donderdag 5 januari 2012

eind 2011

Van Woensdag 28 december tot zondag 1 januari 160e dag
We verkassen van onze ankerplaats voor hotel Torarica bij Paramaribo naar het stroomopwaarts gelegen Domburg. Met de vloedstroom mee is het een stukje van niks en even later zien we ook daar enkele zeilschepen voor anker. We kruisen er wat tussendoor als een echtpaar in een bootje ons tegemoet komt varen en vertelt dat er een mooring vrij is waar we aan vast kunnen maken. We maken er dankbaar gebruik van. De moorings zijn gelegd door Nederlandse vissers die hier vlakbij hun bedrijf hebben. Het zijn twee broers, oorspronkelijke palingvissers uit Gaastmeer, Frl. die hier met bloed, zweet en tranen en mooi bedrijf hebben opgebouwd met meer dan honderd medewerkers. Hun vloot bestaat uit Nederlandse kotters, die vanwege de strenge quota in ons land waren opgelegd. Tot de verbeelding sprekende namen als de 'Lummetje' uit Urk en de 'Vier gebroeders' uit Stellendam. Maar ook een Engelse kotter uit Lowestoft. Ze halen ze overal vandaan en proberen er hier nog geld mee te verdienen. Vanuit Nederland zijn ze eerst naar Sierra Leone en Liberia gegaan en hebben daar voor de kust gevist. Toen daar de oorlog uitbrak zijn ze gevlucht. Op een Bosch Atlas, die ze toevallig aan boord hadden hebben ze gevaren naar Suriname, want behoorlijke kaarten hadden ze niet van dat gebied. De bemanning, hoofdzakelijk jongens uit Sierra Leone hebben ze meegenomen en de meesten zijn nu nog bij hun in dienst. Het trefpunt voor de zeilers hier is het eethuisje van Rita, een Javaanse, die het tentje runt met vier beeldschone dochters. Een bami of nasi schotel voor tien srd, Surinaamse dollar, en dat is nauwelijks drie euro. Binnen de kortste keren maken we kennis met de overige zeilers en een clubje vaste gasten uit de buurt die ons maar al te graag vertellen over het leven in Suriname. Over de politieke zakkenvulcultuur van Desi Bouterse en Ronnie Brunswijk. De verschillen in werklust van de Creolen, de Hindoestanen, de Indianen en de Chinezen. Over de moderne slavernij, Suriname kent geen minimumloon en veel personeel wordt uitgebuit. In schrijnende gevallen verdienen werknemers met een fulltime baan tussen de drie en vierhonderd srd per maand, zijnde nog geen honderd euro. Vijftig procent van de bevolking leeft onder de armoede grens. In de armere wijken leven vaak drie generaties onder één dak. De Verenigde Staten schetsen Suriname als een klein geïsoleerd land in het Caribisch gebied, dat amper een mening weet te formuleren op het Internationale podium en waar maandelijks twee tot vierduizend kilogram cocaïne wordt doorgevoerd. In korte tijd worden we ´even´ bij gepraat. Gelukkig zijn er ook veel leuke zaken, neem bijvoorbeeld Sophia en Ed. Ruim tien jaar geleden bouwde Ed in het Oosterlijk havengebied van Amsterdam z´n eigen zeilbootje van muliplex en samen met zijn Sofietje kozen zij, toen het scheepje klaar was, het ruime sop. Via Spanje en Portugal, waar ze jaren bleven, kwamen ze in Afrika. Ze wilden leren van andere culturen en probeerden op hun beurt weer dingen aan de mensen daar te leren. Heel sociaal en begaan met de mensen waar ze op dat moment tussen leefden. Ze maakten de oversteek en via Brazilië, kwamen ze in Suriname en parkeerden hun bootje net als wij bij Domburg aan de oever van de Suriname rivier. Ze raakten al snel ingeburgerd en aanschouwden het leven en de gewoontes van de Surinamers. Maar nee, dit kon niet, overal, maar dan ook overal waar ze kwamen zagen ze plastic flessen achteloos langs de wegen en in de natuur gedumpt. Ze begonnen ze te verzamelen en Ed kreeg een idee. Bij de Nederlandse vissers om de hoek kocht hij afgedankte visnetten, boette die met Sophia tot één geheel en stopte de lege flessen met dop in het net en legde dit ´eilandje´ in de rivier. Elke paar maanden kwam er weer een stukje bij en nu hebben ze een eiland dat drijft op 180.000 flessen. Hup, aarde erover en er groeit nu al een palmboom van drie jaar oud. Een waar paradijsje. Natuurlijk trok dit de aandacht van krant, radio en televisie en nu houden ze op scholen lezingen over afval en proberen, vooral de jeugd , milieu bewust te maken. Ondertussen verdiepen we ons in mogelijkheden om een tocht naar het binnenland te maken. In de stad hebben we al wat informatie gehaald en het aanbod is groot genoeg. Er zijn vele meerdaagse tochten, die je ver in het ongerepte binnenland brengen. Midden in het tropische regenwoud van het Amazone gebied. Als onze ´meisjes´ er zijn, en die komen zes januari invliegen, zullen we e.e.a bespreken en een keuze maken. De dagen glijden voorbij en voor we het weten is het oudejaars dag. Wat doen we?, gaan we nog naar Paramaribo en zo ja, hoe komen we dan terug. Het moet een compleet gekkenhuis zijn en om dan nog een taxi terug te regelen. Nee, laten we maar gewoon in Domburg blijven. We vragen zo hier en daar aan wat zeilers of ze nog iets van plan zijn maar het klinkt allemaal niet overtuigend en duidelijk. Als het bij ons acht uur is, vliegen de smsjes en telefoontjes met goede wensen vanuit Nederland over en weer. Daar is het al zover en in gedachte zijn we bij het thuisfront. We blijven aan boord tot een uur of elf en tuffen dan in de motregen naar de kant. Op het pleintje is het stil en verlaten. Rita´s eethuisje gesloten en de winkeltjes er om heen idem. Daar zitten we dan met z´n drieën onder een golfplaten afdakje. Dan komt er gelukkig nog een auto aanrijden met een man en een vrouw. Waarschijnlijk ook op zoek naar een beetje gezelligheid. Hij weet nog een chinees winkeltje dat open is, die hebben tenslotte een andere jaartelling. Met wat flessen Parbo bier is hij even later terug. Hij is vrachtwagen chauffeur, z´n vriendin komt uit Brazilië. Hij vertelt vele malen hetzelfde en z'n vriendin spreekt alleen Portugees. Gelukkig is het snel twaalf uur en breekt er om ons heen een oorverdovend lawaai los van knallend vuurwerk. In de verte zien we boven Paramaribo voor miljoenen de lucht in gaan. We geven elkaar een hand en zeggen: “ happy new year”!, Nou dat was het dan. Oudejaarsavond met twee totaal vreemde mensen. We houden het voor gezien, stappen in het bootje en zijn snel weer terug op de ´Robeyne´. 2012 is dan pas een halfuur oud.
Beer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten