Van dinsdag 14 februari tot vrijdag 17
februari 207e dag.
Ongelofelijk hoe snel de dagen voorbij
gaan. René heeft uitgebreid mail contact met de verzekering om de
tijdelijk herstelde schade van de aanvaring in Gambia nu om te zetten
in een degelijke reparatie. Groen licht uit Nederland en ze kunnen
beginnen. Onderwijl houden Coen en ik ons bezig met de was,
boodschappen en de stad verkennen. St.George heeft een lange pier in
zee gebouwd waar mega cruise schepen kunnen aanmeren. Het stadje
draait op het toerisme, als zo'n kolos aankomt, spuugt het een paar
duizend cruisegangers uit die volgens een bepaalde route langs veel
winkeltjes door de stad worden geloodst. We zijn net op tijd om het
vertrek van zo'n joekel mee te maken. Indrukwekkend, een hele varende
stad met duizenden inwoners op weg naar z'n volgende bestemming. Dan
worden we, als we door het stadje slenteren een museum ingesleurd, de
directeur spreekt iedereen op straat aan en of je wil of niet dit
moet je zien is zijn dringend advies. Goed, we doen het en even later
vertelt hij enthousiast over 'zijn' eiland. Natuurlijk was het
Columbus die het ontdekte in 1495, maar toen waren de Indianen uit
Zuid Amerika al op het eiland. De Engelsen en de Fransen hebben
elkaar natuurlijk weer bevochten om het in handen te krijgen. We
zullen dit op de volgende eilanden nog veel horen of lezen denk ik
zo. In 1925 kwamen de Noren en stichtten er een walvisstation. Lang
heeft het echter niet geduurd, al snel werden de vangsten minder en
hielden de jagers het voor gezien. Als belangrijke inwoner van
Grenada noemt de directeur: Louis Hamilton, de bekende en succesvolle
Formule 1 coureur. Als we enige dagen later een tocht met een busje
over het eiland maken zullen we nog vaak aan hem denken! We kunnen
niet alles zien en beloven de directeur later terug te komen als René
er ook bij kan zijn. Twee dagen later zijn we terug en kan de goede
man zijn verhaal afmaken. Ze bezitten nog een origineel aanplakbiljet
uit de slaventijd;
TO BE SOLD & LET
On Monday morning the 18th
of may 1829
Under the trees
FOR SALE The Three following slaves
Hannibal, William, Nancy
En dan volgen de leeftijden en de maten
van de ter verkoop aangeboden handelswaar.
Schreef ik eerder dat er ruim een
miljoen slaven uit Afrika zijn gehaald, nee het waren er naar
schatting ruim 12 miljoen.
In 1961, vertelt de directeur verder,
lag er in de haven een prachtig nieuw cruiseschip uit Italië. De
'Bianca c'. Een explosie in de machine kamer op de ochtend van de 23e
oktober zette het schip in vuur en vlam. Er waren 673 passagiers aan
boord. Door koelbloedig optreden van zowel de bemanning als de
havenautoriteiten werd de 'Bianca c' door een sleepboot naar open zee
gesleept. De evacuatie verliep spectaculair, er was dat weekend een
regatta en alles wat varen kon haalde passagiers van het al maar
heviger brandende wrak. Een mooi standbeeld markeert de plek in de
haven, geschonken door de Italiaanse rederij als dank aan de
bevolking van Grenada voor hun hulp. Na drie dagen gebrand te hebben
zonk het eens zo trotse zeekasteel naar de bodem. De kapitein was tot
de laatste minuten aan boord gebleven. Er vielen slechts enkele
slachtoffers. Nu is het wrak, dat op dertig meter diepte ligt een
zeer gewild object voor duikers. Jammer dat ze in de loop der jaren
veel van het schip geraust hebben en als souvenir mee naar de
oppervlakte hebben genomen. In het museum draait een schitterende
film van de eerste duiken naar het schip en ze noemen het de 'Titanic
van de Carabiën'. Een vitrine met nog wat kopjes, schoteltjes en
borden uit de eetzaal, zijn de enige overgebleven restanten van het
schip. De rest staat natuurlijk bij diverse duikers op de
schoorsteenmantel .
Een tochtje over het eiland hoort erbij
en we denken dat het met openbaar vervoer wel zal kunnen.
Kleine busjes rijden hier van dorp naar
dorp, je kunt overal in en uitstappen. Op vrijdag staan we vroeg
langs de weg als er een komt aanrijden. KING ELVIS staat er met grote
letters op zijn voorruit. Er zitten al zeker tien mensen in, terwijl
er maar negen stoelen zijn. We worden er nog bij gepropt.
