurboord. Een snelle ferry komt net de haven uit en draait netjes achter ons langs. Er zijn een paar mogelijkheden om aan de westkant van het eiland te ankeren en we kiezen voor een 'small and delightful little bay” met de naam Petit Byahaut. Het is niet vanaf het land te bereiken en als we er ankeren wanen we ons echt in 'the middle of nowhere'. Het verlaten restaurantje op het strand werd in 2010 gesloten en de eigenaar 'ingesloten'. We ankeren vlakbij de rotsen waar de golven op stuk slaan. Even aanzien of dit wel safe is voor de nacht. Met duikbril gewapend is het snel te overzien, het anker heeft zich voorbeeldig ingegraven en we hebben alle vertrouwen. De middag is voor snorkelen, zwemmen, lezen, kleding wassen en voor we het weten is alweer tijd voor een biertje. Er komt nog een Amerikaans echtpaar voorbij in een plastic kano. Ze hebben zich laten verleiden tot een snorkel tochtje in 'onze' baai en komen vanuit een baai verderop. De gids gaat voorop en zo moeten hem volgen. De man weegt minstens honderdtwintig kilo. De kano, hij zit achterin, hangt helemaal schuin naar achteren en schept bijna water. De vrouw voorin peddelt in regelmatige slagen maar manlief krijgt het ritme maar niet te pakken. Het is een uitermate koddig gezicht en je krijgt er de slappe lach van. Als ze langs de 'Robeyne' varen roepen we hun enthousiast toe en complimenteren hun voor de sportieve prestatie. Zij glundert, hij niet, slechts kreunen en steunen zijn de geluiden die we, nog ver voor ze het strandje bereikt hebben , horen.
Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten