dinsdag 15 november 2011

op Sal

Zondag 6 november 105e dag.
Coen en René gaan aan wal met 'Dame Blanche' ons bijbootje. Bij de politie treffen ze niemand en verkennen verder het dorpje Palmeira een beetje. Veel is er niet. Wel ontmoeten ze aan de haven een landgenoot. Het is Richard, een solo zeiler. Z'n boot, van bescheiden afmeting, ligt niet ver van de onze in de havenkom. Hij vertelt, dat hij vorig jaar pas zijn eerste oversteek maakte, naar Lowestoft in Engeland. Die reis vond hij moeilijker dan het varen hier. Nadat hij het drukke kanaal voorbij was heeft hij het geheel als makkelijk ervaren. Vertrouwend op zijn AIS en radar, hanteert hij een slaap schema van anderhalf uur. Met kerst hoopt hij op Barbados te zijn om zijn dochter te ontmoeten. De jongens zijn weer snel terug aan boord en de rest van de dag, rusten, slapen, lezen we wat en borrelen en eten aan boord.

Maandag 7 november 106e dag.
De gele quarantaine vlag wappert vrolijk aan de mast volgens voorschrift maar we hebben nog niemand zien komen. We tuffen met het bijbootje naar de wal om ons aan te melden bij de politie en de havenautoriteiten om in te klaren. Altijd tijdrovende zaken. Palmeira is inderdaad een armzalig vissersplaatsje. Een uiterst simpele kade, waar de lokale visbootjes met lange lijnen aan vast liggen.
De locals hangen wat rond bij een barretje van golfplaten en afvalhout. Er is wat vis aan land gebracht en vrouwen verdringen zich om de vangst, om die later op de dag uit te venten in de naburige dorpjes. Palmeira toont echt arm, er is ook heel weinig werk voor de bewoners. De Cabo Verde eilanden liggen op ruim drie honderd mijl uit de kust van West Afrika. De archipel bestaat uit tien grote en vier kleine eilanden. Wij liggen bij Sal, behorende tot de Barlavento ofwel de bovenwindse eilanden. Ze zijn van vulkanische oorsprong en sommige wat bergachtig. Alleen het eiland Fogo heeft nog een actieve vulkaan. De eilanden zijn altijd erg arm geweest, mede door het gebrek aan regenwater. Het landschap ziet er droog en desolaat uit. Sommige eilanden hebben wat agrarische activiteiten, mais, bananen en wat sinaasappelen, hoofdzakelijk voor eigen gebruik.
De visserij is een belangrijke bron van inkomsten en er wordt zelfs behoorlijk geëxporteerd. Buitenlandse hulp is echter voor de Cabo Verde onontbeerlijk. In de vorm van geld en goederen, maar evenzeer educatie en andere vormen van ondersteuning. Veel Europese landen hebben een eiland geadopteerd, zoals Luxemburg dat bijzondere banden heeft met Santo Antao. Ze hebben er o.a een ziekenhuis gebouwd. Duitsland, verantwoordelijk voor het eiland Brava bouwde er een nieuw vliegveld. Frankrijk, Italië en ons eigen Nederland, allemaal, zelfs de USA participeert in projecten zonder winstbejag. Verder komt er veel geld binnen van de geëmigreerde Kaap Verdianen, die tijdelijk of permanent in het buitenland wonen en werken. Meer dan de helft van de bevolking, veel mannen, werkt in den vreemde. Ze zijn over de hele wereld verspreid. Ook ons land telt er velen, met name in Rotterdam is een grote gemeenschap Kaap Verdianen.
Er zijn een paar dingen die we noodzakelijk moeten regelen en gaan op pad om te zien of dat gaat lukken. Ten eerste, een onderdeel van het lummelbeslag, ja zo heet namelijk de constructie die de giek met de mast verbindt, is los gaan zitten en nodig aan vervanging toe. Een rond stuk staal waar een gat in geboord moet worden. In het povere centrum staan wat busjes die je naar Espargos brengen, een naburig plaatsje waar iets meer te krijgen zou zijn. Met zo hier en daar vragen komen we buiten het plaatsje op een braak stukje land, in the middle of no where. Er staan drie veertig voets roestige containers te midden van enorme hopen oud ijzer, afval en karkassen van wat ooit auto's waren. Drie jonge gasten zijn ijverig aan het werk. René toont hun het onderdeel en kijkt hoopvol. No problemos, Kijk daar zijn de Kaap Verdianen nou goed in. Ze zagen, lassen slijpen en boren en na een klein half uurtje is het klaar, kosten: honderd escudo's !!!(één euro dus!) Blij verlaten we het terrein, verwonderd hoe vindingrijk ze zijn en kunnen improviseren en repareren. Bij ons wordt er al gauw 'nieuw' ingezet. Verder gaan we op zoek naar een nieuwe laptop, die na vele verwoede pogingen van René om hem weer aan de praat te krijgen, toch de geest heeft gegeven. We vinden een shop maar er is weinig keus en heel veel duurder dan in Nederland. We stellen de aankoop nog maar even uit. Terug in het stadje drinken we wat op een pleintje. De school gaat net uit en de kinderen huppelen, zoals alle kinderen in de hele wereld, naar huis. Bijna alle meisjes hebben rasta vlechtjes met kleurrijke kralen, in combinatie met hun gitzwarte ogen zien ze er uit 'om op te vreten' zei mijn oma altijd. Hun bruine spillebeentjes gestoken in knalroze of kanariegele crocs, het maakt het kleurrijke plaatje helemaal compleet. De stoere jongetjes met pet en rugzak. We hoeven alleen maar op het terrasje te blijven zitten en te kijken hoe het leven zich hier afspeelt. De avond blijven we aan boord, de weinige eethuisjes die we zagen waren niet erg uitnodigend.