Klapstoeltjes en losse kussentjes, haringen in een ton hebben meer
ruimte. Nu zal die toch wel doorrijden denken we, maar nee, we gaan
een woonwijk in en er komen nog heel wat schoolkinderen bij. We
hebben ze bijna op schoot! We zitten nu al met z'n vijftienen in het
kleine Toyota busje. De school kinderen, meest meisjes, hebben
donkerblauwe plooirokken aan met erboven een spierwit, vlekkeloos
overhemd met stropdas, losjes geknoopt. Ieder die de bus inkomt zegt
keurig 'good morning' en krijgt ook antwoord. Als je er uit wil sla
je tegen de zijkant van de bus en dan stopt ie meteen. De halve bus
moet er dan eerst uit om ruimte te maken. Even zo vrolijk doet
iedereen wat van hem verwacht wordt. De mensen zijn vriendelijk en
goedlachs, ze lijken elkaar allemaal te kennen. Als we de kinderen
netjes bij de school hebben afgezet, ze zwaaien nog even, gaat de
reis verder door het binnenland. De wegen zijn smal en stijl. Het
land immens groen, de natuur overweldigend met veel bananenbomen,
palmen en bamboe. Daartussen huisjes, meest hout, in allerlei pastel
kleuren, pistasch groen is favoriet. We vragen aan de chauffeur of
hij ons wil droppen bij de River Antoine Rum factory. In de pilot
hadden we er al een stukje over gelezen. Het fabriekje werd gebouwd
in 1785 en is nog steeds operationeel! Een gigantisch schoepenrad
wordt door het stromende water van het riviertje in beweging gezet
en via tandwielen begint de 'crusher' te werken en wordt het sap uit
de suikerriet stengels geperst. Het sap wordt verwarmd in enorme
koperen ketels, middels houtvuur. In grote betonnen bakken vindt de
gisting plaats, vroeger gebeurde dat in vaten. Eigenlijk is dat de
enige vernieuwing, voor de rest alles nog origineel. Na de
rondleiding moet er natuurlijk geproefd worden van de 75% alcohol
houdende rum. Met twee flessen verlaten we dit unieke plekje en
vervolgen ons tripje over het eiland. Bij elk dorpje moeten we in een
ander busje overstappen en ontmoeten zo heel wat inwoners. Na een
niet al te succesvolle lunch, kip met vieze, slappe, vette, frites,
komen we bij een dramatische plek van dit mooie eiland. Het is een
steile klif van wel vijftig meter hoog, diep beneden breken de oceaan
golven op de rotsen. We staan bij een historische plek. In 1651
hadden de Fransen het eiland bezet dat bewoond werd door de Caribs
Indianen. De Caribs probeerden hun indringers te verjagen en menige
Fransman werd stilletjes vermoord. Helaas konden ze niet op tegen de
superieuren Fransen met hun 'moderne' wapens. De bewoners van het
eiland werden naar de klif gedreven en daar zijn ze massaal over de
rots gesprongen. Beter dood, dan zich overgeven aan de Fransen. Vlak
bij de gevaarlijke rand, waar geen hekken of andere vorm van
afscheiding is, staat een gedenksteen waar het hele verhaal
opgeschreven staat. Het monument is geschonken door: Le Guy Brothers,
Crematorium Limited! Van deze afschuwelijke gebeurtenis is een groot
schilderij gemaakt, kan me helaas niet meer herinneren in welk museum
ik het gezien heb. We gaan verder met onze verkenningstocht. Het was
ons al opgevallen dat er heel hard word gereden door de chauffeurs.
Opgefokt door de keiharde muziek uit hun eigen boxen jakkeren ze over
de smalle, bochtige weggetjes met hun volgeladen busje. Als we in de
middag weer richting 'huis' gaan komen we langs een school en nemen
bijna een halve klas mee. De kids zingen luid mee met de nummers die
de jonge chauffeur uit zijn cd player tovert en dan begint hij aan
z'n tocht langs de bochtige kustweg. Ineens begrijp ik dat Louis
Hamilton hier vandaan komt, er zit nog meer talent! Ze zien het hele
eiland als een circuit en de haltes als pittstops. We zijn blij als
we er zijn. Eigenlijk hadden we er iets van moeten zeggen, maar
ja...dat bedenk ik pas als we weer op de boot zitten.
Klik Op de foto voor grote weergave
Beer.
Hallo daar in de Carieb!
BeantwoordenVerwijderenWat leuk dat jullie Grenada hebben aangedaan. Bart en ik zijn daar zo'n 7 jaar geleden ook geweest. De jachthaven in Secret Harbour stond destijds te koop en wij hadden daar wel oren naar. We zijn daar toen een week geweest, veel gesprekken gevoerd maar uiteraard ook het hele eiland verkend en we voelden ons daar prima thuis! Hele vriendelijke mensen en een prachtig eiland. Helaas ging de koop aan onze neus voorbij. Maar wel heb ik altijd nog contact met een vriendin, die daar woont. Zij was zelf ook op zeiltrip vanuit het noorden en jullie hebben elkaar gepasseerd! Zij kwam een paar dagen na jullie weer op het eiland aan. Zo klein is de wereld! GOEDE VAART VERDER WEER GEWENST!!! Marion Zondag