Dinsdag 8 november 107e dag
Op onze reis komen we vaak bijzondere mensen tegen, zoals deze ochtend. Voor het vullen van de gasfles hebben we een adapter nodig en bij het vulstation verwijzen ze ons naar een zekere Carlos en wijzen naar een partij oude vrachtwagens, daarachter zou hij moeten wonen. Hij is snel gevonden, iedereen in Palmeira kent hem. Carlos is Duitser en samen met zijn vrouw Elisabeth ooit met een antieke houten zeilboot hier beland en gebleven. Ze zijn sociaal ingesteld en met z'n 25 jaar ervaring als EHBO er, kon hij hier veel betekenen voor de bevolking. Ze zien hem als een soort dorps oudste en hechten veel waarde aan zijn kennis en ervaring. Ook in de gemeenteraad mag hij meedoen, alleen stemmen kan niet. Carlos vertelt ons over het harde leven op het eiland. Schrijnend is ook het verhaal, wat wij niet wisten, dat in de zestiger jaren er een grote hongersnood was en Portugal, destijds verantwoordelijk, niets heeft ondernomen om het drama te voorkomen. Dertig duizend Kaap Verdianen zijn hierbij om het leven gekomen. Zelf heeft hij ook een paar minder leuke ervaringen met de inwoners van het eenvoudige vissersplaatsje gehad en gezien het beperkte aantal voortanden die hem nog resten kunnen wij wel raden wat hij bedoelt zonder dat hij in details hoeft te treden. Ook is zijn huis meerdere malen leeggehaald, dit alles was voor hem echter geen aanleiding Palmeira te verlaten. Verder is hij steunpunt voor de Duitse organisatie 'Transworld Ocean' , die zeilers helpen als ze waar ook ter wereld problemen hebben. Dan geeft hij ons een paar goede tips wat we zoal kunnen doen, maar vooral wat we niet moeten doen.!Gelukkig heeft hij de adapter bij de hand en kunnen we terug naar het vulstation. Coen en ik gaan voor de nodige boodschappen en 'ons' René blijft aan boord om de windvaan installatie te demonteren. Het roerblad is afgebroken en verdwenen, waarschijnlijk hout moeheid! Er is maar een beperkte keus in het bescheiden winkeltje, toch sjouwen we met zes zware tassen door Espargos. Het is midden op de dag en bloedheet. Er zijn weinig mensen op dit uur op straat. Dan horen we prachtige piano muziek klinken uit een gebouwtje aan de overkant. De lichtgroene louvre luiken staan wijd open en nodigen uit voor een blik in het interieur. Achter de piano zit een beeldschone jonge vrouw, zwarte lossen krullen tot op haar slanke schouders, de sierlijke handen dansen soepel over de toetsen. Een prelude van Frederick Chopin, de klanken vullen de ruimte en strelen onze zintuigen. Uiterst geconcentreerd oefent ze keer op keer dezelfde passage. Dan, plotseling kijkt ze op en ziet ons staan, twee witte petten die half in het raam hangen. Ze schrikt en stopt met spelen. Wij putten ons uit in complimentjes en zeggen dat we er zo van genieten en vragen nog wat verder. Ze is een mix van een Franse Vader en een Kaap Verdische moeder, ze heeft echt een mooi gezicht met zachte ogen. Ze oefent voor een recital dat ze binnenkort gaat geven op het hoofdeiland. Het kan niet anders of dat moet een groot succes worden, wat een talent! We groeten haar en wensen haar veel sterkte met haar optreden. Even waren we in een heel andere wereld, de wereld van muziek, van optredens voor volle zalen, enthousiast publiek en bloemen als blijk van waardering. Wij gaan terug naar de haven, de boten ,de touwen, de golven, het zout van de oceaan en die oneindige alsmaar meevarende horizon. Jeetje wat zijn die boodschappen zwaar......
Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten